Karl Guenther

Karl Guenther ontvluchtte Duitsland uit schrik voor de Jodenvervolging door de Gestapo. Hij ontving hulp van de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen. Karl ging in augustus 1942 in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport III vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog niet.

Karl Guenther
Karl Guenther

Karl Guenther werd geboren op 6 april 1903 in Mehring (Duitsland). Als schoenmaker kwam hij op 15 januari 1939 in België aan via Aken. Hij ging wonen op Habermanstraat 15 in Anderlecht. Karl verklaarde Duitsland ontvlucht te zijn uit schrik voor de Jodenvervolging door de Gestapo en zou België als tussenstop zien om nadien te emigreren naar Zuid-Amerika. Hoewel hij als vreemdeling in België werd geregistreerd, kreeg hij toch het bevel van de Belgische overheid om België voor 10 juni 1939 te verlaten.

Karl ontving hulp van de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen, opgericht in 1933 als de Raad voor Hulp en Bijstand aan Slachtoffers van het Antisemitisme in Duitsland. De naam werd in 1938 veranderd. De raad, die instond voor de opvang van Joden die Duitsland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije ontvluchtten voor het nazisme, vroeg de Belgische overheid in mei 1939 om Karl onder te brengen in Merksplas. Het verzoek werd echter afgewezen, en Karls reiswijzer werd slechts verlengd tot 30 juni 1939.

Karl verliet België echter niet. Op 4 juli 1939 werd hij opgepakt door de politie van Anderlecht en werd hij opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis. Acht dagen later werd hij toch opgenomen in de rijksweldadigheidskolonie Merksplas, en exact een maand later, op 12 september 1939, werd Karl overgebracht naar Wortel. Op 26 februari verliet Karl het toevluchtsoord daar en werd hij ingeschreven in het vluchtelingencentrum van Marquain. In mei 1940, toen Nazi-Duitsland België binnenviel, vertrok Karl uit Marquain en ging hij wonen op Théodore Verhaegenstraat in Sint-Gillis. Uiteindelijk woonde hij op Hollandstraat 4.

Karl gehoorzaamde de anti-Joodse wetten van het bezettingsbestuur. Hij schreef zich op 26 november 1940 in het Jodenregister van Sint-Gillis in, en later werd hij lid van de Jodenvereniging. Toen in augustus 1942 de “evacuatie” van de Joden begon, werd Karl op 10 augustus 1942 in de Dossinkazerne ingeschreven op de lijst van transport III. Hij ging in op het Arbeitseinsatzbefehl, het tewerkstellingsbevel dat door de Sipo-SD werd uitgevaardigd. Als ‘arbeidsplichtige’ werd hij opgeroepen naar het verzamelkamp van Mechelen om nadien gedeporteerd te worden. Transport III vertrok uit Mechelen op 15 augustus en kwam op 17 augustus aan in Auschwitz-Birkenau. Karl overleefde de oorlog niet.

 

Info publicatie:

ADRIAENS Ward, STEINBERG Maxime (e.a.), Mecheln-Auschwitz, 1942-1944. De vernietiging van de Joden en zigeuners van België, 4 delen (deel 1), Brussel, 2009.

Dieter Porton