De familie Kotas – Kacai werden op een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde het.
Boris en zijn moeder, Luba Lasowski, worden in de nacht van 28 op 29 augustus tijdens een grote razzia in Antwerpen opgepakt in hun woning aan de Montensstraat 64. Zijn banden met de Jodenvereniging kunnen hem niet meer redden.
Deze Poolse Joden uit Antwerpen worden opgeroepen naar de Dossinkazerne op 27 augustus 1942.
Natan Ramet wordt geboren op 5 juni 1925 in Warschau. Natan wordt samen met zijn vader gedeporteerd met Transport VI op 29 augustus 1942. Hun transport houdt halt in Kosel, voor Auschwitz, waar men de mannen afzet om ingeschakeld te worden als dwangarbeider.
Jules Skarbek (3) en zijn moeder Esther Freude Pech, een 38-jarige huisvrouw, zijn Poolse Joden uit Antwerpen.
Rachel Souritz sluit zich tijdens de oorlog als Joodse en moeder van twee aan bij het verzet. Haar verlies is groot. Niet alleen wordt haar eerste partner geëxecuteerd, haar vader, broer en zus worden via de Dossinkazerne gedeporteerd en keren niet terug. Na de oorlog blijft Rachel sterk overtuigd van het belang van mensenrechten waarvoor zij zich haar hele leven zal inzetten. Dochter Paulette De Coninck schenkt in naam van de familie originele foto’s en documenten aan Kazerne Dossin waardoor ook Rachels zus Pauline opnieuw een gezicht krijgt op de portrettenmuur.