Max Gutman

Via contact met een nabestaande van Max Gutman kwamen wij op het spoor van zijn bijzondere verhaal. Max Gutman maakte deel uit van een groep van 37 gevangenen uit Breendonk die overgebracht werden naar de SS-Sammellager Kazerne Dossin als compensatie voor de 37 mannen die de reis in omgekeerde richting maakten in januari 1943. Aan de hand van onze archieven en documenten die de familie ons bezorgde, konden we het traject van Max Gutman reconstrueren.

Max Gutman in 1934, ten tijde van zijn huwelijk met Gabrielle Begon Bron: ARA-Vreemdelingenpolitie-Brusse

Max Gutman werd geboren op 1 januari 1905 in Ekaterinoslaw, het huidige Dnipro in Oekraïne. Samen met zijn ouders vluchtte hij enkele jaren later. Zijn vader, Elia, kwam in Frankrijk terecht. Max, zijn zus Suzanne en hun moeder Jaffe Rebecca kwamen na omzwervingen langs Parijs in België aan in 1920. Hier aangekomen verhuisden zij verschillende keren. Uiteindelijk trouwde Max in 1934 in Namen met Gabrielle Begon, een Belgische vrouw die enkele jaren jonger was dan hem.

In 1936 en 1937 werd Max twee maal veroordeeld, respectievelijk voor onvrijwillige slagen en verwondingen en een verkeersinbreuk, telkens met een boete tot gevolg. Het was echter pas in 1941 dat zijn aanvaringen met de politie een zware impact kregen. In dit jaar vond er een auto-ongeval plaats waarbij de auto van Max, op dat moment taxi chauffeur, en de auto van een Duitse officier betrokken waren. Zijn werkgever zou tien jaar later getuigen dat hij vermoedde dat Max zo op de radar van de Duitse autoriteiten kwam. Door zijn Russische nationaliteit zouden zij hem verdacht hebben van “subversieve activiteiten”. Of Max inderdaad politiek actief was, is onduidelijk en ook zijn toenmalige werkgever gaf aan hieraan te twijfelen. Toch werd Max enkele dagen na het ongeval gearresteerd door de Gestapo.

Via Charleroi kwam Max in de citadel van Huy terecht, waar hij gevangen zat van 21 augustus 1941 tot 19 juni 1942. Op dat moment werd hij overgebracht naar het kamp van Breendonk. Van hieruit werd hij op 15 januari 1943 naar de SS-Sammellager Dossin getransporteerd, in het kader van de Affaire Jacoby. In deze zaak werden 37 mannen vanuit Dossin naar Breendonk verplaatst als bestraffing voor fraude met postpakketten in de kazerne. Deze zaak, en de folteringen die de verdachten ondergingen, worden uitvoerig beschreven in het relaas van Jos Hakker, één van de andere gedeporteerden. Om deze daling in de populatie te compenseren werden Max Gutman en 36 andere gevangenen aan Dossin overgedragen en daar bij aankomst ingeschreven op de lijst van Transport XIX. Max Gutman kreeg nummer 594.

Transport XIX verliet Mechelen op 15 januari richting Auschwitz en kwam daar drie dagen later aan, op 18 januari 1943. Daar zou Max Gutman omkomen in de gaskamers, net als meer dan duizend andere Joden van dit transport. Van de 37 gevangenen uit Breendonk zou maar 1 persoon de deportatie overleven.

Anke De Cock
Masterstudente Geschiedenis aan de KU Leuven en stagiaire bij de Kazerne Dossin.