Dit servies uit porselein werd in 1941 in bewaring gegeven aan de familie Vanderhoydonck uit Wijchmaal in Limburg. Na de oorlog is het porseleinen servies nooit meer opgehaald. Het blijft een mysterie wie de eigenaar was.
Tussen 21 december 1940 en 12 februari 1941 werden 3293 ‘buitenlanders’ (vooral Joden) van Antwerpen naar Limburg uitgewezen door de Nazi’s. Waarom ze dat deden is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk was het een voorzorgsmaatregel om de Antwerpse haven te beschermen.
Op 18 januari 1941 stapten 20 mensen uit het konvooi in het station van Wijchmaal. Ze werden ondergebracht in twee leegstaande huizen in dit kleine dorpje vlakbij Hasselt. Hoewel ze daar eten en kleding kregen van ‘Winterhulp’, volstond dit niet als voldoende voorziening. De Joodse vrouwen legden daarom contacten met de lokale boeren voor hulp. De familie Vanderhoydonck was één van de boerderijen die eten gaf aan de Joodse gezinnen die naar Wijchmaal verplaatst waren.
Vanaf de lente van 1941 werden de Joodse families daar weer weggehaald. Ze wisten niet wat er verder met hen zou gebeuren. Een Joodse vrouw en haar kind gaven voor hun vertrek het servies ter bewaring af aan zussen Leen en Mie, en broer Tinus Vanderhoydonck.
De naam van de vrouw is niet gekend, maar ze zei wel dat ze van Wenen was en dat ze na de oorlog zou terugkomen om het porselein op te halen. Ze keerde echter nooit terug.
Uiteindelijk erfde Frie Ceyssens het porselein. Hij was neef van de familie Vanderhoydonck en opgegroeid op hun boerderij. Hij nam het mee naar Hasselt en borg het op in een speciaal houten kastje. Frie was overtuigd dat de Joodse eigenaars opgeslokt waren in de Nacht und Nebel van de Duitse concentratiekampen. Later zou blijken dat zijn vermoeden toch niet klopte. Na het overlijden van Frie Ceyssens en zijn echtgenote Miet Keunen gaven zijn kinderen dit kostbaar porselein in bewaring aan Kazerne Dossin voor verder onderzoek.
Het onderzoeksteam van Kazerne Dossin zocht naar de Joodse families met kinderen uit Wenen die in 1941 in Wijchmaal verbleven. Zo kon het onderzoeksteam de zoektocht vernauwen tot twee Joodse families: de Koral-Vogel familie of de Muhlstein-Ullmann familie. Want van de 20 Joden in Wijchmaal overleefden enkel deze twee gezinnen de oorlog. Hoewel het onderzoeksteam hun nabestaanden kon opsporen, konden we niet met zekerheid de eigenaar vaststellen.
De familie Koral-Vogel
Vader Arbe Koral werd geboren op 7 oktober 1903 in Lowoczny. Samen met zijn vrouw Rachela Vogel (geboren op 30 augustus 1909 in Kolomea) kwam hij in 1939 vanuit Wenen naar België. Eind 1940 woonde het echtpaar met hun zoontje Kurt in Berchem (Wasstraat 24). Begin 1941 werden ze naar Wijchmaal in Limburg gestuurd, waar ze mogelijk het servies in bewaring gaven. Hun zoontje van 4 jaar overleefde ondergedoken in het klooster van de Soeurs de la Miséricorde in Heverlee. Later woonden Arbe en Rachela nog op verschillende plaatsen in Brussel. Ze overleefden de oorlog in de onderduik.
De familie vertrok na de oorlog naar de Verenigde Staten. Zoon Kurt groeide op en werd arts. Hij overleed op 12 oktober 2010.
De familie Muhlstein-Ullmann
Vader Aron Muhlstein werd geboren op 9 december 1890 in Kolbuszowa. Hij woonde met zijn vrouw Emma Ullman (geboren op 9 april 1902) in Wenen, waar hij twee goed draaiende kleding- en juwelenzaken had. De familie was zeer welgesteld, met een aantal bedienden in dienst.
Na de Anschluss in 1938 verloor hij echter alles. Het echtpaar stuurde hun twee oudste kinderen, Herbert en Erika, in het voorjaar van 1939 met een kindertransport vanuit Wenen naar Groot-Brittannië. Daar overleefden zij de oorlog.
Aron en zijn zwangere vrouw Emma emigreerden toen zelf naar Antwerpen in België en kregen daar hun derde kindje: Renée. Vanaf begin 1940 woonden ze in de Bloemstraat 56 in Borgerhout. Begin 1941 werden ook zij naar Wijchmaal in Limburg gestuurd, waar ze mogelijk het servies in bewaring gaven. Renée overleefde de oorlog ondergedoken bij de Soeurs de la Miséricorde in Heverlee. In 1943 kreeg het echtpaar nog een vierde kindje in Brussel, waar ze ook de oorlog overleefden.
De nakomelingen van dit gezin wonen vandaag in Frankrijk en Engeland.
De bijna volledige set van het merk ‘Kerag’ bestaat uit een koffiepot (of theepot), een melkkan, een suikerpot en vijf kopjes met bord. Op elk stuk staan scènes uit het Oude Testament afgebeeld.