Gezin Goldberg

Mayer Goldberg en zijn vrouw Malka, geboren Goldberg, en hun 24-jarige zoon Bernhard immigreerden in 1929 vanuit Mannheim in Duitsland. Rosa Kardimann immigreerde in 1933 uit Ludwigshafen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 18
Malka en Mayer Goldberg in de jaren ‘30 - Bernhard Goldberg, hun zoon - Rosa Kardimann, hun schoondochter
Mayer Goldberg en zijn vrouw Malka, geboren Goldberg, en hun 24-jarige zoon Bernhard immigreerden in 1929 vanuit Mannheim in Duitsland. Rosa Kardimann immigreerde in 1933 uit Ludwigshafen. In 1939 schenkt zij het leven aan de kleine Raymond Goldberg.
De hele familie woont officieel in de Wasserijstraat in Brussel. Tijdens de grote nachtelijke razzia van 3 september 1942 rond het Zuidstation worden in deze straat zeventien Joden opgepakt. Hun huis ontsnapt aan de waakzaamheid van de Duitsers. Ze worden meer dan twee maanden na deze grootschalige actie samen opgepakt. Op 19 november worden ze geregistreerd op de deportatielijst van transport 18. De kleine Raymond, drie jaar oud, is echter door toedoen van de Jodenvereeniging in België (JVB) overgebracht naar een van haar tehuizen. Grootvader Mayer (66) sterft tijdens zijn internering in de Dossinkazerne. Wegens dementie moet hij naar het Onze-Lieve-Vrouw-Gasthuis worden gebracht, waar zijn overlijden wordt opgetekend op 1 januari 1942. Zijn weduwe, Malka Goldberg (66), zijn zoon, Bernard Goldberg (37) en zijn schoondochter, Rosa Kardimann (34) komen op 15 januari 1943 terecht op transport 18. Ze laten geen verder spoor na in de geschiedenis.
Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram