Gezin Grycman-Berkowicz

Het gezin Grycman-Berkowicz telt vijf leden. Heel het gezin wordt in Schaarbeek gearresteerd en op 5 oktober naar de Dossinkazerne overgebracht, waar ze vijf dagen opgesloten worden.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 10 oktober 1942 met transport 12
Dwojra Grycman en haar moeder Ajdla Berkowicz in 1932, Israel Icek Grycman in 1929
Het gezin Grycman-Berkowicz telt vijf leden. Vader Israel Icek Grycman immigreerde in 1929. Drie jaar later voegen zijn vrouw Ajdla Berkowicz en hun oudste dochter Dwojra (geboren in Polen in 1930) zich bij hem. De tweede dochter, Laja, wordt geboren in Etterbeek in 1933. De jongste, Frida, wordt tijdens de nazibezetting geboren in Elsene. Heel het gezin wordt in Schaarbeek gearresteerd en op 5 oktober naar de Dossinkazerne overgebracht, waar ze vijf dagen opgesloten worden. Op 10 oktober verlaat transport 12 Mechelen. De moeder en haar drie kinderen worden bij aankomst in Auschwitz-Birkenau op 12 oktober vergast. Het percentage vrouwen en meisjes dat onmiddellijk vermoord wordt, bedraagt 90 procent.
Bij de stop in Kosel, 100 km voor Auschwitz, stapt Israel Icek Grycman, een 40-jarige bakker, uit de trein. Hij wordt tewerkgesteld in de Zwangarbeitslager für Juden in Opper-Silezië, d.w.z. Gogolin, Mechthal en, in maart 1944, Blechhammer. Op 1 april krijgt hij de tatoeage met het Auschwitz-stamnummer 177 380. Hij overleeft de catastrofale terugtrekking naar de kampen binnen het Reich. Dodenmarsen brengen hem in Gross-Rosen, Buchenwald, Natzweiler en ten slotte Dachau, waar hij bevrijd wordt. Hij keert pas op 14 augustus 1945 naar België terug.
Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram