De broers Bibrowski

Het verhaal van de gebroeders Bibrowski. Natan en David werden gedeporteerd. Szyje-Herz kon uit de handen van de nazi’s blijven en overleefde.

Szyje-Herz (als Henri uitgesproken) (09/12/1913, Slupca), David (29/09/1919, Sampolno) et Natan (02/11/1925, Sampolno) behoren tot een familie van strikt orthodoxe Brusselse joden.

Hun grootvader langs moederszijde, Izaak Horchstein, is rabijn van de synagoge in de Kliniekstraat in de Brusselse gemeente Anderlecht. Hun vader,  Mojsze Bibrowski, is importeur van culturele goederen en koosjer voedsel  dat de joodse religieuze voorschriften volgt, zoals matse (ongedesemd brood). In de synagoge neemt hij de functie op van gabai, een toezichthouder en penningmeester.

In de joodse godsdienst wordt een jongen op 13 jaar een « Bar mitswa » (een zoon van het geloof). Vanuit religieus standpunt is hij vanaf dan een volwassene, hij mag samen met de andere volwassenen bidden.

Wanneer de zonen Henri, David en Natan Bibrowski hun adolescentie bereiken, eist hun strikte orthodoxe opvoeding zijn tol. Alle drie verzetten ze zich en breken met hun strenge religieuze opvoeding. Ze worden atheïstische marxisten en aanhangers van Trotsky.

Szyje-Herz (Henri) is zowel militant voor de Belgische Werkliedenpartij, voor Poale Zion, een wereldwijde marxistische en zionistische beweging als voor Avoda, een zionistische arbeiderspartij. Hij is een van de medeoprichters van Dror, een beweging van jonge revolutionaire en socialistische zionisten.
Tijdens de bezetting is hij lid van het zionistische verzet en werkt hij zich op in de joodse verdedigingscomiteit (JVC). Hij helpt mensen om Joodse vluchtgelingen clandestien via Zwitserland naar Palestina te smokkelen. Hij kan uit de handen van de nazi’s blijven en ontsnapt zo aan deportatie. Na de oorlog is hij medeoprichter van de Brusselse Ganenou school.

David is militant bij de jonge socialistische garde in Brussel. Deze Brusselse afdeling telt vele joodse jongeren die zich afgekeerd hebben van hun geloof en vervolgens aansluiten bij de revolutionaire socialistische partij (beweging van Trotski). Tijdens de bezetting en jodenvervolging zal deze partij echter te geïsoleerd raken om haar joodse leden te helpen onderduiken.

Samen met zijn broer Natan ontvangt David Bibrowski een ‘Arbeits Einsatzbefehl’ – een oproepingsbrief om zich aan te melden bij de Dossinkazerne onder voorwendsel om te gaan werken. Natan, en kort daarna ook David, volgen het Duitse bevel op en melden zich aan in Mechelen bij de Dossinkazerne. Beiden worden gedeporteerd met het eerste transport: Natan als nr 100, David als nr 916.

Op 4 augustus 1942 vertrekken de twee broers dus wel op dezelfde trein, maar niet in dezelfde wagon.
Hun namen op de transportlijsten zijn meteen ook het laatste spoor dat we van hen hebben teruggevonden. Eens aangekomen in Auschwitz, is het onduidelijk wat er na de selectie met hen gebeurd is. We vinden van de twee broers geen overlijdensbericht of inschrijvingsfiche terug. We hebben er het raden naar of ze als slaven in het kamp werkten of bij hun aankomst meteen werden afgevoerd naar de gaskamers van Birkenau.  Natan en David waren bij aankomst in Auschwitz 16 en 23 jaar oud en dus voldoende oud om te werken in het concentratiekamp of in een van de zusterkampen in de buurt. Hier is echter geen registratie van overgebleven: talloze documenten werden vlak voor de evacuatie van het kamp Auschwitz-Birkenau door de nazi’s vernietigd.

Na de oorlog sticht Szyje-Herz (Henri) een familie. Hij wordt vader van twee kinderen: Ariane en Yves (zie foto). Samen met hen hebben we deze biografie van hun familie opgesteld, waar we hen beiden dankbaar voor zijn.