Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg

Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg werden vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en werden daar vermoord. Hun beide kinderen overleefden de oorlog.

Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg
Zelik Sztuden

Zelik Sztuden werd geboren in Warschau, de hoofdstad van Polen, op 15 oktober 1915. Hij bleef niet wonen op het Europese continent en verhuisde, vermoedelijk met zijn ouders, naar Pichincha in Buenos Aires (Argentinië). Op twaalfjarige leeftijd vaardigde de Poolse ambassade in Buenos Aires een paspoort uit zodat Zelik naar België kon komen om te gaan wonen bij zijn oom Gaston Kowalski. Op 15 oktober 1927 kwam Zelik toe in België en ging in Anderlecht wonen. De Poolse handschoenmaker verbleef nooit lang op hetzelfde adres. Zo verhuisde hij meermaals binnen Anderlecht en trok hij ook naar Vorst en Sint-Gillis.

Ondertussen leerde Zelik Rosalie Luxberg kennen die geboren werd in Anderlecht op 10 november 1916. Rosalie woonde reeds in Sint-Gillis in de Montenegrostraat 55 maar ging in 1937 met Zelik samenwonen in de Théodore Verhaegenstraat 87. Een jaar eerder, op 3 september 1936, kregen ze samen een dochter: Fanny. Vijf jaar lang bestond het gezin uit vader, moeder en dochter tot Rosalie op 1 juni 1942 werd opgenomen in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel. Twee dagen later beviel ze van een zoon: Simon.

Door haar huwelijk met Zelik verloor Rosalie haar Belgische nationaliteit en werd ze Poolse. Hierdoor werd ze kwetsbaar voor arrestatie en deportatie. Zelik Sztuden werd als eerste van het gezin, onder het nummer 141 op transport IV, vanuit de Dossinkazerne op transport gezet richting Auschwitz. Het konvooi dat vertrok op 18 augustus 1942 werd voornamelijk gevuld met personen die opgepakt werden bij de eerste grote razzia in Antwerpen in de nacht van 15 op 16 augustus 1942, waarmee de massale deportatie van kinderen werd ingeluid. Daarnaast waren er 124 opgeroepenen. Zelik woonde echter in Brussel. Hij was één van de 172 slachtoffers van een gerichte arrestatie die transport IV vervolledigde. 824 van de 999 gedeporteerden van transport IV werden meteen bij aankomst vergast: het onmiddellijke vernietigingspercentage is het hoogste van alle transporten uit Mechelen. Zelik werd vermoord, net zoals iedereen van transport IV, de enige trein uit Mechelen zonder overlevenden.

Na een jaar lang onder te duiken werd ook Rosalie opgepakt en op 20 september 1943 met transport XXIIA weggevoerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Deze ‘A’ stond voor het Duitse Ausländisch (buitenlands). Net zoals de vorige 21 transporten omvatte het transport buitenlandse Joden. Samen met transport XXIIB, het transport waarop Joden met de Belgische identiteit zaten, ging transport XXIIA richting Auschwitz, waar het spoor van Rosalie eindigt. Haar beide kinderen overleefden de oorlog.

 

Info publicatie:

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen (deel 1), Brussel, 2009.

Dieter Porton