Jacob Sudwarts

Jacob Sudwarts werd geboren op 9 december 1906 in Izdelcki, gelegen in Polen. Net zoals zijn ouders, Joseph Isaak Sudwarts en Gittel Lizer, broers Menahem en Psachje David en zus Malka, bezat hij de Poolse nationaliteit. Alvorens Jacob naar België trok, verbleef hij nog een tijd in het Poolse Jasliska. Jacobs vader trok al naar België terwijl zijn kinderen nog een tijd in Polen zouden wonen. Op 26 oktober 1926 stuurde Jacobs vader een brief naar de toenmalige Belgische Minister van Tewerkstelling waarin hij toestemming vroeg om zijn zoons Jacob en Menahem, naar België te laten komen. Hij had hen immers nodig om hem bij te staan bij de uitvoering van zijn taak als religieuze functionaris van het Centraal Israëlitisch Consistorie in België en zijn taak als speciale functionaris van de Antwerpse afdeling van de Israëlitische Gemeenschap. Die functiebekledingen tonen dat hij een vooraanstaand lid was van de Joodse religieuze gemeenschap. Hoe die aanvraag werd beantwoord, kunnen we niet achterhalen. Wel is zeker dat Jacob uiteindelijk op 3 december 1928 op 22-jarige leeftijd zou aankomen in België, en dat zonder Belgisch visum.

Eens in België vestigde Jacob zich in Borgerhout, waar hij aanvankelijk het beroep van leraar uitoefende. Hij was bovendien nog ongehuwd. Daarin kwam echter verandering toen hij op 23 mei 1933 in het huwelijk trad met kleermaakster Golda Olech (soms ook Ollech of Oleck). Net zoals Jacob, bezat Golda de Poolse nationaliteit. Ze was vanuit Dobromil in Polen naar België gekomen op 28 januari 1929. Ook zij had  van Borgerhout haar verblijfsplaats gemaakt. Het getrouwde koppel verhuisde een aantal keer  in de jaren 1930, al bleven ze wel in Antwerpen. Zo woonden ze samen achtereenvolgens in de Kroonstraat (nr. 171), de Lamonièrestraat (nr. 57) en de Plantin-Moretuslei (nr. 153). In die jaren 1930, voor de aanvang van de Tweede Wereldoorlog, werden bovendien hun twee kinderen geboren: dochter Lea Frieda Sudwarts, in Borgerhout op 29 maart 1934, en zoon Elimélech alias Marcel Sudwarts, eveneens in Borgerhout geboren op 28 januari 1936.  Verder registreerden Jacob en Golda in die periode een ander beroep, respectievelijk diamantsnijder en huisvrouw.

Op 10 mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen, gevolgd door de bezetting van het volledige Belgische grondgebied. Er volgden 17 anti-Joodse maatregelen. Op 26 november 1940 liet Jacob Sudwarts zich registreren in het Jodenregister van Borgerhout. Dit register toont daarnaast ook dat hij de jodenster kwam afhalen, wat verplicht werd in België met een verordening vanaf juni 1942. Toen het Duitse leger in de zomer van 1942 nood had aan dwangarbeiders voor de bouw van de Atlantikwall in Noord-Frankrijk, werd Jacob opgepakt om te gaan werken aan deze opdracht. Hij en de andere Joodse mannen uit België werden naar werkkampen langs de Franse kust gestuurd. Dwangarbeiders die te ziek geworden waren, werden naar de Dossinkazerne in Mechelen gebracht, om vandaar uit gedeporteerd te worden naar Auschwitz-Birkenau. Dit gebeurde waarschijnlijk met Jacob Sudwarts:  hij en enkele tientallen andere Joodse arbeiders werden op 16 september 1942 ingeschreven op de transportlijst voor transport XI  in de Dossinkazerne. Nadat hij 10 dagen werd vastgehouden in het Mechelse verzamelkamp, werd Jacob op 26 september 1942 gedeporteerd, waarna hij twee dagen later aankwam in Auschwitz-Birkenau. Helaas is de registratie op de transportlijst het laatste spoor van Jacob Sudwarts en weten we niet wat er daarna precies met hem gebeurde. Wat we echter wel met zekerheid kunnen stellen, is dat hij het niet overleefd heeft.

 

Ook Jacobs familie werd vermoord. Jacobs vrouw Golda, zijn dochter Frieda Lea, zijn zoon Elimélech alias Marcel, zijn vader Isaak Joseph, zijn moeder Gittel  en zijn zus Malka kwamen zelfs nog eerder dan Jacob terecht op een transportlijst in de Dossinkazerne. Ze werden allemaal opgepakt tijdens de eerste razzia in Antwerpen die plaatsvond in de nacht van 15 op 16 augustus in 1942 en werden gedeporteerd met transport VI op 18 augustus 1942. Net zoals bij Jacob Sudwarts zijn hun namen op de transportlijst hun laatste tekens van leven.

Emma Wouters
Stagiaire project 'Elke naam telt'