Transport XIV-XV: Antwerpse Joden verplicht tewerkgesteld in Frankrijk

Slechts weinigen kennen de geschiedenis van het werkkamp voor Joden in de Franse Ardennen. De meerderheid van deze geïnterneerden maakten deel uit van Transport XV dat vanuit Mechelen richting Auschwitz spoorde.

© KD / Chemin de mémoire des Mazures De 288 gedeporteerden van het Judenlager van Mazures

Gelegen aan Les Mazures grenst het kamp aan het dorp, begrenst door het woud aan de ene en de Revinweg aan de andere kant.

Geneviève Devingt, toen 18 jaar, herinnert zich:

“Ik was leermeisje en volgde naailessen bij de echtgenote van de kroegbaas. De lessen vonden plaats in het achterkamertje van zijn bistro, vlakbij de ‘route des Mazures’. Op 18 juli 42, rond 4 à 5 uur ’s ochtends, hadden we pauze. En plots zagen we mannen verschijnen van Revin… Ze klommen omhoog. Allemaal hadden ze een gele ster. Ze droegen arbeiderskledij. Sommigen hadden klompen rond hun schouder gebonden… Ze waren met een hele groep. Driehonderd ongeveer, ik kan het niet meer exact zeggen. We hadden niet verwacht om onbekenden te zien. En we vroegen ons vooral af wat ze hier kwamen doen…”

Het doel van Organisation Todt is om een muur te bouwen die de kust van West-Europa beschermt tegen een eventuele landing van de geallieerden. Om dit project te kunnen verwezenlijken, zetten de  nazi’s werkkampen op waarin Joden verplicht tewerkgesteld worden. De meeste van deze kampen, en zo ook het kamp van Mazures, zijn slechts een tussenstop voor hun deportatie naar de gaskamers. De meeste Judenläger zijn gesitueerd in het noorden van Frankrijk (in de Boulonnais). Het werkkamp in Mazures vormt hierop echter een uitzondering aangezien het zich in de Franse Ardennen bevindt. Op 18 juli 1942 arresteren de nazi’s in het totaal 288 Antwerpse joden en voeren ze hen naar hier.

Transport XIV-XV: Antwerpse Joden verplicht tewerkgesteld in Frankrijk
© arch. privées .

 

 

De Metaalsmelterij (vernield) Henon waar de Antwerpse joden van 18 juli tot 23 oktober 1942 verbleven.

Na de bouw van het kamp en de vervaardiging van houtskool uit de Ardense bossen, voeren de nazi’s een eerste selectie uit. De meerderheid, 262 van de 288 Joodse arbeidskrachten, worden naar het verzamelpunt in Mechelen gezonden, waar ze deel zullen uitmaken van het dubbele Transporten XIV-XV dat op 24 oktober 1942 naar Auschwitz-Birkenau vertrekt. 239 onder hen zullen deze deportatie niet overleven.

26 joodse dwangarbeiders, waarvan de meerderheid een Belgische nationaliteit bezit, blijven echter in de Judenlager van Mazures tot de nacht van 4 op 5 januari 1944. Die nacht sturen de nazi’s hen naar Drancy, vanwaar ze met Transport 66 naar Auschwitz-Birkenau vertrekken.

Een brute misdaad

De deportatielijst van Transport XV op 24 oktober 1942 telt 476 mannen, vrouwen en kinderen. Onder hen bevinden zich 262 joden die de dag ervoor vanuit Mazures vertrokken. De dag van de bevrijding blijken slechts 41 mensen de beproeving overleefd te hebben. Dat is drie procent van de Transporten XIV en XV die op dezelfde dag vanuit Mechelen vertrokken en in het totaal 1471 gedetineerden vervoerden, waaronder 321 kinderen.

Van deze 41 overlevenden waren 23 mannen oude werkkrachten uit Mazures.  Hadden deze mannen door hun ervaring met dwangarbeid en nazikampen meer kans op overleven dan de anderen? Niet onmiddellijk: als 23 mensen, of 56% van de overlevenden van de konvooien XIV en XV van het werkkamp in Mazures kwamen dan vertaalt dit vooral de brute realiteit: de overlevingskans van vrouwen, kinderen en “zwakke” mannen was quasi nihil.

“Bij het verlaten van de trein in Auschwitz gebeurde een eerste selectie. In onze groep stroomde geen enkele vrouw door naar het werkkamp. Alle vrouwen, kinderen, ouderen en zwakkeren werden naar het crematorium gevoerd.”

(Getuigenis van Cudik Zyntak, oude gedetineerde van het Judenlager van Mazures, gedeporteerd op konvooi XV op 24 oktober 1942, overlever van Auschwitz, van het Kommando van de mijn van Jawischowitz en van Buchenwald.)

 

© DGVG-Bruxelles
Cudik Zyntak (VDG)

 

Terwijl Cudic nog dwangarbeider is in de Franse Ardennen, worden zijn echtgenote Szifra Skoulsky (n° 934) en hun kinderen Mauritz (10 jaar, n° 935) en Sofia (7 jaar, n° 936) met Transport VII naar Birkenau gedeporteerd. Geen van hen keert terug. Een moeder en kinderen van die leeftijd belandden in die periode bijna steeds onvermijdelijk in de gaskamers.

© DGVG-Bruxelles
Szifra Skoulsky, gedoporteerd op 36 jaar

De ‘moeilijke taak’ van de nazi’s en hun medeplichtigen stoelde zich op een meedogenloze theorie: de bescherming en bewaring van het Arische bloed was enkel mogelijk mits volledige uitroeiing van alle Joden.

De moord van dan 97% van de vrouwen en kinderen, maar ook die van de mannen van Transporten XIV en XV zijn een duidelijke uiting van de “Endlösung der Judenfrage”.

“Het is relatief gemakkelijk om te begrijpen waarom we wat de nazi’s zeiden niet serieus namen. Een van de meest lastige en verbazingwekkende aspecten van de hedendaagse geschiedenis is dat, tussen alle grote problemen van onze tijd waar we nog steeds geen oplossing voor hebben, het Joodse probleem, ook al lijkt het gelimiteerd en niet zo belangrijk, de discutabele eer heeft om de helse machine te ontketenen”. – Hannah Arendt (1948), Sur l’antisémitisme — les origines du totalitarisme

Mural, Tel Aviv, 2017

Het Memoriaal van Mozes Mayer Jesayes, de “benjamin” van het Judenlager van Mazures

Mozes Mayer Jesayes zag het levenslicht op 13 juli 1924 te Batavia, in Nederlands-Indië. In maart 1939 verhuisde hij van Australië naar België. Wanneer hij op 18 juli 1942 in Mazures aankomt, heeft hij net zijn achttiende verjaardag gevierd.

Op 23 oktober 1942 sturen de nazi’s hem terug naar de Dossinkazerne en neemt hij plaats op Transport XV (n° 53). Hij zal nooit meer terugkeren.

© AGR-Police des Étrangers-Bruxelles/ARA-Vreemdelingenpolitie-Brussel Mozes Mayer Jesayes

Tijdens zijn deportatie beseft Mozes niet dat zijn ouders al voor hem naar Auschwitz-Birkenau vertrokken. Zijn vader, Jacob Moses Jesayes, 51 jaar, maakte deel uit van Transport VIII (n° 402) dat op 8 september 1942 vertrok. Zijn moeder, Rebecca Gans, 46 jaar, verliet Mechelen aan boord van Transport XII (n° 676). Geen van hen overleefde de deportatie.

Het memoriaal van Mozes Mayer Jesayes is één van de vele voorbeelden van de uitroeiing van een volledige familie. Onderzoek op basis van de gegevens van Beth Hatfutsot, het Museum van het Joodse Volk, vond geen enkele nabestaande. Mozes en zijn ouders waren de laatsten van hun familie, vermoord en voor altijd verdwenen.

Het Memoriaal van Benedykt, Norbert Kamienker
Een uitgemoorde familie. De enige overlevende: hun dochter Rachel

© AGR-Police des Étrangers-Bruxelles/ARA-Vreemdelingenpolitie-Brussel

Benedykt Norbert Kamienker werd op 15 september 1904 geboren te Lwów, in Polen. Hij immigreert naar België, waar hij volgens zijn dochter Rachel de kost verdient als melkboer en kruidenier. De individuele dossiers van de Directie-Generaal van Oorlogsslachtoffers vermelden echter dat hij schilder en autochauffeur was. In het Judenlager van Mazures stellen de Nazi’s hem te werk in dienst van het Franse bedrijf Vaisset en de Duitse firma Scholzen.

Tijdens een selectie in de nacht van 23 op 24 oktober 1942 maakt hij deel uit van de groep Joden die naar Mechelen werd gestuurd. Diezelfde nacht vertrekt hij als n° 131 op transport XV naar Auschwitz. Op 8 juni 1943 komt een postkaart op zijn naam nog aan in België. Hierna verdwijnt van hem elk spoor.

Zijn driejarig zoontje, de kleine Samuel, maakt ook deel uit van Transport XV. Vader en zoon vonden elkaar op deze reis terug. De vrouw van Benedykt, Toba Bilel (n° 726), werd samen met hun elfjarig  zoontje Marcel (n° 727) op Transport V ingedeeld. Dit transport vertrok al eerder op 25 augustus 1942. Zowel Benedykt als Marcel keerden nooit terug.

Rachel en Alain Malafosse-Kamienker met hun 6 kinderen (2013)

Het Memoriaal van Jacob Kremer en Erich Samuel Tolmann
De zoektocht naar familiebanden

In het Memoriaal van de Gedeporteerden van het Judenlager te Mazures legt Jean-Emile Andreux uit dat “familiebanden de selectieprocedures van de nazi’s aanzienlijk vergemakkelijkten, hetgeen duidelijk blijkt uit de samenstelling van het konvooi Antwerpen-Revin-Les Mazures”. Het klopt inderdaad dat een groot deel van de gedeporteerden in Mazures vader en zoon, broers of schoonbroers waren.

Jacob Kremer werd geboren op 21 oktober 1902 te Berchem. Zijn schoonbroer, Erich Samuel Tolmann, zag het levenslicht op 26 februari 1911 te Amsterdam. Hij had een Litouwse nationaliteit. Beide mannen waren dwangarbeiders in het Judenlager van Mazures.

Jacob en Erich trokken richting Dossinkazerne na de eerste selectie van 23 oktober 1942. Deze selectie was vooral gericht op gedeporteerde niet-Belgische Joden. Eenmaal te Mechelen sloten ze aan bij Transport XV naar Auschwitz. Ondanks zijn Belgische nationaliteit werd Jacob (n° 189) toch gedeporteerd. Hij verdween in Auschwitz zonder enig spoor na te laten. Erich (n° 191) stierf op 30 november 1942.
Esther Tolmann-Kremer, de echtgenote van Jacob en zus van Erich, dook onder. Het zoontje van haar en Jacob, Robert, kon onderdak vinden bij een joods weeshuis. Vandaag woont hij met zijn vrouw Tilly Kremer in Amstelveen, Nederland. Ze zijn beiden lid van de ‘Vereniging ter Herinnering van het Werkkamp van Mazures’.

Tilly (in het rood) en Robert Kremer (met de pet), vergezeld door José Papierbuch (eerste van links), Kitty en Paul Tepperman-Peretz, kinderen van naar Mazures gedeporteerde joden. Ze staan voor een gedenksteen bij het Judenlager van Mazures tijdens de inauguratie van de ‘Weg van de Herinnering van het Werkkamp van Mazures’ op 23 oktober 2016.

 

 

De naoorlogse periode en het lot van de ontwortelde overlevenden

“In 1945 was ik dus zes jaar oud. Mijn herinnering hiervan is nog altijd levendig. Ik zie mezelf nog steeds aan het station van Antwerpen terwijl mijn moeder me aan mijn hand vasthield. Dag na dag. We zijn aan de aankomstplaats van de konvooien met mensen die terugkomen vanuit het Oosten. Soms herkende mijn moeder een gezicht. Dan vroeg ze: “Mijn man, Nachamn, heeft u hem gezien?” En als het antwoord positief was dan flakkerde de hoop weer even op. Maar tevergeefs want hij is nooit teruggekeerd.”

 

© AGR-Police des Étrangers-Bruxelles
Nachman Papierbuch, déporté à 38 ans

Getuigenis van Josaphat (José) Papierbuch, zoon van Nachman Papierbuch, gedeporteerd van het Judenlager van Mazures met konvooi XV op 24 oktober 1942 (n° 68). Hij keerde nooit terug.

 

 

De herinnering bewaren – Vereniging ter Herinnering van het Werkkamp van Mazures

Gesteund door de Stichting voor de Herinnering aan de Shoah begon historicus Jean-Emile Andreux (1944-2013) zijn onderzoek naar het Judenlager van Mazures. Dankzij zijn vier publicaties in Frankrijk heeft hij de geschiedenis van dit kamp aan de vergetelheid onttrokken.

De Vereniging ter Herinnering van het Werkkamp van Mazures is opgericht in 2004 en werd voorgezeten door Yaël Reicher. Als dochter van Harry Reicher, die door de hulp van het Verzet aan deportatie kon ontkomen, zette ze zich vanaf dan in voor de organisatie. Doorheen de jaren verzamelde ze een groep van de familieleden van gedeporteerden en verzetsstrijders, alsook van experts: archivisten, onderzoekers, onderwijzers en historici.

Het doel van de organisatie is om de herinnering van de Antwerpse joden die in het kamp verbleven te bewaren, de strijd van de verzetshelden te erkennen en ervoor te zorgen dat het werkkamp van Mazures niet in de vergetelheid raakt.

De organisatie heeft onder andere onderstaande projecten georganiseerd:

  • De inauguratie op 16 juli 2005 van een monument, een gedenksteen genoemd, op de plaats waar vroeger het kamp stond
  • De erkenning door Yad Vashem aan Jeruzalem en de postuum toekenning van de titel “Juste parmi les Nations” aan Emile FONTAINE, aan zijn vrouw en aan zijn moeder, Annette en Camille PIERRON, tijdens een huldigingsceremonie tijdens de Algemene Vergadering te Parijs op 3 december 2007
  • De organisatie van jaarlijkse conferenties en ceremonieën

Vandaag werkt de Vereniging samen met de Gemeende van Mazures onder leiding van de burgemeester Elisabeth Bonillo-Deram en haar team. Onder haar voorzitterschap werd in 2015 een wetenschappelijk comité opgericht. Ook Professor Emeritus Danielle Delmaire (Universiteit van humane en sociale wetenschappen te Rijsel) en Dr. Laurence Schram (Onderzoekster bij Kazerne Dossin) werken hier actief mee.

Dit heeft tot gevolg dat op 23 oktober 2016 de Weg van de Herinnering ingewijd werd, een pad in het bos dat langs de site loopt waar het werkkamp van Mazures vroeger stond. Bordjes geven de wandelaars extra uitleg over wat zich hier allemaal afspeelde.

Nog nooit waren zo veel mensen in de Franse Ardennen aanwezig op een herinneringsplechtigheid van de Shoah. 500 mensen kwamen kijken naar de opening van het pad. Ter vergelijking: het dorp van Mazures telt 938 inwoners.

© Photo Jan Landau
Le nouveau chemin de mémoire aux Mazures, 23 octobre 2016

 

© Photo Jan Landau

© Photo Jan Landau
Inauguration du Chemin de Mémoire en présence de Yaël Reicher, présidente de l’Association pour la mémoire du Judenlager les Mazures et Madame le Maire, Élisabeth Bonillo-Deram, 23 octobre 2016

Notice rédigée par Yaël Reicher
Les témoignages et les mémoriaux sont tirés des travaux de Jean-Émile Andreux, Mémorial de déportés du Judenlager des Mazures, Tsafon, Revue d’études juives du Nord, n° 3 hors-série — octobre 2007 et Le Judenlager des Mazures : juillet 1942 — janvier 1944, Revue historique ardennaise, Tome XXXVI, 2003-04, p. 199.

Bronnen

Les témoignages et les mémoriaux sont tirés des travaux de Jean-Émile Andreux, Mémorial de déportés du Judenlager des Mazures, Tsafon, Revue d’études juives du Nord, n° 3 hors-série — octobre 2007 et Le Judenlager des Mazures : juillet 1942 — janvier 1944, Revue historique ardennaise, Tome XXXVI, 2003-04, p. 199.

Yaël Reicher