Betty Marx en dochtertje Ruth Tobias

Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Betty en Moses scheidden waarna moeder Betty en dochtertje Ruth naar België trokken. Zij werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde anti-Joodse razzia in Antwerpen. Betty en Ruth werden gedeporteerd en overleefden de oorlog niet.

Betty Marx en dochtertje Ruth Tobias
Betty Marx

Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland: Betty op 22 april 1905 in Rachtig en Moses op 6 september 1904 in Betzdorf. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Zij werd geboren op 8 oktober 1931. Betty en Moses scheidden in 1934. In 1938 kwamen moeder Betty en dochtertje Ruth naar België terwijl vader Moses in Duitsland bleef wonen. Betty vestigde zich in Antwerpen op Eglantierlaan 3. Ze stond in voor het onderhoud van Ruth die bij de familie Schwarzbaum-Eidels verbleef.

In mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen. Betty en Ruth gehoorzaamden de anti-Joodse wetten van het bezettingsbestuur. Op 17 december 1940 schreven ze zich in het gemeentelijk Jodenregister van Antwerpen in, en op 23 maart 1942 werden ze lid van de Jodenvereniging. Tussen 21 december 1940 en 12 februari 1941 kwamen 3.401 Antwerpse vreemdelingen – in regel vooral Joden – op bevel van de Duitse bezetter in de provincie Limburg toe. Zij werden verdeeld over 43 dorpen en steden, en dienden in het gemeentehuis van de lokaliteit waar ze werden ondergebracht dagelijks voor aanwezig te tekenen. Aangezien Betty en Ruth van 25 januari tot 26 juli 1941 in het Limburgse dorp Donk woonden, zijn zij waarschijnlijk twee van die 3.401 Antwerpse uitgewekenen. Op 26 juli 1941 keerden Betty en Ruth terug naar Antwerpen en vestigden ze zich in de Schupstraat. Een jaar later, op 29 juli 1942, verhuisden ze naar Hoveniersstraat 13.

Betty en Ruth werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde grote anti-Joodse razzia in Antwerpen die anders dan de voorgaande razzia’s op klaarlichte dag werd uitgevoerd en bovendien op een belangrijke dag van de Joodse kalender: het Joodse Nieuwjaar. Na hun arrestatie werden Betty en Ruth onder de nummers 785 en 786 op transport IX gezet dat vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau vertrok op 12 september 1942. Moeder Betty en dochter Ruth overleefden de oorlog niet.

Vader Moses hertrouwde in Duitsland met Ella Gerstel. Zij werden allebei vanuit Duitsland naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd en overleefden eveneens de oorlog niet.

 

Info publicatie:

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen (deel 1), Brussel, 2009.

Dieter Porton