Search
Fritz Donath werd geboren op 3 januari 1909 in Wenen. Hij was de tweede zoon van Mathias Donath (6 maart 1878) en Toni Weinberger (14 oktober 1881). Het koppel huwde op 4 mei 1905 en kreeg hun eerste zoon Erich Donath op 28 april 1907.
Door de dreigende maatregelen tegen de Joden vluchtte de familie noodgedwongen naar België. Erich vertrok reeds in 1933 en vestigde zich in Brussel. Fritz en zijn ouders verhuisden pas in 1939. Zij vestigden zich in februari op (Stanleystraat) rue Stanley 93, te Ukkel. Ze werden alle drie opgenomen in het vreemdelingenregister op 18 februari 1939. Ook verkregen ze een visum dat steeds met 6 maanden verlengd werd. Enkele maanden later verhuisden Fritz, Mathias en Toni naar (Heyvaertstraat) rue Heyvaert 21, te Sint-Jans-Molenbeek. Hier verbleven ze tot aan hun deportatie.
Tijdens de eerste twee jaren van de bezetting, voerden de Nazi’s 17 anti-Joodse maatregelen in. Zo werd in november 1941 de Vereeniging der Joden in België (VJB) opgericht. De VJB moest bemiddelen tussen de bezetter en de Joodse bevolking en zorgde voor een ‘correcte’ toepassing van de anti-Joodse verordeningen. Het werd niet veel later voor alle Joden verplicht om zich aan te sluiten bij de VJB. Ook Fritz en zijn ouders gehoorzaamden en sloten zich aan bij de Jodenvereeniging in Brussel.
Tijdens een patrouille in Brussel, op 14 september 1942, werden Fritz, Mathias en Toni opgepakt en meteen naar de Dossinkazerne in Mechelen gebracht. De volgende dag werden ze als nummers 1015 (Mathias), 1016 (Toni) en 1017 (Fritz) aan boord van Transport X naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Vanaf dan verdween elk spoor van hen. De datum, plaats en exacte omstandigheden van hun dood zijn ons onbekend. Zij overleefden in elk geval de kampen niet.
Erich probeerde in 1937 naar Luxemburg te vluchten. Daar werd hij opgepakt en gerepatrieerd naar België. Hij trok bij zijn ouders en broer in, op (Heyvaertstraat) rue Heyvaert 21, in Sint-Jans-Molenbeek. Rond juli 1941 verhuisde hij naar (Dublinstraat) rue de Dublin 11, te Elsene. Ook hij kwam uiteindelijk op 9 juli 1943 in de Dossinkazerne in Mechelen terecht. Aan het einde van de maand, op 31 juli, werd hij als nummer 1199 aan boord van Transport XXI naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Vanaf dan verdween elk spoor van hem. De datum, plaats en exacte omstandigheden van zijn dood zijn ons onbekend. Hij overleefde in elk geval de kampen niet.
