Baruch Luxemberg en Laja Cwatla Grozwursel kregen vier kinderen: Dora, Regina, Celina en Suzanne. Mogelijk overleed Dora voor de oorlog of woonde ze tijdens de bezetting in het buitenland. Baruch, Laja Cwatla, Regina, Celina en Suzanne werden met een verschillend transport (II, XIV en XV) gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.
De familie Kurier ontvluchtte Oostenrijk uit schrik voor vervolging door de Gestapo. Moeder Fryme Eisgrau stierf al in 1924. Vader Hersch Kurier en zijn kinderen Frederika, Jeannette en Regine werden allemaal gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van de familie Kurier overleefde de oorlog.
De familie Zeelander-Barmhartigheid woonde afwisselend in Amsterdam en Antwerpen. De gezinsleden werden via verschillende transporten naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van het gezin Zeelander-Barmhartigheid overleefde de oorlog.
Vader Lipman en dochter Gertrude werden uit Duitsland uitgewezen. Ze werden allebei vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden het niet.
Dora Lustig, een Joods-Poolse kleermaakster, immigreerde in 1918 naar Antwerpen vanuit Zweden.