Fajwel Ertel

Fajwel Ertel
Fajwel Ertel

Fajwel Ertel (°31/08/1902 te Zyrardow in Polen) is als politiek vluchteling in december 1938 vanuit Berlijn naar België gekomen. Hier gaat hij wonen op de Plantin en Moretuslei in Antwerpen. Bij zijn inschrijving vermeldt hij dat hij door de Gestapo reeds in Duitsland werd gevangengenomen en daarna Duitsland werd uitgezet. Hij is uiteindelijk het land moeten ontvluchten om niet in een concentratiekamp te belanden. Fajwel is niet van plan om langdurig in België te verblijven, hij wil graag naar Zuid-Amerika verhuizen. In Duitsland werkte Fajwel als leerlooier, in België oefent hij dit beroep niet meer uit omdat hij niet beschikt over een arbeidsvergunning. Toch heeft hij bestaansmiddelen genoeg, dit dankzij zijn broer die geld opstuurt vanuit Buenos Aires.

In maart 1939 krijgt Fajwel een reiswijzer model C die eind mei vervalt. Het Antwerps Komiteit voor Joodse Vluchtelingen probeert Fajwel te helpen. Zij sturen een brief naar de Belgische overheid waarin ze zijn situatie uitleggen. Fajwel is stateloos en mag niet terugkeren naar Duitsland, mag niet langdurig in België verblijven, maar mag ook niet migreren doordat hij niet beschikt over een paspoort. Door deze omstandigheden heeft hij zich ingeschreven bij EZRA (een Antwerpse hulporganisatie voor Joodse transmigranten). Zij zoeken voor hem een land waar hij naar kan migreren. Fajwel krijgt echter de kans niet meer om uit België weg te trekken.

In mei 1940 valt Nazi-Duitsland België binnen en installeert een anti-Joods beleid. Kort daarna ontvangt Fajwel steun van de Commissie voor Werkbemiddeling en Werkloosheid en krijgt hij een uitkering. In september 1941 trekt hij weg uit Antwerpen en verhuist hij officieel naar Schaarbeek waar hij gaat wonen in de Gallaitstraat. In oktober 1941 stelt de gemeente echter vast dat hij daar nooit gewoond heeft. Fajwels echte adres is onbekend. Mogelijk neemt hij zijn voorzorgen: hij wordt op dat moment immers gezocht door de Duitse Sicherheitspolizei.

Het is ons onbekend wanneer en hoe Fajwel voor de eerste keer in de Dossinkazerne wordt geïnterneerd. Vermoedelijk gebeurde dat al in de herfst of winter van 1942. In januari 1943 ontdekt kampcommandant Philip Schmitt dat enkele Joodse gevangenen gefraudeerd hebben met de postpakketten in het kamp. Hij laat 37 mannen – waaronder Fajwel – als straf op 11 januari 1943 overbrengen naar Breendonk. Slechts 25 van hen overleven het strafkamp en worden in juni 1943 terug naar de Dossinkazerne gebracht, waaronder ook Fajwel. Hij wordt op 4 juni ingeschreven op de transportlijst van konvooi XXI dat op 31 juli uit de kazerne vertrekt. Fajwel overleeft de deportatie niet.

Kaatje Langens