Rosa Keck

Rosa Keck, een Sinti met de Duitse nationaliteit, beviel van haar eerste twee kinderen in Duitsland: van Rudolf in 1932 in Deutz, dicht bij Keulen, en van Sophia in 1935 in Kreuznach.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1944 met transport Z
Rosa Keck, moeder, ca. 1940
Rosa Keck, een Sinti met de Duitse nationaliteit, beviel van haar eerste twee kinderen in Duitsland: van Rudolf in 1932 in Deutz, dicht bij Keulen, en van Sophia in 1935 in Kreuznach. Rosa Keck en haar kinderen worden op 23 november 1943 in Hasselt gearresteerd, samen met de overige leden van de familie Keck. Ze worden de 25e afgeleverd in de Dossinkazerne, in een groep met nog 43 andere Roma en Sinti. Na een gevangenschap van vijftig dagen in erbarmelijke omstandigheden worden zij met transport Z (Zigeuner) naar Birkenau gedeporteerd. Ze krijgen allemaal een stamnummer en worden geïnterneerd in het ‘familiekamp’, een echt sterfhok. Rosa is hoogzwanger tijdens haar deportatie. Het kind wordt geboren in het familiekamp op 29 januari 1944. Het sterft op 25 maart. Haar dochter Sophia (8) krijgt stamnummer Z 9788 en sterft in hetzelfde kamp in mei 1944. Rudolf (11) krijgt stamnummer Z 9069 en overleeft het evenmin. Rosa (stamnummer Z 9786) heeft het geluk dat ze in augustus, voor de opheffing van het Zigeunerfamilienlager, wordt overgebracht naar en tewerkgesteld in Ravensbrück. In februari 1945 wordt ze geëvacueerd naar Bergen-Belsen, waar ze de tyfusepidemie overleeft tot de komst van het Britse leger. Ze is terug in België op 24 juni 1945.

 

Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram