Gezin Schwarzbaum-Eidels

Van het hele gezin Schwarzbaum-Eidels overleven enkel vader Aron en schoonzoon Kurs de oorlog.

Gezin Schwarzbaum-Eidels
Aron Schwarzbaum

Aron Schwarzbaum (°16/12/1899 te Szsekociny in Polen)  komt in februari 1926 toe in België en vestigt zich daar in de Victor Jacobslei te Berchem. Enkele maanden later komen ook zijn vrouw Helena Eidels (°26/04/1898 te Radom in Polen) en kinderen Maria (°20/11/1920 te Niederlehme in Duitsland) en Zilly (20/11/1923 te Berlijn in Duitsland) naar België. Nadat het gezin zich herenigt verhuizen ze naar Schupstraat 15 in Antwerpen. Hier gaat Aron aan de slag als schilder. Na zijn aankomst in België moet Aron verschillende pogingen ondernemen om een geldige identiteitskaart te verkrijgen zodat hij in België kan verblijven.

Wanneer Duitsland op 10 mei 1940 België binnenvalt wordt er een anti-Joods beleid ingericht. Aron zit van 18 februari tot 26 oktober 1941 vast in het kamp Breendonk. Als gevolg van dit anti-Joods beleid dienen Aron en zijn gezin zich in 1942 in te schrijven in de Jodenvereniging van Antwerpen. In dit register wordt hun woonst in de Schupstraat beschreven, zo blijkt dat de familie hun woonst bestaat uit twee kamers en een keuken. De gezinsleden worden hier eveneens opgesomd, zo blijkt dat naast dochter Maria en Zilly ook Ida Both staat ingeschreven. Ida Both (23/07/1929 te Antwerpen) is een pleegdochter die de familie Schwarzbaum onder hun hoede neemt. Op dit moment is Aron nog steeds actief als schilder, Maria werkt als bediende en Zilly als kleermaakster.

Ida meldt zich met een tewerkstellingsbevel aan op 17 augustus 1942, dit op slechts 13-jarige leeftijd. Een aantal dagen later, op 19 augustus 1942 worden ook Helena samen met haar dochters Maria, Zilli en Maria’s verloofde Kurs Selig Uszer (°1/10/1920 te Sokal in Polen) geïnterneerd in Mechelen. Zij worden ingeschreven zonder tewerkstellingsbevel, waarschijnlijk werden ze gearresteerd in Antwerpen. Met konvooi V  worden zij op 25 augustus 1942 naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Helena, haar dochters en Ida overleven de oorlog niet. Kurs Selig Uszer  wordt in 1945 gerepatrieerd. Op 1 september 1942 wordt Aron geïnterneerd in Mechelen, waarna hij op 19 oktober naar Auschwitz-Birkenau wordt gedeporteerd met konvooi XIV. Hij slaagt erin uit dit konvooi te ontsnappen en uit handen van de nazi’s te blijven.

Na de oorlog gaat Aron aanvankelijk weer aan de slag als schilder en verdient bij door juwelen te verkopen. In 1947 verhuist hij naar de Weversstraat in Gent en begint hier als handelaar in mannen-en dameskledij. Hij hertrouwt en verkrijgt de Belgische identiteit. Gegevens over zijn sterfdatum zijn niet bekend.

Kaatje Langens