Chercher
Pinkas Goldfluss en zijn echtgenote, Gisella Goldwasser vestigden zich op 26 januari 1939 in Antwerpen. Ze leefden voordien in Wenen, maar waren gevlucht voor de repressie die er tegenover Joden heerste sinds de overname van het land door de Nazi’s in 1938. Pinkas was handelaar in damesondergoed, maar kreeg niet de toelating om zijn beroep hier uit te oefenen. Net als in de rest van de wereld, was België nog in de greep van de crisis van de jaren 30.
Antwerpen was niet de eindbestemming van het gezin, ze hadden hun zinnen gezet op het Palestijns mandaatgebied. Ze bleven dit doel herhalen na het uitbreken van de oorlog. Ondertussen was het koppel afhankelijk geworden van de openbare onderstand, de voorloper van het huidige OCMW.
Op 20 oktober 1942 werden Pinkas en Gisella gearresteerd en overgebracht naar de Dossinkazerne te Mechelen. Hun namen werden genoteerd op de lijst van transport XIV, Pinkas kreeg nummer 968, Gisella 969. Vier dagen later vertrok Transport XIV samen met Transport XV. Op 26 oktober kwamen de twee transporten aan op hun bestemming, Auschwitz-Birkenau. Vanaf dan hebben we geen verdere bronnen over Pinkas en Gisella. Na hun aankomst gebeurde er een selectie waar de SS fitte mannen en vrouwen tussen de 15 en 45 jaar oud kozen voor het werkkamp te Auschwitz. Pinkas (76 jaar) en Gisella (67 jaar) waren beiden ruim ouder. Waarschijnlijk werden Pinkas en Gisella kort na hun aankomst te Auschwitz-Birkenau omgebracht in de gaskamer.
