Hinde Itta Zucker (22/05/1876, Krakau) leefde sinds maart 1939 in Antwerpen. Net als duizenden andere uit Oostenrijk afkomstige Joden, is ze gevlucht voor de harde vervolging van Oostenrijkse Joden na de Anschluss. Bij haar aankomst in België getuigt ze dat ze door de Gestapo werd bedreigd om opgepakt te worden. Haar intentie was om vanuit Antwerpen naar de VS te emigreren. Hinde Itta was op het moment van haar aankomst te België al weduwe, haar man, Simon Panzer was al in 1922 overleden. Toch vluchtte naar België samen met het gezin van haar dochter, Hermine Panzer.
Hinde Itta wordt gearresteerd en op 01/12/1942 overgebracht naar de Dossinkazerne te Mechelen. Op 15/01/1943 wordt ze gedeporteerd met transport XIX met bestemming Auschwitz-Birkenau. Bij haar aankomst is ze zo goed als waarschijnlijk niet geselecteerd voor het werkkamp. In principe koos de SS ter plaatse voor fitte mannen en vrouwen tussen de 15 en 45 jaar oud. Op het tijdstip van haar deportatie was Hinde Itta 66 en overschreed ruim deze grens. Wellicht is ze kort na aankomst vermoord in de gaskamers.
Ook haar dochter Hermine Panzer wordt gedeporteerd, met Transport IX. Ze werd in Antwerpen opgepakt tijdens de derde razzia op Joden. Ze overleeft haar deportatie niet.