Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Betty en Moses scheidden waarna moeder Betty en dochtertje Ruth naar België trokken. Zij werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde anti-Joodse razzia in Antwerpen. Betty en Ruth werden gedeporteerd en overleefden de oorlog niet.
Marcus Sluis was een diamantslijper en Adela Zeelander kwam ook uit een diamantbewerkersfamilie. Samen kregen ze drie kinderen: Sara, Clara en Filip. De familie Sluis-Zeelander werd via verschillende transporten (III, IX en XXI) naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.
Willem Kuit woonde als diamantbewerker afwisselend in België en Nederland. In 1923 trouwde Willem met Sophia Parijs en verhuisden ze naar België. Het echtpaar werd met een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Willem met transport IX en Sophia met transport XI. Ze overleefden de oorlog niet.
Het gezin Fryling-Rozenes werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. Met transport IX werden Sender Bynem, Chaja Terna en hun kinderen Samuel en Claire vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.
Chaim Miler kwam uit een kroostrijk gezin. Hij werd gedeporteerd met transport IX die halt hield in Kosel. Hij stapte uit en werd geselecteerd voor dwangarbeid. Chaim sterft enkele maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in Buchenwald.
Deze Oostenrijkse Jood immigreerde in 1932 naar de Somersstraat 49 in Antwerpen.
In 2018 ontdekken Farouk El Afi and Cindy Doolaege tijdens verbouwingswerken op hun zolder een reeks verstopte religieuze boeken. Kazerne Dossin helpt hen de eigenaar te identificeren. Deze Mozes Schenker en zijn gezin overleefden de deportatie vanuit de Dossinkazerne helaas niet. Het echtpaar El Afi-Doolaege vertrouwt daarop deze waardevolle objecten aan Kazerne Dossin toe.