Calixte Vandevelde

Enkele weken na de bevrijding van de Dossinkazerne wordt Calixte Vandevelde naar het voormalige SS-verzamelkamp gestuurd. Hij werkt voor de Regie voor Telefonie en Telegrafie (RTT) en moet de communicatielijnen in het dan lege gebouw herstellen. De site zal tot april 1946 immers dienstdoen als gevangenis voor (vermeende) collaborateurs. Calixte ontdekt in de Dossinkazerne heel wat achtergelaten voorwerpen en beslist deze te redden van de vergetelheid. Hij houdt ze decennialang veilig. In 2023 geeft kleinzoon Jo Peeters de collectie Vandevelde in bewaring bij Kazerne Dossin. Vier van de objecten uit de verzameling worden vanaf 26 oktober voor het eerst sinds de oorlog getoond aan het grote publiek.

Op 3 september 1944 wordt Mechelen bevrijd door het Britse leger. De Belgische overheid besluit vervolgens om de Dossinkazerne om te vormen tot een gevangenis voor personen die verdacht worden van collaboratie. Eind september 1944 stuurt de Regie voor Telefonie en Telegrafie (RTT) Calixte Vandevelde naar de Dossinkazerne om er de telefoon- en telegraaflijnen te herstellen zodat de gevangenis in gebruik kan worden genomen.

Calixte is niet willekeurig gekozen. Hij is namelijk al eerder in de kazerne geweest en kent het gebouw. 

Calixte Vandevelde is in 1922 geboren in Hoeleden, in een groot landbouwersgezin met elf kinderen. In april 1941 sluit hij zich aan bij het verzet. Als lid van de Nationale Koninklijke Beweging (NKB) – Mouvement national royaliste (MNR) verbrandt hij koolzaadvelden en vervoert hij clandestiene kranten en pamfletten. In september 1942 wordt Calixtes broer Emile aangeworven als lasser bij de RTT en ook Calixte krijgt er een job. Eenmaal in dienst wordt Calixte meteen opgeëist door Dienst 875, die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de Duitse telefoon- en telexlijnen. Calixte kan daarom verschillende gebouwen binnengaan waar Duitse organisaties en diensten zijn gehuisvest. 

 

In mei 1943 wordt Calixte vanwege zijn verzetsdaden gearresteerd, samen met zijn kameraden Jozef Denruyter en Georges Lambrechts. Het drietal wordt overgebracht naar de Nebenstelle (het SS-hoofdkwartier) in Tienen, dat onder toezicht staat van Robert Verbelen. Onderweg naar de gevangenis in Leuven kan Calixte uit de vrachtwagen springen, samen met Rene Cauwberghs. Zijn vrienden Jozef en Georges slagen daar niet in en worden later geëxecuteerd. Calixte duikt onder in Heibos, Ransberg, waar hij blijft tot de bevrijding. 

Meteen daarna treedt Calixte weer in dienst bij de RTT, die op zoek is naar personeel om de communicatielijnen te herstellen. Calixte en zijn broer Emile worden naar dezelfde gebouwen gestuurd die vroeger Duitse diensten huisvestten. Ze kennen de systemen daar goed door hun eerdere werk voor Dienst 875. De broers Vandevelde worden ook naar het voormalige SS-Sammellager Mecheln gestuurd, de Dossinkazerne. Bij aankomst treffen ze een leeg gebouw. Gaandeweg ontdekken ze echter overblijfselen van het leven in het kamp: schoenen gemaakt in het leeratelier, een scherm waarachter arrestanten werden gevisiteerd, persoonlijke eigendommen van gedeporteerden… Calixte weet enkele tientallen objecten te redden van de vernietiging. Gedurende decennia geeft hij ze een veilig onderkomen, voordat een groot gedeelte wordt toevertrouwd aan zijn kleinzoon Jo Peeters. Calixte overlijdt in 2013. 

 

Calixte en zijn vrouw rond 2010

Jo Peeters is vandaag curator van het Huis van het Belgisch-Franse verzet in Tielt-Winge waar hij het verhaal van de weerstand in België met veel passie belicht. In 2023 gaf hij de objecten die zijn grootvader uit de Dossinkazerne kon redden in bewaring bij Kazerne Dossin. Van 26 oktober 2023 tot 26 februari 2024 zijn in het museum vier voorwerpen uit de verzameling Vandevelde te bekijken die gelinkt kunnen worden aan het verhaal van de Joodse gedeporteerden Annie Buchbaum, Hana Tannenbaum, Jaak Brandon en Leon Brener. Dankzij de toewijding van Calixte en Jo kunnen nu voor het eerst deze unieke voorwerpen worden getoond.