Max Lanes

Max Lanes verbleef kort in de Dossinkazerne, maar werd overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis.Hij is van daaruit gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hierdoor verschijnt zijn naam niet op de transportlijsten. Zijn broers Arthur en Gustav werden wel gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne.

Max Lanes
Max Lanes ©Algemeen Rijksarchief

 

Op 25/11/1938 komt de familie Lanes aan in Brussel: Max (31 jaar), zijn echtgenote Hermine (37 jaar) en hun zoon Peter (3 jaar). Zoals honderden andere Joodse Oostenrijkers proberen ze Wenen te ontvluchten voor de vervolgingen van Joden door de nazi’s na de Anschluss. Maar het leven in Brussel is hard en in juli 1939 sterft zoon Peter. Een jaar later, op 15/08/1940, wordt Harry geboren in Brussel.

 

Op 22/07/1943, wordt Max aangehouden nabij het Noordstation in Brussel, niet zo ver van zijn woonst in de Groenstraat in Sint-Joost-ten-Node. Twee dagen later (op 24/07/1943) wordt Max geregistreerd in het SS-verzamelkamp gelegen in de Dossinkazerne te Mechelen onder het nummer “E75” met de vermelding “Mischehe”. Zijn echtgenote is niet-Joodse en wellicht werd Max overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis (Brussel) op 10/08/1943 omwille van zijn gemengde huwelijk.

 

Max Lanes
Max en echtgenote Hermine ©Algemeen Rijksarchief

 

 

 

Op een onbekende datum in 1943 verlaat Hermine met de kleine Harry Brussel en trekt opnieuw naar Wenen. Tussen 01/10/1943 en 03/12/1943 wordt Max vanuit de gevangenis van Sint-Gillis gedeporteerd. Volgens zijn eigen getuigenis verloopt zijn traject langs Aken, Keulen, Kassel, Frankfurt en Breslau (Wroclaw) vooraleer hij  aankomt in Auschwitz-Birkenau. 

 

Max Lanes
Gustav en Arthur ©Algemeen Rijksarchief

 

 

Het traject van Max is opmerkelijk want de meeste raciale deportaties vanuit België verliepen vanuit het verzamelkamp in de Dossinkazerne te Mechelen. De reden waarom Max niet naar Mechelen werd teruggebracht, is niet volledig duidelijk. Zijn twee broers, Arthur en Gustav, worden beiden vanuit de Dossinkazerne gedeporteerd: Arthur met Transport XXIII en Gustav met Transport XXIV. Het gemengde huwelijk (Mischehe) van Max met een niet-Joodse vrouw kan dit verklaren. Maar er is ook de mogelijkheid dat hij werd aangehouden als weerstander. Op zijn repatriëringskaart staat dat hij wegens politieke redenen werd gedeporteerd op 15/12/1943 richting Auschwitz. Ondanks zijn atypische traject belandt Max net als zijn twee broers in Auschwitz-Birkenau.

Max Lanes
©Algemeen Rijksarchief

 

 

Eenmaal aangekomen in Auschwitz-Birkenau wordt Max geselecteerd om dwangarbeid te verrichten in het concentratiekamp. Hij krijgt het nummer 171377 op zijn voorarm getatoeëerd. Op 18/01/1945 verlaat hij Auschwitz om naar Gross-Rosen te gaan. Het is zijn eerste Dodenmars en helaas niet zijn laatste. Kort nadien vertrekt hij naar Dachau, waar hij bij zijn aankomst het nummer 139320 draagt, wat er op wijst dat hij er op 28/01/1945 toekwam. Hij wordt er tewerkgesteld in het Kommando Muhldorf.

De evacuatietrein waarin Max zich bevindt, wordt bevrijdt door het Amerikaanse leger. Bij zijn terugkeer is de gezondheid van Max ver van goed, zijn repatriëringskaart vermeldt dat hij tyfus heeft gehad. Hij moet meerdere weken herstellen vooraleer hij gerepatrieerd kan worden. Enkele maanden later wordt Max naar België gerepatrieerd via Dombin, Parijs-Courbevoie en Annemasse. Op 25/06/1945 is hij opnieuw in het land.

Geschreven door Gunter Vandeplas