Sandor Lebovics

Sandor Lebovics
Sandor Lebovics

Sandor (Alexander) Lebovics werd geboren op 12 april 1915 in Falsoramata, Tsjechoslowakije (huidige Oekraïne). Zijn ouders waren Isak Lebovics en Helena Hollander. Sandor kwam op 6 oktober 1938 naar België en vestigde zich in Berchem. Op 11 november 1939 werd Sandor opgenomen in het vreemdelingenregister en verkreeg hij een visum dat telkens met 6 maanden werd verlegd. De laatste verlenging stond genoteerd tot 7 april 1942. Sandor was een Talmoedist.

Irena Windova werd geboren op 20 februari 1913 in Yelsava, Tsjechoslowakije (huidige Slowakije). Haar ouders waren Samuel Wind en Elisabeth Reichmann. Irena verhuisde op 29 juni 1937 naar België om voor haar zieke oom te zorgen. Ze verbleef bij hem en zijn vrouw op Lange Leemstraat 281, te Antwerpen. Irene werd op 23 juli 1938 opgenomen in het vreemdelingenregister van Antwerpen. Later verhuisde ze naar Stanleystraat 1 te Antwerpen tot het einde van 1939.

Sandor en Irene huwden op 5 december 1939 en verhuisden samen naar Boomgaardstraat 268 te Berchem. Hierna verhuisden ze nog meerdere keren naar verschillende plaatsen in en rond Antwerpen. Het laatste gekende adres, voor Sandors deportatie, was Lange Kivietstraat 28 te Antwerpen.

Tijdens de eerste twee jaren van de bezetting, voerden de Nazi’s 17 anti-Joodse maatregelen in. Eind 1940 beval de Duitse bezetter bijvoorbeeld dat alle Joden zich moesten registreren in de gemeentelijke Jodenregisters. Sandor gehoorzaamde en werd op 22 augustus 1941 geregistreerd in het Jodenregister van Antwerpen, waar hij op dat moment woonachtig was. Mogelijk verbleef hij tot die datum in Frankrijk, aangezien inschrijving in het register al eind oktober 1940 verplicht werd. Op 27 mei 1942 werd de Jodenster ingevoerd in België. Alle Joden vanaf 6 jaar waren verplicht om de ster zichtbaar te dragen op hun kledij. Op het Jodenregister werd dit aangeduid met een stempel. Bij Sandor en Irena was dit het geval.

Met een andere Duitse verordening werd in november 1941 de Vereeniging der Joden in België (VJB) opgericht. De VJB moest bemiddelen tussen de bezetter en de Joodse bevolking en zorgde voor een ‘correcte’ toepassing van de anti-Joodse verordeningen. Het werd niet veel later voor de Joden verplicht om zich aan te sluiten bij de VJB. Ook Sandor en zijn gezin gehoorzaamden en sloten zich op 20 maart 1942 aan bij de Jodenvereeniging in Antwerpen. Op 12 juni 1942 kregen Sandor en Irena een dochter, Agnes Lebovics.

Vanaf juli 1942 lokten de nazi’s duizenden Joden naar de Dossinkazerne in Mechelen met het zogenaamde Arbeitseinsatzbefehl (AB): de geadresseerde Joodse man of vrouw moest zich melden voor arbeid in het oosten. Wie weigerde werd bedreigd met ernstige straffen, zoals aanhouding van zijn of haar familie. Wanneer de oproep voor een zogezegde ‘tewerkstelling’ te weinig Joden naar Mechelen lokte, ging de Sipo-SD over tot massa-acties, dikwijls ’s nachts, waarbij honderden Joden gearresteerd werden. Tijdens de maanden augustus en september van het jaar 1942 vonden er in Antwerpen drie grote razzia’s plaats. Met de tweede razzia (28-29 augustus) werd ook Sandor opgepakt en op 30 augustus overgebracht naar de Dossinkazerne in Mechelen. Negen dagen later op 8 september 1942 werd Sandor als nummer 585 aan boord van Transport VIII naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Vanaf dan verdween elk spoor van hem. De datum, plaats en exacte omstandigheden van zijn dood zijn ons onbekend. Hij overleefde in elk geval de kampen niet.

Irena en Agnes konden onderduiken en ontsnapten zo aan de deportatie. Ze verbleven vanaf het begin van 1943 op rue Léanne 76, te Namen. Ook hebben ze een tijd op rue de Dave 261 te Namen ondergedoken gezeten. Na de bevrijding keerden ze terug naar Antwerpen waar ze eerst op Oostenstraat 50 verbleven, om erna naar Uitbreidingstraat 556 te verhuizen. In 1952 waagden ze de sprong naar Amerika, op dat moment was Agnes amper tien jaar.

 

Morien De Backer
Stagiaire