Israël Gerschkovitsch

Na gevlucht te zijn van de Eerste Wereldoorlog, wordt de Tweede Wereldoorlog de dood van Israël en zijn moeder.

Israël Gerschkovitsch
Israël Gerschkovitsch

Israël Gerschkovitsch (°12/03/1908 te Antwerpen) woonde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in België, samen met zijn moeder Esther Weinstein (°15/06/1874 te Odessa in Rusland). In 1914 vluchtten moeder en zoon via Nederland naar Londen. Israël verbleef er tot 1924. In december van datzelfde jaar meldde hij zich bij de Vreemdelingendienst in België. Bij zijn inschrijving gaf hij aan dat hij een diamantslijpersleerling is die bij zijn tante en oom woonde in de Korte Kievitstraat in Antwerpen. In 1925 ging hij aan de slag in de diamantsector en vroeg hij een visum voor onbepaalde duur aan. Kort daarna verhuisde hij van bij zijn oom en tante naar de Van der Meijdenstraat in Borgerhout, en daarna naar de Arendstraat in Antwerpen. Op dat laatste adres voegde zijn moeder zich bij hem. In de jaren 1930 verkreeg Israël tenslotte de Belgische nationaliteit.

In mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen en installeerde een anti-Joods beleid. Dit werd gekenmerkt door de verplichte registratie van Joden in het gemeentelijk Jodenregister en het verplichte lidmaatschap van de Jodenvereniging. In december 1940 registreerde Israël zich in het Jodenregister en in maart 1942 schreven hij en zijn moeder zich in bij de Jodenvereniging van Antwerpen. Op dat moment woonden ze in de Van Immerseelstraat. Gedurende de oorlogsjaren was Israël lid van de Belgische Schaakbond, hij speelde in de kring Circle des Echecs d’Anvers.

Israëls moeder Esther werd op 4 december 1942 geïnterneerd in het SS-Sammellager Mecheln, en werd gedeporteerd met transport XIX op 15 januari 1943. Mogelijk werd Israël samen met zijn moeder in de Dossinkazerne opgesloten. De exacte datum van zijn aankomst in de Dossinkazerne is niet bekend. Hij behoorde echter tot een groep van 37 mannelijke gevangenen die op 11 januari 1943 door kampcommandant Philip Schmitt als straf voor ontdekte pakjesfraude vanuit de Dossinkazerne naar Breendonk werd gevoerd. In dat strafkamp werden 12 van hen vermoord. Israël en de overige 24 overlevenden werden uiteindelijk teruggebracht naar Mechelen. Op 5 juni 1943 werd Israël opnieuw in de kazerne ingeschreven, waarna hij op 20 september 1943 met transport XXIIB werd gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zowel Israël als zijn moeder overleefden niet.

Kaatje Langens