Michal Schechter wordt op 5 oktober 1891 geboren in Kolomea, Polen (vandaag Kolomyya, Oekraïene) als de zoon van de religieus gehuwde Srul Bleicher en Ruchel Schechter. Op onbekende datum verhuist Michal – die ongehuwd en kinderloos zal blijven – samen met zijn moeder Ruchel naar Wenen, waar Michal een restaurant opstart. Zijn laatst bekende adres in Wenen is Vereinsgasse 38/17. Wanneer Michal Oostenrijk ontvlucht, blijft zijn moeder Ruchel daar achter.
Op 8 januari 1939 meldt Michal zich als politiek vluchteling aan in Antwerpen. Twee dagen eerder is hij ter hoogte van de Duitse stad Aken in het holst van de nacht via de verlaten velden te voet illegaal de Duits-Belgische grens overgestoken. Hij verklaart in het Duits, de enige taal die hij machtig is: “Ik ben vervolgd en ik ben opgesloten door de Gestapo. Ik ben moeten vluchten om niet in een concentratiekamp te belanden.” Bij zijn aanmelding geeft Michal ook aan dat hij slechts tijdelijk in ons land wil blijven. Hij hoopt de nodige papieren te bemachtigen om naar de Verenigde Staten te emigreren. In afwachting van een beslissing van de Belgische overheid huurt Michal woonruimte op Grote Beerstraat 11 in Antwerpen. Aangezien hij in België niet mag werken, leeft hij van de steun van familieleden. Zo stuurt Michals broer David Bleicher vanuit Praag geld naar Antwerpen.
Ondertussen onderzoekt de Belgische overheid Michals aanvraag tot een tijdelijke verblijfsvergunning. Wanneer uit dat onderzoek blijkt dat Michal niet stateloos is, zoals verklaard bij aankomst in België, maar de Poolse nationaliteit bezit, krijgt Michal het bevel om België voor 30 juni 1939 te verlaten. Polen is op dat moment immers geen deel van Groot-Duitsland en, volgens de Belgische overheid, is er geen enkele belemmering voor Michal om naar Polen te vertrekken. Echter, Michal vraagt bij het Poolse consulaat in België een attest van verlies van nationaliteit aan, waarmee hij de Belgische staat wil bewijzen dat hij effectief stateloos is zodat hij in België kan blijven. Dat attest moet aangeleverd worden door de Poolse autoriteiten in Warschau, en laat op zich wachten. Ondertussen kan Michal geen kant op. Het enige identiteitsdocument dat hij nog bezit, is zijn erkenningskaart uit het Oostenrijkse Wenen, maar daarheen wil hij zeker niet terug. Door alle vertraging langs Poolse kant wordt Michals verblijf in België officieel verlengd tot 31 juli 1939 en vervolgens tot 10 september 1939.
Op 24 augustus 1939 wordt Michal Schechter in de Antwerpse Lange Kievitstraat staande gehouden door agenten Ludovicus Hubers en Cyriel Buyl. De mannen zijn in burger op ronde en vragen Michal naar zijn papieren. Die kan hij niet voorleggen, waarop Michal ter plekke wordt aangehouden. Nog diezelfde dag belandt hij in de gevangenis in de Begijnenstraat. Daar wordt een persoonsbeschrijving van hem opgemaakt: Michal is 1,72 meter lang, heeft grijs haar en is glad geschoren, met een breed voorhoofd, blauwe ogen, een langwerpige neus, en een brede mond boven een ronde kin. Michal heeft ook een gezonde gelaatskleur en geen tatoeages. Bij zijn opsluiting in de gevangenis verklaart Michal ten slotte dat hij niet meer naar de Verenigde Staten wil, maar zich graag in Palestina wil vestigen. De gevangenisbeambte noteert: “Wenen ontvlucht wegens Jood-zijn”.
Op 30 augustus 1939 wordt Michal uit de gevangenis van Antwerpen vrijgelaten, onder de voorwaarde dat hij België binnen 48 uur verlaat. Hij begeeft zich naar zijn huurwoning in de Grote Beerstraat, met de belofte dat hij binnen twee dagen zal vertrekken. Op 31 augustus 1939 ontvangt Michal echter het bericht van het Poolse consulaat dat ze hem geen Pools paspoort kunnen uitreiken. Er zijn te weinig documenten die zijn Poolse nationaliteit aantonen. Op 1 september brengt Michal de brief van het Poolse consulaat binnen bij de vreemdelingenpolitie. Dezelfde dag valt nazi-Duitsland Polen binnen. Vanwege die oorlogsomstandigheden worden heel wat verblijfsaanvragen midden september 1939 bevroren. Ook die van Michal Schechter. Hij mag voorlopig in België blijven.
Hoe Michal Schechter de inval in België op 10 mei 1940 beleeft, weten we niet. Hij ontsnapt in elk geval aan de massale arrestatie van recent aangekomen immigranten en vluchtelingen door de Belgische overheid tijdens de eerste dagen van de oorlog en aan de deportatie van die (voornamelijk) mannen – de zogenaamde ‘verdachten van mei 1940’ – naar interneringskampen in Zuid-Frankrijk. Vermoedelijk vlucht Michal op eigen houtje naar Frankrijk. Op 11 juni 1940 wordt hij immers opnieuw in Antwerpen ingeschreven, dit keer op Korte van Ruusbroecstraat 37. Op 4 juli verhuist hij weer. Zijn nieuwe adres is Oostenstraat 15. Michal ontvangt vanaf juni 1940 ook een uitkering van het CVOO, vandaag het CVOO, waarvan hij moet rondkomen.
Tijdens de bezetting wordt Michal onderworpen aan de anti-Joodse verordeningen. Hij wordt op 19 december 1940 ingeschreven in het gemeentelijk Jodenregister van Antwerpen. Vanaf de zomer van 1941 staat de stempel ‘Jood-Juif’ op zijn vreemdelingenidentiteitskaart. Maar ook de Belgische administratieve molen blijft draaien. Elke zes maanden moet Michal zijn verblijfsvergunning verlengen. Vanaf 30 september 1941 woont Michal op Provinciestraat 238, en vanaf 10 november 1941 enkele huizen verderop op Provinciestraat 249. Op 13 maart 1942 wordt Michal ingeschreven als lid van de Vereniging van Joden in België, in andere landen vaak de Joodse Raad genoemd. Op Michals lidmaatschapsformulier wordt genoteerd: “vrijgesteld (ziekelijk)”. Met andere woorden, Michal kan het lidgeld niet betalen en verkeerd niet in goede gezondheid. Vanaf juni 1942 draagt Michal de gele jodenster links op de borst.
In de nacht van 28 op 29 augustus 1942 vindt in Antwerpen een tweede grote razzia plaats. Joodse mannen, vrouwen en kinderen worden geviseerd. Ook Michal wordt die nacht meegenomen, vermoedelijk uit zijn huurwoning in de Provinciestraat. Op 29 augustus 1942 wordt hij in het SS-Sammellager Mecheln, de Dossinkazerne in Mechelen, als persoon 674 ingeschreven op de deportatielijst van transport VII. Dit transport verlaat Mechelen op 1 september 1942 en komt op 3 september 1942 aan bij het concentratiekamp en vernietigingscentrum Auschwitz-Birkenau. Enkele uren daarvoor stopte de trein al in station Kosel. Op die plek zijn de arbeidskrachtige mannen uit het transport gehaald, en vervolgens naar werkkampen (Kommandos) rondom Auschwitz gestuurd. Er zijn geen documenten die bewijzen dat Michal in Kosel de trein heeft verlaten en nog gewerkt heeft voordat hij stierf, maar een groot deel van het archief van Auschwitz-Birkenau is vernietigd. Aangezien Michal ziekelijk was, is het waarschijnlijk dat hij op 3 september 1942 vanuit Kosel verder is meegevoerd naar de gaskamers van Birkenau waar hij later die dag is vermoord.
Op 27 oktober 1960 wordt Michal Schechter officieel overleden verklaard door de Rechtbank van Eerste Aanleg in Antwerpen. Het lot van zijn moeder is ons onbekend.