Gezin Lachman

David Lachman, een Poolse Jood, immigreerde in 1929 op zesjarige leeftijd samen met zijn ouders, zijn vader, Berck, zijn moeder, Garna Kozak, en Michal Icchok, de jongste, die toen drie was.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 mei 1944 met transport 25
David Lachman in 1949 | Berck Lachman, ca. 1929 | Michal Icchok Lachman, ca. 1940
David Lachman, een Poolse Jood, immigreerde in 1929 op zesjarige leeftijd samen met zijn ouders, zijn vader, Berck, zijn moeder, Garna Kozak, en Michal Icchok, de jongste, die toen drie was. Het gezin woont in Anderlecht waar de vader het beroep van kleermaker uitoefent. De jonge David, leerling-kleermaker, vecht al vanaf 1938 in de Geünifieerde Socialistische Jonge Wacht tegen extreemrechtse milities.
In 1942 wordt hij ingedeeld bij het Brusselse Korps van de Partizanen in oprichting. Samen met andere leden, oud-strijders van de oorlog in Spanje, neemt hij op 16 april deel aan de bomaanslag tegen een bijeenkomst van Vlaamse SS’ers in restaurant Le Cygne op de Grote Markt van Brussel. Zijn ervaring leidt er toe dat hij weldra met de opleiding van nieuwe rekruten wordt belast.
Hij wordt naar Waals-Brabant gestuurd om de leiding te nemen over een groep Partizanen. Deze groep wordt op 31 maart 1943 uiteengeslagen. Terug in de hoofdstad neemt hij op 4 april deel aan de bewogen expeditie van de Brusselse Partizanen tegen het hospitaal van Tienen waar acht gewonden uit transport 20 bewaakt worden. Helaas, zes gewonde vluchtelingen komen in een auto terecht die bestuurd wordt door een huurling van de Duitse politiediensten. Zij worden afgeleverd … in de Dossinkazerne.
Transport 20 deporteert op 19 april 1943 Berck en Michal Icchok Lachman, de vader en broer van David, die op 14 april aangehouden werden. Bij aankomst in Auschwitz-Birkenau op 22 april selecteert de SS de zestienjarige voor slavenarbeid met nummer 117604. De jongen overleeft de gevangenschap niet. Vader Berck, hoewel al 53 jaar oud, wordt eveneens geselecteerd en krijgt het nummer 117605. Van Auschwitz stuurt men hem naar het Kommando van Monowitz, daarna naar dat van Jawisowitz. Hij loopt de dodenmars van januari 1945 naar Buchenwald waar hij in het Kommando Dora werkt. Vandaar gaat het naar Dachau waar men hem op 29 april bevrijdt. Wegens langdurige hospitalisering komt hij pas op 14 juni terug in België.
Intussen strijdt David verder in de rangen van de Partizanen. Hij wordt in Brussel aangehouden op 18 april en komt op 21 april in de Dossinkazerne terecht. Met een groep medegevangenen werkt hij een tijd in het SS-opleidingskamp in Schoten, een tiental kilometer van Antwerpen. Transport 25 van 19 mei 1944 brengt hem naar Birkenau waar hij het nummer 2 701 krijgt. Hij ontmoet er zijn vader. David blijft in het hoofdkamp tot de dodenmarsen van januari 1945 die hem tot in Mauthausen brengen. In het Kommando van Ebensee neemt hij op 5 mei deel aan de opstand van de uitgemergelde gevangenen die weigeren op het ochtendappel te verschijnen en die de SS-bewakers op de vlucht jagen, daags voor de aankomst van de Amerikanen. David Lachman keert op 25 mei terug in België.
Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram