Baruch Luxemberg en Laja Cwatla Grozwursel kregen vier kinderen: Dora, Regina, Celina en Suzanne. Mogelijk overleed Dora voor de oorlog of woonde ze tijdens de bezetting in het buitenland. Baruch, Laja Cwatla, Regina, Celina en Suzanne werden met een verschillend transport (II, XIV en XV) gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.
Van het hele gezin Schwarzbaum-Eidels overleven enkel vader Aron en schoonzoon Kurs de oorlog.
Renée (5) en Nathan (3) worden in hun woning in de Kroonstraat 189 te Antwerpen opgepakt in de nacht van 15 op 16 september 1942, tijdens de eerste grote razzia van de Endlösung.
Pinchos Waksdrykier, een Poolse Jood, immigreerde in 1938 met zijn gezin uit Warschau.
Het gezin Steinfeld-Kluger, Poolse Joden, immigreerde in 1912. Ze vestigen zich in Antwerpen.
Het gezin Weinberger-Frank, Poolse Joden, woont in Antwerpen. Beila Hinda Frank kwam voor de Eerste Wereldoorlog uit Litouwen aan. Vader Ichel Weinberger immigreerde in 1920.
Het gezin Nagiel-Amtmann telt vier leden: vader Elja Noech Nagiel, moeder Margula Amtmann en hun twee zonen, Joseph, geboren in Antwerpen in 1940, en Félix, geboren in 1941 in Etterbeek.
Charlotte Leitersdorf is kunstenares. In augustus 1942 wordt zij samen met haar zussen vanuit de Dossinkazerne gedeporteerd. Haar vader verstopt enkele van haar doeken. Als enige overlevende van het gezin schenkt hij de werken vlak voor zijn overlijden in 1946 aan een van zijn leerlingen: Félicie Gruszow-Bloch. Tot aan haar eigen dood in 2018 hangen de schilderijen van Charlotte in Félicies woning. Félicies zonen schenken in 2019 een van de stillevens aan Kazerne Dossin. Het werk is in eind 2019 in restauratie.