Emiel Vos, een gebroken vader

Op hun zondags gekleed gaan vader, moeder en hun drie kinderen naar de fotograaf om een foto van het gezin te laten maken. Vader Emiel Vos staat rechtop achteraan, alsof hij zijn gezin moet beschermen. De moeder, Rebecca Nabarro houdt de jongste, Herman bij haar op haar schoot.  Isaak houdt zijn handje vast en Andries, de oudste zoon houdt zijn armen achter zijn rug en leunt tegen zijn moeder.

 

Een traditionele Belgische familiefoto. Antwerpen rond 1939. © KD – Fonds Emiel Vos

Deze gewone Joodse familie heeft Nederlandse roots. Emiel is geboren in Borgerhout en leeft in Antwerpen. Zijn droom is om bibliothecaris te worden, maar de economische omstandigheden dwingen hem om als arbeider in de diamantsector aan de slag te gaan. Als sportieveling ontmoet Emiel Esther Nabarro bij een korfbalwedstrijd. De jonge vrouw is afkomstig uit Amsterdam en vestigt zich in 1930 in Antwerpen. Emiel en Esther worden verliefd op elkaar en trouwen in 1935.

De huwelijksacte van Emiel Vos en Rebecca Nabarro, Berchem, 1935 © ARA-Vreemdelingenpolitie -Brussel

Het koppel krijgt drie kinderen : Andries VOS (25/01/1936), Isaak VOS (13/02/1937) en Herman VOS (19/06/1939). In 1941 verhuizen ze van Berchem naar Borgerhout.

Rebecca Vos Nabarro en haar oudste kind, Andries, Borgerhout, rond 1937 © KD – Fonds Emiel Vos

Tijdens de zomer van 1942 woont deze Joodse familie nog steeds in de Sterrenborgstraat nr 8, in de buurt van de Gitschotellei. In de nacht van 28 op 29 augustus, om half vijf ‘s ochtends worden ze wakker gemaakt door Duitse en Antwerpse politiemannen. Het hele gezin wordt meegenomen.

De perimeter van de grote razzia op 28-29 augustus 1942. De pijl rechts geeft de woning van de familie Vos aan.

Op 1 september, na vier dagen in de Dossinkazerne, wordt de familie op de laatste wagons van Transport VII gezet. Herman (3 jaar), Isaak (5 jaar) en Andries (6 jaar) maken deel uit van de 317 kinderen op het transport. Bij hun aankomst in Auschwitz-Birkenau op 3 september, worden 73% van de inzittenden omgebracht in de Bunkers, de twee kleine en oudste gaskamers van Birkenau. Rebecca Vos en haar kinderen hebben geen enkele overlevingskans.

Emiel Vos is een van de 15 overlevenden van de 1000 personen op Transport VII. Hij moet samen met de mannen tussen 15 en 50 jaar die geschikt bevonden worden voor dwangarbeid, afstappen aan de halte Kosel op ongeveer 100 km van Auschwitz.
Vele jaren na zijn repatriëring vertelt Emiel Vos zijn verhaal en dat van zijn vrouw en kinderen uitvoerig voor de camera van Luckas Vander Taelen.

Weinig getuigenissen over de Holocaust zijn zo duidelijk als die van Emiel Vos. Vrouwen en kinderen zijn de doelwitten bij uitstek voor de nazi’s. Zij worden niet ook gedood, zij zijn het die vooral vermoord worden.

Bekijk hier een interview met Emile Vos.