Erika Pichler rond 1938, haar oudere zuster Minna, haar moeder Adela Unger en haar vader Israel Pichler
De Pichlers zijn van oorsprong Duitse Joden die uit Wenen weggevlucht zijn. Erika Pichler, haar moeder Adela Unger, haar vader Israel Pichler en zus Minna zoeken hun toevlucht in België in 1938. Ze vestigen zich in Schaerbeek. Israel Pichler, een 44-jarige chauffeur, wordt eind juni 1942 verplicht tewerkgesteld in Noord–Frankrijk. Zijn dochters Erika, een 17-jarige leerbewerkster, en Minna, een 19-jarige modiste, worden apart opgeroepen voor de Dossinkazerne. Hun moeder, Adela Unger, een 40-jarige kokkin, wil haar jongste dochter niet alleen laten vertrekken en vergezelt haar zonder oproepingsbrief naar het Sammellager. Alle drie worden ze met het eerste transport naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. 318 gedeporteerden krijgen een stamnummer en worden tewerkgesteld, ook Adela en Erika. De moeder sterft na dertien dagen gevangenschap, Erika een week later. Het spoor van de oudste dochter en de vader gaat verloren. Israel Pichler, ingeschreven voor transport 16, wordt op 31 oktober per trein overgebracht vanuit Noord-Frankrijk over Mechelen naar Auschwitz-Birkenau.
