Izraël Goldfarb

Izraël Goldfarb werd met transport XXIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij overleefde de oorlog niet.

Izraël Goldfarb
Izraël Goldfarb

Izraël Goldfarb werd geboren op 7 februari 1909 in Aleksandrów (Polen). Hij was de zoon van Majer Chia Goldfarb en Liba Kestenberg. In juni 1929 kwam Izraël in België aan en ging hij wonen op Belgradostraat 29 in Vorst. Een maand later, op 18 juli 1929, verhuisde hij naar Buizingen. Daar woonde hij met zijn twee jaar jongere broer Icek op een braakliggend terrein waar ze onder meer diverse huisdieren grootbrachten. De broers waren beide fabrieksarbeiders. In december van dat jaar trok Izraël naar Halle. Vervolgens verhuisde hij naar Ans, en later naar Brussel en Sint-Gillis.

In juni 1931 kwam Izraëls toekomstige echtgenote, Rywka Rusinck, aan in België. Zij werd geboren op 17 oktober 1902 in Samsonów (Polen). Bij aankomst bleek ze niet in het bezit te zijn van een paspoort of visum dus werd haar opgelegd België binnen de 15 dagen te verlaten. Uiteindelijk kon ze toch een visum krijgen en in België blijven. Rywka was kleermaakster en Izraël werkte als schoenmaker. Het koppel verhuisde ook meermaals. Op 24 februari 1932 beviel Rywka in Brussel van hun eerste kind: Rosa. Twee maanden later, op 26 april 1932, kreeg de jonge moeder een verblijfsvergunning van onbeperkte duur.

Op 5 augustus 1933 trouwden Izraël en Rywka. Het kersverse echtpaar kreeg amper een maand later hun tweede kindje: op 12 september 1933 werd dochtertje Malka geboren. Hun toenmalige adres was Brogniezstraat 105 in Anderlecht. Het gezin Goldfarb-Rusinck verhuisde nadien meerdere keren binnen Brussel.

Op 10 mei 1940, de dag dat Nazi-Duitsland België binnenviel, beviel Rywka in Brussel van jongste dochtertje Esther Goldfarb. Helaas overleed Rywka Rusinck vlak daarna, op 9 september 1940. Het jaar daarop, op 9 oktober 1941, werd Rachel Fajersztajn geboren, erkende dochter van Izraël Goldfarb en Rachela Fajersztajn. Het gezin woonde aanvankelijk op Nancystraat 28, maar Izraëls laatst bekende adres voor zijn arrestatie is Rollebeekstraat 40 in Brussel.

Tijdens de bezetting gehoorzaamde Izraël de anti-Joodse wetten van het bezettingsbestuur. Zo schreef hij zich op 20 december 1940, samen met zijn kinderen Rosa, Malka en Esther, in het Jodenregister van Brussel in. Izraël werd op 27 november 1943 in de Dossinkazerne ingeschreven op de lijst van transport XXIII onder het nummer 546. Transport XXIII vertrok op 15 januari 1944 samen met een speciaal transport voor Roma vanuit de Dossinkazerne in Mechelen richting Auschwitz-Birkenau. Izraël werd vermoord.

Dochters Esther en Rachel overleefden met zekerheid de oorlog, vermoedelijk dochters Malka en Rosa ook.

 

Info publicatie:

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen (deel 1), Brussel, 2009.

Dieter Porton