Malka Zimetbaum

Malka Zimetbaum, beter gekend als “Mala la Belge”, ontsnapt uit Auschwitz maar wordt terug opgepakt en geëxecuteerd voor de ogen van andere gedetineerden.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 september 1942 met transport 10
Malka Zimetbaum

Malka Zimetbaum is een jonge Joodse vrouw van Poolse origine die in Antwerpen woont. Haar vader, Pinkas Zimetbaum en haar broer Salomon trokken in 1926 naar Borgerhout. Chaja Schmelzer, moeder van het gezin, vervoegde hen twee jaar later samen met Malka die op dat moment 10 jaar oud was.

Pinkas werkt als verkoper en is blind, Chaja doet het huishouden. Het zijn vooral Malka en Salomon die zorgen voor hun ouders. Beiden werken in de diamantsector. Malka klust soms ook bij als naaister.

Na de Duitse inval ondergaat de familie Zimetbaum de door de bezetter opgelegde anti-Joodse maatregelen. Een bewijs hiervan is Malka’s inschrijving in het Jodenregister. Ook haar familie laat zich inschrijven. In juli 1941 laten ze een stempel “Jood-Juif” op hun identiteitskaarten zetten, wat aangeduid wordt met een rood kruisje in de marge. Vanaf juni 1942 dragen ze de verplichte Davidster, op hun inschrijving aangegeven door de paarse stempel in de vorm van een ster.

Malka wordt op 22 juli 1942 tegengehouden wanneer ze van Antwerpen naar Brussel reist. De eerste Joodse razzia in Antwerpen werd georganiseerd door de SS’er Erich Holm, hoofd van de lokale anti-Joodse eenheid samen met enkele Feldgendarmes. Dezelfde dag nog verlaat het gezin Antwerpen en trekt naar Brussel.

Op 27 juli, de dag van de opening van het kamp in Mechelen, stuurt de Vereniging van Belgische Joden een brief door naar de Sipo-SD van Antwerpen om de vrijlating van Malka aan te vragen.
Maar dat mag niet baten. Op 14 september 1942 wordt Malka Zimetbaum, op dat moment 24 jaar jong, ingeschreven op de lijst van Transport X. De dag erna wordt ze gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Daar aangekomen, selecteert de SS van het kamp haar om te werken als vertaalster en koerierster tussen het mannenkamp van Auschwitz en het vrouwenkamp in Birkenau. Ze krijgt daarvoor het administratieve nummer 19 880 toebedeeld.
Dit is het begin van de legende van “Mala la Belge” – een heldhaftige vrouw in een meedogenloze wereld.
Malka gebruikt haar bevoorrechte positie om talloze medegevangenen te helpen en heeft meerderen van een korte reis naar de gaskamers kunnen redden. Ondanks de grote risico’s om gepakt te worden, geeft ze voedsel en berichten door aan medegevangenen.

Malka begint in het kamp een relatie met een Pools politiek gevangene, Edward Galiński, ook Edek genoemd. Edek werkte voor het Poolse leger en streed tegen de nazi’s. Hij werd gearresteerd en met 728 andere politieke gevangenen gedeporteerd naar Auschwitz op 14 juni 1940. Hij werd ingeschreven onder het nummer 531.

Edek en Malka kunnen ontsnappen uit het kamp op 24 juni 1944, maar worden op 6 juli gearresteerd te Bielitz, dichtbij de Tsjechoslovaakse grens. De volgende dag worden ze naar Auschwitz teruggebracht.

Terug in Auschwitz worden de beiden opgesloten in Block 11. Ze worden lang ondervraagd en gemarteld, voor ze worden opgeknoopt. Hun executie vindt plaats op 15 september 1944 op de appelplaats van Birkenau, voor het oog van de andere gevangenen. Hun executie dient als een ontrading voor anderen die plannen hebben om proberen te ontsnappen.
“Mala la Belge” wordt een symbool voor verzet. Over haar dood bestaan meerdere versies: ze zou haar aders hebben opengesneden en/of een SS met een bebloede hand geslagen hebben; ze zou “leve Polen!” geroepen hebben. De werkelijkheid is wellicht veel minder heroïsch:  na alle ontbering en mishandeling was ze nog maar amper in staat om rechtop te staan en werd ze in een kruiwagen naar de galg gebracht.

Malka Zimetbaum is een van de 1022 gedeporteerden op Transport X die vermoord werd. Slechts 25 van deze groep overleefden de deportatie.

Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram