Gezin Fryling-Rozenes

Het gezin Fryling-Rozenes werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. Met transport IX werden Sender Bynem, Chaja Terna en hun kinderen Samuel en Claire vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.

Gezin Fryling-Rozenes
Sender Bynem Fryling

Sender Bynem Fryling en Chaja Terna Rozenes werden beide geboren in Polen maar zullen elkaar pas later ontmoeten in België. Sender Bynem werd geboren op 15 december 1903 in Warschau, de hoofdstad van Polen. Chaja Terna werd geboren op 30 november 1909 in Pilica. Op twintigjarige leeftijd kwam Sender Bynem aan in België en ging in Brussel wonen op Komediantenstraat 9. Zes jaar later verhuisde hij naar Eloystraat 89 in Anderlecht. Hij was mechanicien. Chaja Terna kwam in juli 1928 aan in België. Zij ging wonen bij haar oom Moses Rozenes op Transvaalstraat 29 in Anderlecht. Zij was kartonnagewerker.

Intussen leerden Sender en Chaja elkaar kennen en verhuisden ze in oktober 1930 naar Loofstraat 48 in Brussel. Een jaar later, op 24 januari 1931 trouwden ze voor de wet. In hetzelfde jaar verhuisden ze naar Loixplein 18 en kort hierna naar Stenen-Kruisstraat 38 in Sint-Gillis. Op 24 mei 1931 werd hun zoon Samuel Fryling geboren in het ziekenhuis van Vorst. Vier jaar later, op 5 mei 1935 werd dochtertje Claire-Hélène geboren in Elsene. Ondertussen verhuisde het gezin al naar Merodestraat 57 waar ze bleven wonen tot ze terecht kwamen in het verzamelkamp van Mechelen.

Gezin Fryling-Rozenes
Chaja Terna Rozenes

In mei 1940 viel nazi-Duitsland België binnen. Het gezin Fryling-Rozenes gehoorzaamde de anti-Joodse wetten van het bezettingsbestuur. In november 1940 schreven ze zich in het gemeentelijk Jodenregister in. Het volledige gezin werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. De meeste opgepakte Joden werden in de Dossinkazerne toegevoegd aan de deportatielijst van transport VIII. De samenstelling van transport VIII dat vertrok op 8 september werd hiermee afgerond. Het gezin Fryling-Rozenes werd ingeschreven, samen met nog 278 overgebleven Joden opgepakt tijdens de razzia in Brussel, op de inschrijvingslijst van transport IX. Transport IX telde in totaal 1000 gedeporteerden.

Transport IX vertrok op 12 september 1942 en stopte in Kosel, ongeveer 100 kilometer voor Auschwitz-Birkenau. Mannen tussen de vijftien en de vijftig jaar oud moesten in Kosel uitstappen en werden dan verdeeld over verschillende dwangarbeiderskampen voor Joden die afhingen van de Organisation Schmelt in Opper-Silezië. Sender Bynem viel binnen de leeftijdscategorie maar we kunnen niet met zekerheid vaststellen of hij uitstapte of niet. Hij overleefde in elk geval de oorlog niet. Chaja Terna en haar kinderen Samuel en Claire reisden verder naar Auschwitz-Birkenau waar ze vermoord werden. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.

Info publicatie:

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen (deel 1), Brussel, 2009.

Dieter Porton