Echtpaar Gutman-Najberger

Mordka Gutman, geboren op 25 september 1907 in Piotrkow (Polen), meldt zich op 4 mei 1930 in België aan. Hij heeft Polen verlaten om te komen werken als kleermaker in Brussel. Zijn eerste verblijfplaats is in Joseph Claesstraat in Sint-Gillis, maar hij verhuist al snel naar Violetstraat. Als kleermaker kan hij aan de slag in Sint-Laurensstraat. In maart 1931 verhuist Mordka naar Denemarkenstraat 61, waar hij aan de slag gaat bij meneer Vandervorst.

Estera Najberger, geboren op 27 december 1912 in Zarnow (Polen), komt een paar maanden na Mordka aan in België. Zij geeft aan definitief hier te willen verblijven doordat ze met Mordka plant te trouwen. Hun huwelijk voltrekt zich uiteindelijk op 31 oktober 1931 in Sint-Gillis.

Wanneer Duitsland België bezet in mei 1940, worden er verschillende anti-Joodse wetten uitgevaardigd. Hierdoor schrijven Estera en Mordka zich op 30 november 1940 in het Jodenregister van Sint-Gillis in. Op dat moment wonen ze in de Merodestraat. Estera sluit zich aan bij het Joods Verdedigingscomité: een verzetsnetwerk gespecialiseerd in het helpen onderduiken van Joden, vooral kinderen. Estera zamelt voor het comité geld en voedselbonnen in om de onderduikers te helpen overleven.

Uiteindelijk worden Estera en Mordka opgepakt en belanden ze op 2 juni 1943 in het SS-Sammellager Mecheln. Ze worden ingeschreven op transport XXI en worden op 31 juli 1943 naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd, maar enkel Estera overleeft. Zij wordt bij aankomst als dwangarbeidster geselecteerd. Het nummer 51900 wordt op haar arm getatoeëerd. Estera overleeft meerdere concentratiekampen en de dodenmarsen. Na haar repatriëring in 1945 gaat ze opnieuw in de Merodestraat wonen. In de jaren 1970 verkrijgt ze uiteindelijk de Belgische nationaliteit.

Kaatje Langens