Gezin Wolfowicz

Pessa Wolfowicz en Moses Händel zijn Poolse Joden. Ze woonden aanvankelijk in Wenen, waar ze in 1932 trouwden. Eind 1937 emigreerden ze naar Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 16
Huwelijksfoto van Pessa Wolfowicz en Moses Händel, Wenen, 1932 - Pessa Wolfowicz en haar dochter Evelyne Händel in 1937 in Wenen - Pessa Wolfowicz en Georges Vandor, een vriend, niet lang voor zijn arrestatie
Pessa Wolfowicz en Moses Händel zijn Poolse Joden. Ze woonden aanvankelijk in Wenen, waar ze in 1932 trouwden. Eind 1937, voor de Anschluß, emigreerden ze naar Antwerpen.
Vanaf de dag van de invasie wordt het gezin ontwricht: Moses Händel wordt als ‘verdachte’ aangehouden door de Belgische overheid en gedeporteerd naar kampen in Zuid-Frankrijk. Hij wordt vanuit het verzamelkamp van Drancy op 7 september 1942 gedeporteerd met transport 29. Hij overleeft zijn deportatie niet. Vanaf het eind van de zomer in 1942 vertrouwt Pessa Wolfowicz haar dochtertje Evelyne toe aan een vriend, Georges Vandor. Hij wordt haar voogd als het meisje na de oorlog Shoah-wees is.
Haar moeder verlaat Antwerpen en zoekt haar toevlucht in Genval in Waals-Brabant, en later in Schaarbeek. Daar wordt ze gearresteerd en op 28 oktober 1942 naar de Dossinkazerne gebracht. Ze wordt ingeschreven op de deportatielijst van transport 16. Deze 33-jarige vrouw laat na haar aankomst in Auschwitz-Birkenau geen spoor na. Van de gedeporteerden uit haar transport wordt 77 procent meteen vernietigd.
Publicatieinfo

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen, Brussel, 2009.

Dr. Maxime Steinberg & Dr. Laurence Schram