Gezin Goldsteinas-Vistinezki

Mendelis Goldsteinas en Hinda Vistinezki, Litouwse Joden, immigreerden respectievelijk in 1924 en 1925 naar België. Ze wonen in Vorst. Hij is doctor in de scheikunde en zij kantoorbediende. Ze worden in februari 1943 samen aangehouden en de 19e afgeleverd in de Dossinkazerne. Ze worden gedeporteerd met transport 20. Ze komen in het midden van het konvooi terecht, in de buurt van de vijftiende wagon. Tussen Boortmeerbeek en Wespelaar, op 13 kilometer van Mechelen, laten Youra Livschitz en zijn twee metgezellen Robert Maistriau en Jean Franklemon de trein stoppen. Ze slagen erin die wagon open te krijgen en zeventien gedeporteerden onder de kogels van de bewakers te bevrijden. Elk met een biljet van 50 Belgische frank op zak bereiken Mendelis Goldsteinas (41) en Hinda Vistinezki (37) opnieuw Brussel, waar ze onderduiken. De Duitsers krijgen hen niet meer te pakken.