Rosa ook gekend als (20/01/1885, Zamoszek) volgde in februari 1940 haar man, Moses Kopel (15/08/1882, Dombrowa), naar Antwerpen. Moses was op 18/09/1939 naar Antwerpen gereisd vanuit Wenen De vervolging van Joden door de nazi’s in het recent geannexeerde Oostenrijk dwong het gezin om weg te vluchten. België was niet de eindbestemming, dat was het Verenigd Koninkrijk, maar dat werd bemoeilijkt door de oorlog die begin september 1939 was uitgebroken. Op 10 mei 1940 viel Duitsland België binnen en werd Moses overgebracht naar detentiekampen in het zuiden van Frankrijk. De Belgische overheid arresteerde vele honderden Duitsers, maar ook sympathisanten van de Nieuwe Orde. Onder hen bevonden zich vele Duitse en Oostenrijkse Joden zoals Moses Kopel. Reisla bleef alleen achter in Antwerpen.
Op 5 juni 1943 werd Reisla overgebracht naar de Dossin kazerne te Mechelen. Daar verbleef ze tot 31 juli 1943 toen ze gedeporteerd werd met het XXIste transport. Op 2 augustus 1943 kwam haar trein aan in Auschwitz-Birkenau. Verdere sporen van Reisla hebben we niet. Het is onwaarschijnlijk dat zij werd toegelaten tot het werkkamp van Auschwitz. De SS ter plaatse selecteerden hiervoor fitte mannen en vrouwen tussen 15 en 45 jaar oud. Reisla was 58 jaar oud op het moment van haar deportatie. Moses Kopel werd ook gedeporteerd, zij het vanuit Frankrijk. Hij werd op 4 maart 1943 gedeporteerd naar Majdanek, een vernietigingscentrum in Polen. Ook Moses overleefde zijn deportatie niet.