Transport XXII: Aktion Iltis. De razzia op Joden met de Belgische nationaliteit

In de nacht van vrijdag 3 op zaterdag 4 september 1943 organiseert de Sipo-SD een laatste grote razzia: Aktion Iltis. Voor het eerst worden ook Joden met de Belgische nationaliteit massaal gearresteerd. Deze razzia markeert hierdoor het einde van de bescherming die de bezetter in juli 1942 – nog voor het begin van de raciale deportaties – aan deze groep toekende.

Twee maanden voor de razzia, op 26 juni 1943, mogen 143 Belgische Joden de Dossinkazerne verlaten. Wanneer Fritz Erdmann, chef van sectie II van de Sipo-SD hierover hoort, wil hij de vrijlatingen tegengaan. Op 29 juni 1943 verordonneert hij de onmiddellijke opheffing van het verbod op deportatie van Belgische Joden. Daarnaast beveelt hij een meer energieke jacht op ondergedoken Joodse buitenlanders. Erdmanns tussenkomst kan echter niet verhinderen dat nog eens 160 Belgische Joden diezelfde dag het verzamelkamp in Mechelen mogen verlaten. Wel kan hij de vrijlating van een derde groep verhinderen.

“Betr.: Deportatie van Joden met de Belgische nationaliteit”

In overeenstemming met de orders van de Reichsführer SS moeten ook Joden met de Belgische nationaliteit met onmiddellijke ingang gedeporteerd worden. Bovendien moeten de Joden die in clandestiniteit leven of die uitgewezen kunnen worden, krachtdadig vervolgd worden. Gelieve meteen de nodige maatregelen te nemen. Fritz Erdmann, Brussel, 29 juni 1943

© Mémorial de la Shoah, Parijs 

 

Aktion Iltis start gelijktijdig in Brussel en Antwerpen, op vrijdag 3 september om 23 uur, en eindigt de volgende ochtend om 6 uur. De organisatie van de razzia is goed gedocumenteerd en verschilt sterk van de razzia’s in de zomer van 1942. Toen werden hele wijken leeggehaald door de Sipo-SD en hun Duitse en Belgische hulptroepen. Ditmaal stellen de Sipo-SD en het Devisenschutzkommando (DSK), het commando dat valuta in beslag neemt, vanuit hun waandenkbeelden over de rijke Belgische Joden lijsten met adressen op.

Toch verschilt de organisatie in Brussel en Antwerpen. In de hoofdstad zet Fritz Erdmann de grote middelen in. Hij mobiliseert veertien voertuigen met manschappen van sectie IV waaronder zeven medewerkers van de anti-Joodse afdeling, en 28 Vlaamse SS’ers van de SD-Wachgruppe. Zes extra Vlaamse SS’ers worden belast met het toezicht op de Joden die thuis worden aangehouden. De ploeg wordt tenslotte vervolledigd door de medewerkers van het DSK.

Kurt Asche, verantwoordelijk voor Joodse aangelegenheden, houdt zich in Brussel persoonlijk bezig met het overbrengen van de door het DSK opgepakte Joden naar de Sipo-SD-kantoren op Avenue Louise 510. Twee mannen van de SD-Wachgruppe en twee chauffeurs van het DSK assisteren hem daarbij.

In Antwerpen beschikt Erich Holm, de tegenhanger van Asche, niet over dezelfde middelen. Holm lost dit probleem op door middel van een doortrapte val. Enkele dagen na de vrijlating van Belgische Joden uit de Dossinkazerne in juni 1943, sommeert hij deze voormalige gedetineerden en 19 vertegenwoordigers van de Vereniging van Joden in België in zijn kantoor op Della Faillelaan 21. Ongeveer 130 mensen gehoorzamen het bevel in de hoop de verzegeling van hun woningen op te heffen en hun geconfisqueerde eigendommen terug te krijgen.  Velen van hen verkeren in financiële nood en willen naar hun oude leven terug.

Erich Holm en zijn SS-ers, in Antwerpen, © ARA-SOMA-Brussel

De dag van de razzia ontvangt Holm de gesommeerde Joden. Sommigen onder hen geloven nog in de bescherming die hun nationaliteit biedt, anderen hebben erg naïeve opvattingen over de bedoelingen van de Sipo-SD. 111 mensen trappen in de val en worden op 20 september 1943 gedeporteerd.

© Aartsbisschoppelijk Archief van Mechelen & ARA-Vreemdelingenpolitie-Brussel

Brussel, 7 september 1943. Meneer Haumont doet een beroep op Kardinaal Van Roey om de vrijlating van Esther Poons en Simon Schuller te bekomen. Na hun vrijlating uit de Dossinkazerne in juni 1943, is het echtpaar van Belgische nationaliteit in de val van Holm getrapt. Simon Schuller overlijdt bij aankomst in Mechelen. Esther Poons, 38 jaar oud, wordt gedeporteerd met transport XXIIB en komt om.

 

In oktober 1943 schrijft Le Flambeau, het clandestiene blad van het Joods Verdedigingscomité: “Ondanks de massale deportatie van buitenlandse Joden […], koesteren de Joden met de Belgische nationaliteit zich in de hoop dat ze met rust gelaten worden. […] Men moet beschikken over een niet onaanzienlijke naïviteit om te geloven in de beloftes van Hitler en zijn acolieten.”

Een grote Hitleriaanse overwinning: de deportatie van Belgische Joden, in Le Flambeau, oktober 1943. © ARA-SOMA-Brussel

Erich Holm, die zijn doeltreffendheid wil bewijzen, organiseert naast zijn valstrik ook huiszoekingen. De balans is zwaar: 311 Joden met de Belgische nationaliteit en twaalf buitenlandse Joden worden opgepakt. Mase Meitkes, een Litouwse verpleegster van 24 jaar, getuigt : « Op 3 september 1943 werd ik tijdens een razzia op de Joden, ‘s nachts in mijn woning aangehouden. Er werden er toen veel andere Israëlieten gevat. Het waren meestal burgers in Duitse dienst die de razzia deden. Er waren er ook in zwarte uniformen. Een van hen had een lijst waarop de aan te houden Israëlieten moeten voorgekomen hebben. Wij werden in autovrachtwagens geduwd en naar de burelen en lokalen van de Sicherheitspolizei, Della Faillelaan, Antwerpen, overgebracht.”

Mase Meitkes, gedeporteerd via Transport XXII A (A betekent Auslander, buitenlander), onder nummer 545. Zij is een van de 51 overlevenden van het dubbele transport van 20 september 1943. © ARA-Vreemdelingenpolitie-Brussel

Tijdens de razzia worden in totaal 643 Joodse mannen, vrouwen en kinderen – 593 Belgen en 50 buitenlanders of statelozen – opgepakt en vervolgens gedeporteerd. De meest recente cijfers schatten dat 116 Belgische Joden die in juni 1943 uit de Dossinkazerne werden vrijgelaten opnieuw werden aangehouden. Ondanks de grote ontplooiing van middelen in Brussel kan de Sipo-SD daar “slechts” 209 Joden oppakken: 171 Belgen en 38 buitenlanders. In Antwerpen worden die nacht daarentegen 432 Joden gearresteerd.

 

 

De cijfers per stad/gemeente
Domicilie Belgen Buitenlanders Totaal
Antwerpen 380 12 392
Antwerpen — Berchem 19 0 19
Antwerpen – Borgerhout 21 0 21
Kalmthout 2 0 2
Brussel 41 18 59
Brussel — Anderlecht 31 7 38
Brussel — Etterbeek 7 0 7
Brussel — Evere 2 0 2
Brussel — Vorst 8 0 8
Brussel — Elsene 14 0 14
Brussel — Jette 7 1 8
Brussel — Koekelberg 3 0 3
Brussel — Molenbeek 2 2 4
Brussel — Sint-Gillis 18 3 21
Brussel — Sint-Joost 5 1 6
Brussel — Schaarbeek 21 6 27
Brussel — Ukkel 5 0 5
Brussel — Woluwe 7 0 7
Totaal 593 50 643
Enkele identiteitskaarten van Belgische Joden opgepakt tijdens Aktion Iltis en naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, © ARA-AOS-Brussel / Kazerne Dossin