Mala Zimetbaum

Malka Zimetbaum, beter gekend als “Mala la Belge”, ontsnapt uit Auschwitz maar wordt terug opgepakt en geëxecuteerd voor de ogen van andere gedetineerden.

Malka Zimetbaum is een jonge Joodse vrouw van Poolse origine die in Antwerpen woont. Haar vader, Pinkas Zimetbaum en haar broer Salomon trokken in 1926 naar Borgerhout. Chaja Schmelzer, moeder van het gezin, vervoegde hen twee jaar later samen met Malka die op dat moment 10 jaar oud was.

Chaja Schmelzer met haar dochters Malka (links) en Merjem, Brzesko, rond 1926. © ARA-Vreemdelingenpolitie-Brussel

Pinkas werkt als verkoper en is blind, Chaja doet het huishouden. Het zijn vooral Malka en Salomon die zorgen voor hun ouders. Beiden werken in de diamantsector. Malka klust soms ook bij als naaister.

Na de Duitse inval ondergaat de familie Zimetbaum de door de bezetter opgelegde anti-Joodse maatregelen. Een bewijs hiervan is Malka’s inschrijving in het Jodenregister. Ook haar familie laat zich inschrijven. In juli 1941 laten ze een stempel “Jood-Juif” op hun identiteitskaarten zetten, wat aangeduid wordt met een rood kruisje in de marge. Vanaf juni 1942 dragen ze de verplichte Davidster, op hun inschrijving aangegeven door de paarse stempel in de vorm van een ster.

© JMB-Brussel

Malka wordt op 22 juli 1942 tegengehouden wanneer ze van Antwerpen naar Brussel reist. De eerste Joodse razzia in Antwerpen werd georganiseerd door de SS’er Erich Holm, hoofd van de lokale anti-Joodse eenheid samen met enkele Feldgendarmes. Dezelfde dag nog verlaat het gezin Antwerpen en trekt naar Brussel.

© KD — Fonds Mala Zimetbaum
Na de arrestatie van Malka Zimetbaum in Antwerpen redt een buurman dit schaakbord uit haar huis. Dit unieke stuk is te bezichtigen in de collectie van Kazerne Dossin.
Malka brengt 5 dagen door in Breendonk voor men haar naar de Dossinkazerne overbrengt, die op die dag opent. Samen met andere vrouwen die tijdens die razzia werden opgepakt, wordt ze ingeschakeld in de administratie van het verzamelkamp.

© KD – Fonds CNHEJ

Op 27 juli, de dag van de opening van het kamp in Mechelen, stuurt de Vereniging van Belgische Joden een brief door naar de Sipo-SD van Antwerpen om de vrijlating van Malka aan te vragen.
Maar dat mag niet baten. Op 14 september 1942 wordt Malka Zimetbaum, op dat moment 24 jaar jong, ingeschreven op de lijst van Transport X. De dag erna wordt ze gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Daar aangekomen, selecteert de SS van het kamp haar om te werken als vertaalster en koerierster tussen het mannenkamp van Auschwitz en het vrouwenkamp in Birkenau. Ze krijgt daarvoor het administratieve nummer 19 880 toebedeeld.
Dit is het begin van de legende van “Mala la Belge” – een heldhaftige vrouw in een meedogenloze wereld.
Malka gebruikt haar bevoorrechte positie om talloze medegevangenen te helpen en heeft meerderen van een korte reis naar de gaskamers kunnen redden. Ondanks de grote risico’s om gepakt te worden, geeft ze voedsel en berichten door aan medegevangenen.

Deze postkaart werd door Malka Zimetbaum vanuit Birkenau aan haar zus Jochka Hartman geschreven. Bevoorrechte gevangenen mogen met hun familie corresponderen, zolang dit in het Duits gebeurt. Alle boodschappen worden uiteraard gecontroleerd.  © – KD, Fonds Noémie Katz

“Birkenau 25.10.43
Mijn lieve zus
Ongeduldig wacht ik op een bericht van jou, maar zonder resultaat. Waarom schrijf je me niet? Je weet toch dat enkele regels van jullie mij nieuwe levensmoed zouden geven. Giza heeft mij wel verteld dat jullie allemaal, godzijdank, gezond zijn. Dat geldt ook voor mij. In je laatste kaart van juni lijkt het alsof je me niet gelooft als ik zeg dat ik een goede baan heb en dat onze [?] met alle andere Belgen samen zijn. Antwoord alsjeblieft op volgende vragen : Waar zijn onze lieve ouders? Waarom schrijven zij niet? De lieve kinderen, wat doen zij? De gedachte eraan maakt me helemaal gek. Schrijf me alles in detail, ook over Isi en Salma. Maar let wel goed op. Je moet gezond blijven. Met vele groeten en kussen, hopend op een snel antwoord. Van jullie Mala”

Malka begint in het kamp een relatie met een Pools politiek gevangene, Edward Galiński, ook Edek genoemd. Edek werkte voor het Poolse leger en streed tegen de nazi’s. Hij werd gearresteerd en met 728 andere politieke gevangenen gedeporteerd naar Auschwitz op 14 juni 1940. Hij werd ingeschreven onder het nummer 531.

 

Edek Galiński. © Państwowe Muzeum Auschwitz-Birkenau w Oświęcimiu

Edek en Malka kunnen ontsnappen uit het kamp op 24 juni 1944, maar worden op 6 juli gearresteerd te Bielsko, dichtbij de Tsjechoslovaakse grens. De volgende dag worden ze naar Auschwitz teruggebracht.

Telegram van de Geheime Staatspolizei — Staatspolizeistelle Litzmannstadt aan KL Auschwitz betreffende de arrestatie van Edek Galiński en Malka Zimetbaum, 27 juli 1944. © Państwowe Muzeum Auschwitz-Birkenau w Oświęcimiu

Terug in Auschwitz worden de beiden opgesloten in Block 11. Ze worden lang ondervraagd en gemarteld, voor ze worden opgeknoopt. Hun executie vindt plaats op 15 september 1944 op de appelplaats van Birkenau, voor het oog van de andere gevangenen. Hun executie dient als een ontrading voor anderen die plannen hebben om proberen te ontsnappen.
“Mala la Belge” wordt een symbool voor verzet. Over haar dood bestaan meerdere versies: ze zou haar aders hebben opengesneden en/of een SS met een bebloede hand geslagen hebben; ze zou “leve Polen!” geroepen hebben. De werkelijkheid is wellicht veel minder heroïsch:  na alle ontbering en mishandeling was ze nog maar amper in staat om rechtop te staan en werd ze in een kruiwagen naar de galg gebracht.

Malka Zimetbaum is een van de 1022 gedeporteerden op Transport X die vermoord werd. Slechts 25 van deze groep overleefden de deportatie.