Lotte Sontag

Lotte voegde zich bij het communistische verzet om zo de Wehrmacht te destabiliseren.

Lotte Sontag
Lotte Sontag

Lotte Sontag (°12/11/1920, Wenen) vlucht in augustus 1938 vanuit Oostenrijk naar België. In Wenen werkte ze in een parfumerie, maar Lotte moet vluchten vanwege de toenemende vervolgingen. Zelf werd ze drie weken vastgehouden in de gevangenis, dit door haar politieke ideeën. Lotte is namelijk communiste en was in Wenen lid van de Österreichischen Kommunistischen Jugendverbands (Oostenrijks Communistische Jeugdverbond). Uiteindelijk steekt ze samen met leeftijdsgenoot Hertha Ligeti in augustus 1938 te voet de Belgische grens over ter hoogte van Aken. Lotte kiest België aangezien dit een democratisch land is en het beeld heerst dat politieke vluchtelingen er rechtvaardig behandeld worden. Bij haar aankomst in België ondertekent Lotte een document waarin ze verklaart zich niet met politieke activiteiten bezig te houden. Bovendien verklaart ze zich ook akkoord met het feit dat ze niet mag werken in België zonder de juiste papieren. Gelukkig kan Lotte op materiële steun rekenen van het Joods Comité, zo keert dit comité haar een wekelijkse toelage uit waarvan ze kan leven. Eens in België gaat Lotte samen met Hertha in de Hoogstraat in de Marollen wonen. Vanuit deze locatie hier ze samen met andere jonge vrouwen communistische propaganda. Ook neemt ze deel aan discussies over politieke onderwerpen, zoals onder andere de politieke vluchtelingenkwestie. In augustus 1939 verhuist Lotte, samen met Hertha, naar de Voorspoedstraat in Molenbeek. In februari 1940 blijkt Lottes broer Eli (°14/10/1909, Wenen) ook te verblijven op dit adres.  Eli is net zoals zijn zus communist. In 1941 verblijven Lotte en Hertha enkele maanden in het kasteel van Bekkenvoort alvorens weer terug te verhuizen naar de Voorspoedstraat in Molenbeek.

In mei 1940 valt Nazi-Duitsland België binnen. Lotte voegt zich bij het Österreichisches Freiheitsfront (Oostenrijks Vrijheidsfront) en tracht samen met Hertha Ligeti en Marianne Bradt de Wehrmacht te destabiliseren en antinazipropaganda te verspreiden. De drie jongen vrouwen hielden zich onder andere bezig met het illegaal verspreiden van een clandestien antifascistisch pamflet aan soldaten: Die Wahrheit. De auteur van dit blad is filosoof en journalist Hans Maier, beter bekend als Jean Améry. Op 13 juni wordt Lotte uiteindelijk opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis waarbij ze beschuldigd werd van “het aanwakkeren van defaitisme in het Duitse leger”. Haar vriendinnen worden niet veel later opgepakt. Hertha, Lotte en Marianne worden in de gevangenis van Sint-Gillis door de Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst (Sipo-SD) onderworpen aan gewelddadige ondervragingen. Op 2 november 1943 worden de drie jonge Joodse vrouwen overgebracht naar de Dossinkazerne. Ook hier wordt Lotte omwille van haar verzetsdaden opgesloten in een cel en verder gewelddadig ondervraagd. Uiteindelijk wordt Lotte samen met Hertha en Marianne met transport XXIII op 15 januari 1944 gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Lotte slaagt erin deze vreselijke periode te overleven.

Bron: Laurence Schram, Dossin: de wachtkamer van Auschwitz, Lannoo, 2018, 209-210.

Kaatje Langens