Jankiel Zyskind Grojnowski werd geboren op 22 augustus 1905 in Radziejów (Polen) als zoon van Icek-Hersz Grojnowski (reeds overleden) en Rufka Bonsdzdrow. Hij verhuisde op 18 augustus 1927 naar België en vestigde zich op (Mommaertsstraat) rue Mommaerts 20, in Sint-Jans-Molenbeek. Even later verhuisde hij naar (Artesiëstraat) rue d’Artois 45, te Brussel. Hij was werkzaam als bonthandelaar.
Op 9 augustus 1933 trouwde Jankiel met Fale Lubelski (geboren 18 juli 1908) in Brussel. Ook zij was een Poolse die naar België verhuisd was. Ze trokken samen naar (Brabantstraat) rue de Brabant 127, in Schaarbeek. Na bijna vijf jaar huwelijk, scheidden Jankiel en Fale op 9 april 1938. Een jaar later vestigde Jankiel zich op (Dupontstraat) rue Dupont 73, te Schaarbeek om uiteindelijk terug in de (Brabantstraat) rue de Brabant, 96, te belanden.
Vanaf juli 1942 lokten de nazi’s duizenden Joden naar de Dossinkazerne in Mechelen met het zogenaamde Arbeitseinsatzbefehl (AB): de geadresseerde Joodse man of vrouw moest zich melden voor arbeid in het oosten. Wie weigerde werd bedreigd met ernstige straffen, zoals aanhouding van zijn of haar familie. Ook Jankiel kreeg zo een bevel dat hij volgde. Hij meldde zich aan in de Dossinkazerne, waarna hij op 18 augustus 1942 gedeporteerd werd als nummer 893 op Transport IV naar Auschwitz-Birkenau. Dankzij de Sterbebücher Auschwitz weten we dat Jankiel op 31 augustus 1942 is vermoord. De exacte omstandigheden van zijn dood zijn ons onbekend.
Jankiel’s ex-vrouw Fale Lubelski woonde ondertussen samen met Abram Goldwasser (geboren 1 april 1898), ze waren niet getrouwd. Ze kwamen beiden op 16 februari 1943 in de Dossinkazerne in Mechelen aan. Twee maanden later, op 19 april 1943, werden ze als nummer 715 (Abram) en 716 (Fale) met Transport XX gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Transport XX was in menig opzicht uitzonderlijk, onder andere door zijn ontsnappingen: 233 gedeporteerden ontkwamen uit de trein. Dit was mede door de enige in Europa bekende reddingsactie uitgevoerd op een deportatietrein die Joden naar een vernietigingscentrum voerde. Ook Fale en Abram konden beiden uit de trein springen en werden niet meer door de Duitsers gevat. Vermoedelijk doken ze onder. In 1946 trouwden ze in Elsene.