Zij hebben het niet overleefd

Annie Buchbaum

Annie Buchbaum

Het verhaal van Aline  en Jacques Klajn

Het verhaal van Aline en Jacques Klajn

Norbert Stern

Norbert Stern

Adolf (Abraham) Mendelsohn

Adolf (Abraham) Mendelsohn

Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.

Alice Mendelsohn Markus

Alice Mendelsohn Markus

Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.  

Elsa Semo Mendelsohn

Elsa Semo Mendelsohn

Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.

Friedrich Markus

Friedrich Markus

Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.

Coussel Karny en Yocheved Chamech: de meest tragische verjaardag

Coussel Karny en Yocheved Chamech: de meest tragische verjaardag

Op 5 juli 1944 organiseert de Nazi-bezetter dé ultieme grote razzia in Luik. Onder de tientallen Joden die die dag worden opgepakt, bevinden zich ook Coussel Karny en zijn vrouw Yocheved Chamech. Beiden worden gedeporteerd met transport XXVI, het laatste Judentransport dat uit België zal vertrekken.

Eugène Hellendall

Eugène Hellendall

Eugène Hellendall leidt tijdens de Tweede Wereldoorlog een bewogen leven. Als lid van de Vereeniging van Joden in België probeert hij het leed van zijn geloofsgenoten te verzachten. Ondertussen verzet hij zich tegen de bezetter, zowel in het openbaar als clandestien. Na een eerste keer ternauwernood aan deportatie te ontsnappen, voeren de nazi’s hem en…

Fanny Yerkowski

Fanny Yerkowski

De grote razzia in Noord-Frankrijk : 513 personen vertrekken met Transport X. Een van hen is Fanny Yerkowski, een moeder die wordt losgerukt van haar kinderen.

Gezin Dunkelblau-Schwarz

Gezin Dunkelblau-Schwarz

Mejlech Dunkelblau en Ryfka Schwarz werden beide geboren in Rzeszów (Polen). Op 15 november 1906 werd Anna Dunkelblau geboren. Mejlech en Ryfka leefden onofficieel gescheiden. Mejlech werd gedeporteerd met transport XXIV vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau en werd er vermoord. Ryfka en Anna werden niet gedeporteerd en overleefden de oorlog.

Gezin Lisak-Kaplan

Gezin Lisak-Kaplan

Moses Lisak en Esther Kaplan werden geboren in Kalisz (Polen). Ze kwamen eind januari 1939 aan in België als tussenstop om te emigreren naar Uruguay. Op 19 januari 1935 kregen ze een dochter: Ruth. Moses en Lisak werden gedeporteerd met transport XXIII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Ruth werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog.

Gezin Eijsman-Kaganowitsch

Gezin Eijsman-Kaganowitsch

Anna Kaganowitsch en Wolf Eijsman trouwden op 25 juli 1934 in Maastricht. Een jaar later, op 6 mei 1935, kregen ze hun eerste en enige kind: Catherine. Anna en Catherine werden met transport XI en Wolf met transport XII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden de oorlog niet.

Sonia Sor en Joseph Gordon

Sonia Sor en Joseph Gordon

Sonia Sor en Joseph Gordon trouwden op 18 november 1933 in Gent. Het echtpaar werd op 11 januari 1943 in de Dossinkazerne ingeschreven op de lijst van transport XIX. Ze werden gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau waar ze werden vermoord.

Gezin Wyman-De Vrede

Gezin Wyman-De Vrede

Aaron Wyman en Rica de Vrede kregen één kind: Isidore Isaac. Aaron en Rica werden met transport XX gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Isidore kreeg op 8 februari 1939 de Belgische nationaliteit maar werd met transport XXIIB gedeporteerd. Niemand van het gezin Wyman-De Vrede overleefde de oorlog.

Louis Alexander en Elisabeth Nykerk

Louis Alexander en Elisabeth Nykerk

Louis Alexander ontvluchtte Duitsland in 1934. Hij trouwde op 6 augustus 1938 met Elisabeth Nykerk in Schaarbeek. Louis werd in 1940 opgepakt en weggevoerd naar Perpignan in Frankrijk. Na zijn vrijlating werd hij opnieuw opgepakt en met transport XXIV gedeporteerd. Louis stierf in 1945 in Theresienstadt. Elisabeth verbleef vermoedelijk in Nederland en overleefde.

Familie Nejman-Kimel

Familie Nejman-Kimel

Manijl Nejman en Masza Kimel kregen vier kinderen: Willy, Benjamin, Clara en Joseph. Heel de familie Nejman-Kimel werd met transport XI gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Manijl werd arbeidsgeschikt verklaard maar stief, net als zijn gezin.

Martin Kaufmann

Martin Kaufmann

Martin Kaufmann kwam in 1939 met een Kindertransport in België aan vanuit Duitsland. Hij werd door de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen ondergebracht in verschillende weeshuizen. Martin ging in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport I gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij werd vermoord.

Betty Marx en dochtertje Ruth Tobias

Betty Marx en dochtertje Ruth Tobias

Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Betty en Moses scheidden waarna moeder Betty en dochtertje Ruth naar België trokken. Zij werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde anti-Joodse razzia in Antwerpen. Betty en Ruth werden gedeporteerd en overleefden de oorlog niet.

Karl Guenther

Karl Guenther

Karl Guenther ontvluchtte Duitsland uit schrik voor de Jodenvervolging door de Gestapo. Hij ontving hulp van de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen. Karl ging in augustus 1942 in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport III vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog niet.

Familie Luxemberg-Grozwursel

Familie Luxemberg-Grozwursel

Baruch Luxemberg en Laja Cwatla Grozwursel kregen vier kinderen: Dora, Regina, Celina en Suzanne. Mogelijk overleed Dora voor de oorlog of woonde ze tijdens de bezetting in het buitenland. Baruch, Laja Cwatla, Regina, Celina en Suzanne werden met een verschillend transport (II, XIV en XV) gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.

Familie Sluis-Zeelander

Familie Sluis-Zeelander

Marcus Sluis was een diamantslijper en Adela Zeelander kwam ook uit een diamantbewerkersfamilie. Samen kregen ze drie kinderen: Sara, Clara en Filip. De familie Sluis-Zeelander werd via verschillende transporten (III, IX en XXI) naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.

Izraël Goldfarb

Izraël Goldfarb

Izraël Goldfarb werd met transport XXIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij overleefde de oorlog niet.

Gezin Aszmian-Szulanska

Gezin Aszmian-Szulanska

Lejb Aszmian en Doba Szulanska kregen drie kinderen: Abraham, Hersz en Lazare. Lejb overleed reeds in 1932. Abraham werd niet gedeporteerd en Hersz dook onder in Frankrijk. Doba en Lazare werden met een verschillend transport naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Zij overleefden de oorlog niet.

Sara Boeki

Sara Boeki

Sara Boeki werd met haar zoon Willy op transport XXIII vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Moeder en zoon werden er vermoord.

Familie Spirn-Stick

Familie Spirn-Stick

De familie Spirn-Stick was een kroostrijk gezin dat bestond uit vader Leib Spirn, moeder Ruchel Stick en hun zeven kinderen: Gitel, Mozes Chaksel, Laie, Bine Sara, Izaak, Esther en Hanna. Via transport XI en transport XX werd het volledige gezin Spirn-Stick naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.

Gustav Abineri

Gustav Abineri

Gustav Abineri ontvluchtte Duitsland en kwam op 26 augustus 1938 in België aan. Hij zou naar eigen zeggen in België verblijven in afwachting van emigratie naar het buitenland. Gustav moest in 1940 verplicht België verlaten maar dit kon niet plaatsvinden door gezondheidsproblemen. Hij werd met transport VIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en overleefde de oorlog niet.

Gezin Wahl-Keller

Gezin Wahl-Keller

Iedereen van het gezin Wahl-Keller, buiten vader Seinwel Hersz Wahl en dochter Lea, werd gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde de deportatie. Seinwel overleefde de oorlog maar stierf al in 1946.

Willem Kuit en Sophia Parijs

Willem Kuit en Sophia Parijs

Willem Kuit woonde als diamantbewerker afwisselend in België en Nederland. In 1923 trouwde Willem met Sophia Parijs en verhuisden ze naar België. Het echtpaar werd met een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Willem met transport IX en Sophia met transport XI. Ze overleefden de oorlog niet.

Familie Kurier

Familie Kurier

De familie Kurier ontvluchtte Oostenrijk uit schrik voor vervolging door de Gestapo. Moeder Fryme Eisgrau stierf al in 1924. Vader Hersch Kurier en zijn kinderen Frederika, Jeannette en Regine werden allemaal gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van de familie Kurier overleefde de oorlog.

Gezin Rosen-Hochglober

Gezin Rosen-Hochglober

Dit gezin werd sterk geraakt door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.

Marianne Bradt

Marianne Bradt

Marianne zat samen met twee andere vriendinnen in een communistische verzetsgroep en trachtte de Wehrmacht te destabiliseren.

Gezin Borenchole-Landsberg

Gezin Borenchole-Landsberg

Het gezin Borenchole-Landsberg werd met transport XX gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Moeder Fejga en dochter Thérèse werden er vermoord. De zoon, Salomon, werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog. Vader Abraham Joseph overleefde zijn gevangenschap in Auschwitz en kwam in 1945 opnieuw in België wonen, samen met Salomon.

Gezin Margulies-Mahler

Gezin Margulies-Mahler

Het gezin Margulies-Mahler verkreeg in 1926 de staatsnaturalisatie waardoor de Belgische nationaliteit werd toegekend. Met transport XXIIB werden Anne, Jacques, Helena-Ella, Liliane en Armand gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij werden vermoord. Georges Mahler dook met zijn vrouw Selma Lichtmann en kinderen Charles en Nanette onder in Aarschot. Zij werden nooit opgepakt en overleefden de Tweede Wereldoorlog.

Gezin Fryling-Rozenes

Gezin Fryling-Rozenes

Het gezin Fryling-Rozenes werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. Met transport IX werden Sender Bynem, Chaja Terna en hun kinderen Samuel en Claire vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.

Familie Zeelander-Barmhartigheid

Familie Zeelander-Barmhartigheid

De familie Zeelander-Barmhartigheid woonde afwisselend in Amsterdam en Antwerpen. De gezinsleden werden via verschillende transporten naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van het gezin Zeelander-Barmhartigheid overleefde de oorlog.

Israël Gerschkovitsch

Israël Gerschkovitsch

Na gevlucht te zijn van de Eerste Wereldoorlog, wordt de Tweede Wereldoorlog de dood van Israël en zijn moeder.

Gezin de Groot-Winther

Gezin de Groot-Winther

Isaak en Emmy, beide afkomstig uit Nederland, zoeken een beter leven in België. Ze worden echter gegrepen door de gruwel van het antisemitisme.

Gezin Bezem – Sperber

Gezin Bezem – Sperber

Omwille van gezondheidsproblemen bij de vader van Malka Sperber kwam het gezin naar België. Moeder en beide zonen gingen in op het Arbeitseinsatzbefehl, het tewerkstellingsbevel dat door de Sipo-SD werd uitgevaardigd. Met transport V werden ze vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij overleefden het niet. Het lot van vader Abraham Bezem is…

Gertrude en Lipman Pakula

Gertrude en Lipman Pakula

Vader Lipman en dochter Gertrude werden uit Duitsland uitgewezen. Ze werden allebei vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden het niet.

Familie Kotas - Kacai

Familie Kotas – Kacai

De familie Kotas – Kacai werden op een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde het.

Gezin Rabstein- Hirzkovitsch

Gezin Rabstein- Hirzkovitsch

Het gezin zette zich in voor de Joodse samenleving.

Gezin Fajbusiewicz- Abramowicz

Gezin Fajbusiewicz- Abramowicz

Het gezin heeft veel tragische gebeurtenissen meegemaakt. Het antisemitisme werd hen uiteindelijk fataal.

Chaim Miler

Chaim Miler

Chaim Miler kwam uit een kroostrijk gezin. Hij werd gedeporteerd met transport IX die halt hield in Kosel. Hij stapte uit en werd geselecteerd voor dwangarbeid. Chaim sterft enkele maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in Buchenwald.

Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg

Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg

Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg werden vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en werden daar vermoord. Hun beide kinderen overleefden de oorlog.

Het gezin Klein-Thalheim

Het gezin Klein-Thalheim

Het gezin had grootse reisplannen, maar deze konden ze niet uitvoeren. Hun dochtertje Nelly komt als wees uit de oorlog.

Gezin Pander - Lublinski

Gezin Pander – Lublinski

Het gezin Pander-Lublinski bestaat uit vader, moeder en dochter. Niemand overleefde Auschwitz-Birkenau.

Kampdokter Fritz Basch

Kampdokter Fritz Basch

Ondanks dat Fritz Basch actief was als kampdokter in de Dossinkazerne, kon hij zijn gezin niet beschermen van deportatie.

Familie Wolff-Halpert

Familie Wolff-Halpert

De familie Wolff-Halpert hoopte op een nieuw leven aan de andere kant van de oceaan, maar geraken nooit ter plaatse.

Gezin Hollander-Herbst

Gezin Hollander-Herbst

Het gezin Hollander-Herbst immigreerde in 1929 uit Polen en vestigt zich in Antwerpen. Op 9 oktober 1942 wordt heel het gezin in de Dossinkazerne afgeleverd.  

Gezin Langenauer - Badner

Gezin Langenauer – Badner

De Poolse Jodin Malka Badner kwam in België aan in 1912. Jozef Markus Langenauer immigreerde later. Hun oudste kind, Isidoor, wordt in 1924 in Antwerpen geboren, Rosa in 1927 en ten slotte Frieda in 1930.

Gezin Domb-Neugebohr

Gezin Domb-Neugebohr

Deze Poolse Joden ontvluchtten Duitsland in 1939. De vader (47) is handelsvertegenwoordiger van beroep. De moeder, Ester Neugebohr, een 38-jarige huisvrouw, zorgt met de hulp van haar oudste dochter voor haar drie andere kinderen.

Boris Averbruch

Boris Averbruch

Boris en zijn moeder, Luba Lasowski, worden in de nacht van 28 op 29 augustus tijdens een grote razzia in Antwerpen opgepakt in hun woning aan de Montensstraat 64. Zijn banden met de Jodenvereniging kunnen hem niet meer redden.

Salomon Seewald en Fradel Schenkel

Salomon Seewald en Fradel Schenkel

De Poolse Jood Salomon Seewald immigreerde in 1924. Fradel Schenkel, met wie hij in België huwt, kwam ook uit Polen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 18 augustus 1942 met transport 4

Gezin Wolf-Marinower

Renée (5) en Nathan (3) worden in hun woning in de Kroonstraat 189 te Antwerpen opgepakt in de nacht van 15 op 16 september 1942, tijdens de eerste grote razzia van de Endlösung.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 18 augustus 1942 met transport 4

Henry Rappaport

Deze Oostenrijkse Jood immigreerde in 1932 naar de Somersstraat 49 in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 18 augustus 1942 met transport 4

Gezin Sztokfisz

In augustus 1942 is Lejb 13 en zijn moeder 38 jaar oud. Drie andere kinderen, Isaac (2), Oskar (8) en Charlotte (10) vervolledigen dit Pools-Joods gezin.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 augustus 1942 met transport 3

Etela Lovi en haar kinderen

De twee zonen van Etela Lovi zijn geboren in Antwerpen. Ze worden in Antwerpen gearresteerd aan de vooravond van de eerste razzia van 15 augustus.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 11 augustus 1942 met transport 2

Dora Lustig

Dora Lustig, een Joods-Poolse kleermaakster, immigreerde in 1918 naar Antwerpen vanuit Zweden.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 4 augustus 1942 met transport 1

Alfred Israel Rosendahl

Alfred Israel Rosendahl is een Duitse Joodse vluchteling. Nadat hij in 1939 uit Duitsland verdreven wordt, vestigt hij zich in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 4 augustus 1942 met transport 1

Hanna Karpowitz

Hanna Karpowitz (16) is de eerste ontsnapte uit een trein naar Auschwitz en de enige uit transport 1.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 augustus 1942 met transport 3

Gezin Pioro-Fajwelewicz

Dit gezin Poolse Joden wordt volledig gedeporteerd, de meesten met transport 10

Huwelijksfoto van Charles Grabiner en Debora Brandstädter. Kazerne Dossin

Charles Grabiner en Debora Brandstädter

Charles Grabiner is geboren in België, in Antwerpen, Nottebohmstraat 2, en Debora Brandstädter is zeer jong vanuit Polen naar België gekomen. Ze zijn getrouwd in Antwerpen in 1938.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 augustus 1942 met transport 3

Gezin Ginger

Zowel Mojsesz Icehek (15) als zijn 20-jarige zus Estera Frymeta, worden opgeroepen voor transport 3.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 18 augustus 1942 met transport 4

Rywka Rajsbaum en haar dochter Mirjam Rosenblum

Deze Joods-Poolse moeder en dochter zijn 36 en 13 jaar oud bij hun deportatie.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 11 augustus 1942 met transport 2

Echtpaar Reiss-Levin

Als Duitsers ontvlucht het echtpaar Reiss-Levin waarschijnlijk Nederland waar de deportaties al vroeger begonnen zijn.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 11 augustus 1942 met transport 2

Gezin Fligelman-Zentkowski

Gerszen Fligelman immigreerde in 1930 als eerste uit Polen. Zijn vrouw, Szejra Zentkowski, en hun zonen, Abraham en Samuel, voegen zich een jaar
later bij hem.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 4 augustus 1942 met transport 1

Gezin Nissim-Algava

De familie Nissim immigreerde in 1930 vanuit Thessaloniki.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 29 augustus 1942 met transport 6

Malka Sobel en haar zoon Saul Hirschberger

Deze Poolse Joden uit Antwerpen worden opgeroepen naar de Dossinkazerne op 27 augustus 1942.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 29 augustus 1942 met transport 6

Natan Ramet

Natan Ramet wordt geboren op 5 juni 1925 in Warschau. Natan wordt samen met zijn vader gedeporteerd met Transport VI op 29 augustus 1942. Hun transport houdt halt in Kosel, voor Auschwitz, waar men de mannen afzet om ingeschakeld te worden als dwangarbeider.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 25 augustus 1942 met transport 5

Gezin Moskal

Deze Poolse Joden wonen in de Lange Kievitstraat 131. Deze straat krijgt het zwaar te verduren tijdens de agressiefste razzia in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 25 augustus 1942 met transport 5

Chuma Miara en Freyda Miara

De twee zussen, Poolse Jodinnen, wonen in Berchem op de Gitschotellei 126.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 25 augustus 1942 met transport 5

Gezin Perelman-Rosenberg

Chana Malka Perelman (15) vergezelt haar ouders naar de Dossinkazerne.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 25 augustus 1942 met transport 5

Gezin Topor

De Sipo-SD roept op 17 augustus vader Abraham Topor (41), moeder Chana Szerman (48), Szmul Herszek (17) en zelfs de jongste, Isidor (12) op om zich naar het Sammellager te begeven.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 29 augustus 1942 met transport 6

Gezin Skarbek

Jules Skarbek (3) en zijn moeder Esther Freude Pech, een 38-jarige huisvrouw, zijn Poolse Joden uit Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 1 september 1942 met transport 7

Gezin Minz-Zucker

Dit gezin Palestijnse Joden woont in Borgerhout. Transport 7 deporteert hen naar Auschwitz-Birkenau.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 1 september 1942 met transport 7

Gezin Gunsberg-Bernstein

Deze Poolse Joden vluchten in 1939 uit Wenen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 1 september 1942 met transport 7

Gezin Fischler-Hollander

Mojzecs Fischler en zijn gezin, zijn vrouw Serka Hollander (44), zijn oudste dochter Sonia Laja (20), de jongere kinderen Beila Ruchla (13), Munisz (12), en Jozef (8) worden afgeleverd in Mechelen op 29 augustus 1942.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 1 september 1942 met transport 7

Gezin Vos-Nabarro

Deze Nederlandse Joden uit Antwerpen, Emilius Vos, Rebecca Nabarro (28), hun kinderen Isaak (5), Andries (4) en Herman (3), wonen in wat men de Jodenbuurt noemt.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 8 september 1942 met transport 8

Adeline Rajzner en Chana Blima Frydman

Adeline Rajzner (4) wordt geïnterneerd in de Dossinkazerne op 4 september 1942 samen met haar moeder, Chana Blima Frydman, een 27-jarige modiste, die in 1920 uit Polen immigreerde.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 8 september 1942 met transport 8

Gezin Helman-Kubowitski

Deze Poolse Joden, van wie Anna Kubowitski in 1908 en Joseph Helman in 1916 naar België migreerde, wonen in Sint-Gillis, een Brusselse gemeente.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 8 september 1942 met transport 8

Moïse Glickmann

Moïse Glickmann, marktkramer van beroep, is een Poolse Jood die in 1928 uit Zwitserland immigreert.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 8 september 1942 met transport 8

Gezinnen Gelernter-Rubinstein en Czesner-Kroze

De orthodox-religieuze Joden zijn met hun baard en lokken – de uiterlijke tekenen van hun geloofsovertuiging – een uitgelezen mikpunt voor de SS-bewakers in het Sammellager Mecheln.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 12 september 1942 met transport 9

Gezin Kac-Charenzowska

Het gezin Kac-Charenzowska woont in de Nancystraat in Brussel.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 12 september 1942 met transport 9

Gezinnen Szwarcbort-Skoczylas en Lewkowicz-Szmulewicz

Malka Chaja Skoczylas, een Joods-Poolse kleermaakster van 47 jaar oud, voedt haar drie kinderen alleen op. Een ander gezin woont in hetzelfde huis: Abram Lewkowicz, zijn vrouw Chaja Szmulewicz en hun kinderen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 12 september 1942 met transport 9

Ozyasz Schmidt en Helena Lea Lamm

Ozyasz Schmidt is een diamantkliever van 32 jaar oud, en Helena Lea Lamm een 28-jarige turnlerares. Transport 9 deporteert hen naar Auschwitz-Birkenau.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 september 1942 met transport 10

Echtpaar Reichman-Grunspan

Benjamin Reichman, een 34-jarige winkelier, is een Joodse immigrant uit Roemenië. Zijn vrouw Itta Grunspan, een 35-jarige huisvrouw, is afkomstig uit Polen. Het stel woont in Borgerhout op de Plantin en Moretuslei 86.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 september 1942 met transport 10

Gezin Wiezel-Dreiman

Avram Wiezel, een 37-jarige bontwerker, en Sari Dreiman, een huisvrouw van dezelfde leeftijd, hebben samen drie kinderen, van wie twee in Roemenië geboren zijn, Michael (16) en Herman (14).

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 september 1942 met transport 10

Gezin Morgenstein-Szymkowicz

Het gezin Morgenstein-Szymkowicz woont in Lens in Noord-Frankrijk. Vader Marcel Morgenstein is een 47-jarige arbeider, een Joodse immigrant uit Polen. Zijn vrouw Majka Szymkowicz, eveneens uit Polen geïmmigreerd, is een 42-jarige huisvrouw.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 26 september 1942 met transport 11

Gezin Peterfreund-Schlachet

Het gezin Peterfreund-Schlachtet telt zeven leden. Vader Moses Leib Peterfreund kwam in 1932 uit Polen in België aan. Vier jaar later voegen zijn vrouw Sara Schlachtet en hun drie oudste kinderen zich bij hem in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 26 september 1942 met transport 11

Echtpaar Englander-Rosenwasser

Leopold Englander (73) en Sarolta Rosenwasser (66) zijn Joden van Roemeense afkomst, die in 1939 uit Oostenrijk vluchtten.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 26 september 1942 met transport 11

Gezin Sztejnberg-Helman

Mendel Majer Sztejnberg, een Joodse jongeman uit Kałuszyn in Polen, begon zijn reis naar het westen alleen. In 1930 voegt Ruchla Helman, eveneens uit Kałuszyn afkomstig, zich bij hem.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 26 september 1942 met transport 11

Gezin Fingherman

Mosché Fingherman, een 40-jarige Roemeense winkelier, woont op de Plantin en Moretuslei in Borgerhout. Zijn vrouw Rosa Obrijan (42), is ook een Roemeense. Hun kinderen zijn geboren in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 10 oktober 1942 met transport 12

Gezin Grycman-Berkowicz

Het gezin Grycman-Berkowicz telt vijf leden. Heel het gezin wordt in Schaarbeek gearresteerd en op 5 oktober naar de Dossinkazerne overgebracht, waar ze vijf dagen opgesloten worden.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 10 oktober 1942 met transport 12

Mordka Stainfeld

Mordka Stainfeld, een Jood uit Warschau, kwam in België aan in 1890.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 10 oktober 1942 met transport 12

Gezin Schönberg-Ubersfeld

Abraham Hirchel Schönberg werd geboren in Oswiecim, een stadje in Opper-Silezië dat de geschiedenis zou ingaan onder de Duitse naam Auschwitz. Victoria Ubersfeld is zo’n zestig kilometer verder geboren, in Krakau.

Gezin Inowlocki-Mandel

Gezin Inowlocki-Mandel

Abram Inowlocki en zijn vrouw Elisabeth Mandel, Poolse Joden, immigreerden in 1937. In 1940-1941 worden ze verplicht uitgewezen naar Limburg.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 14

Gezin Waksdrykier

Pinchos Waksdrykier, een Poolse Jood, immigreerde in 1938 met zijn gezin uit Warschau.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 14

Chaja Kluger

Het gezin Steinfeld-Kluger, Poolse Joden, immigreerde in 1912. Ze vestigen zich in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 14

Gezin Weinberger-Frank

Het gezin Weinberger-Frank, Poolse Joden, woont in Antwerpen. Beila Hinda Frank kwam voor de Eerste Wereldoorlog uit Litouwen aan. Vader Ichel Weinberger immigreerde in 1920.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 14

Gezin Nagiel-Amtmann

Het gezin Nagiel-Amtmann telt vier leden: vader Elja Noech Nagiel, moeder Margula Amtmann en hun twee zonen, Joseph, geboren in Antwerpen in 1940, en Félix, geboren in 1941 in Etterbeek.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 15

Aron Wahl

Aron Wahl, een Poolse Jood, kwam in 1924 aan uit Hannover in Duitsland.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 24 oktober 1942 met transport 15

Jacob Osias Klapholz

Jacob Osias Klapholz, een Duitse Jood, immigreerde in 1926. Hij vestigt zich in Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 16

Gezin Wolfowicz

Pessa Wolfowicz en Moses Händel zijn Poolse Joden. Ze woonden aanvankelijk in Wenen, waar ze in 1932 trouwden. Eind 1937 emigreerden ze naar Antwerpen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 16

Gezin Potaszewicz

Szmul Potaszewicz, een Poolse Jood, kwam in 1923 in België aan. Marie Zawadzka voegde zich een jaar later bij hem.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 16

Gezin Brand

Baruch Brand en zijn vrouw Ita Berger, Joden afkomstig uit Polen, vestigen zich in Antwerpen. Hun dochter, Augusta Suzanna, wordt geboren in december 1938.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 17

Gezin Glassner

Salomon Glassner immigreerde vanuit Polen in 1920, zijn toekomstige vrouw, Chana Buksbaum, in 1931. Hun zoon David wordt geboren in Antwerpen eind 1931.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 17

Gezin Guttmann-Rozenberg

Samuel Guttmann wordt in 1934 in Antwerpen geboren. Zijn broer Juda is twee jaar ouder. Hun ouders Gizela Rozenberg en Ernö Guttmann immigreerden respectievelijk uit Roemenië in 1923 en uit Hongarije in 1927.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 oktober 1942 met transport 17

Gezin Wekselman

Moise Wekselman immigreerde vanuit Polen naar België in 1919. Malka Altman verliet Polen in 1922 en vestigt zich in Antwerpen. Hun kinderen worden er geboren, Juliette in 1927 en Alice in 1930.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 18

Willy Rajzner en Rywka Fibich

Deze twee Joodse echtparen vinden het leuk zich te laten fotograferen op een kinderkoets. Eén koppel zal de oorlog niet overleven.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 18

Gezin Goldberg

Mayer Goldberg en zijn vrouw Malka, geboren Goldberg, en hun 24-jarige zoon Bernhard immigreerden in 1929 vanuit Mannheim in Duitsland. Rosa Kardimann immigreerde in 1933 uit Ludwigshafen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 18

Chana Scheiner

Chana Scheiner, een Poolse Jodin, immigreerde vanuit Zwitserland naar België in 1934. Haar dochter Dora en zoon Mozes worden allebei in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 19

Gezin Keller-Stammler

Leser Keller, een Poolse Jood, immigreerde via Nederland in 1920. Sara Stammler volgde twee jaar later. Hun drie kinderen worden in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 19

Gezin Kaminer

De Poolse Jodin Rojla Borensztajn emigreerde als eerste naar België. In 1929 vestigt ze zich in Antwerpen. Feivel Kaminer kwam in 1933 uit Polen aan.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1943 met transport 19

Majer Tabakman et Rosa Kibel

Majer Tabakman immigreerde in 1928 vanuit Polen en vestigt zich in Sint-Gillis, waar hij werkt in de leerbewerking als bovenleersnijder. Rosa Kibel kwam eveneens uit Polen aan in 1931.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 april 1943 met transport 20

Gezin Klein-Leszczynski

De Poolse Joden Israel Klein en Laja Leszczynski immigreerden in respectievelijk 1928 en 1931 vanuit Berlijn. Hun zoon Alfons wordt in 1932 in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 april 1943 met transport 20

Gezin Haber-Löw

Als Poolse Joden immigreerden Sender Haber, Frimet Löw en hun dochter Sonja in 1932 vanuit Zwitserland. Hun zoon Salo wordt in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 april 1943 met transport 20

Helene Zylberszac

De Pools-Joodse Helene Zylberszac wordt in 1927 geboren in Anderlecht. Ze wordt gearresteerd in januari 1943 en op de 16e geïnterneerd in de Dossinkazerne.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 juli 1943 met transport 21

Walter Roseboom

Walter Roseboom, een Duitse Jood, veehandelaar en landbouwer van beroep, kwam in 1939 uit Leers in Brussel aan.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 juli 1943 met transport 21

Gezin Turner-Bram

Fela Bram, een Poolse Jodin, immigreerde naar België in 1926 en gaat in Antwerpen wonen. Szyja Turner kwam in 1932 uit Parijs in Antwerpen aan. Hun kinderen, Max en David, worden in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 juli 1943 met transport 21

Gezin Lipschitz

De Poolse Joden Rachel Mandel recta Kwadrat en Israel Isaak Lipschitz behoren tot de tweede generatie immigranten. Ze worden allebei in Antwerpen geboren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 20 september 1943 met transport 22A

Alexandre Pinkus

Alexandre Pinkus, een Poolse Jood, scheikundig ingenieur en doctor in de natuurkunde, behaalde zijn academische titels in Parijs en Genève. In 1920 immigreerde hij vanuit Zwitserland naar België en doceert hij aan de Ecole des Mines in Bergen.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 20 september 1943 met transport 22A

Gezin Gruszow

Feiwel Gruszow, diamantbewerker van beroep, en Ilse Oppenheimer immigreerden respectievelijk vanuit Polen in 1909 en vanuit Duitsland in 1928.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 20 september 1943 met transport 22B

Frima Czipis

Frima Czipis en haar twee zonen, met name Jacques, geboren in 1920 in Luik, en Simon Likvermann, geboren in 1935 in Brussel, waren Poolse Joden die tot Belg genaturaliseerd waren.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 20 september 1943 met transport 22B

Gezin Tumarkin-Lewin

Bernard Tumarkin, geboren in Antwerpen, oefent het beroep van diamantmakelaar uit. Zijn vrouw, Estera Lewin immigreerde in 1910 vanuit Polen en verkrijgt door haar huwelijk de Belgische nationaliteit.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 20 september 1943 met transport 22B

Dora Hackena

Dora Hackena, een Belgische Jodin geboren in Oostende, schenkt op 6 juni 1941 in Antwerpen het leven aan de kleine Clarisse.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 15 januari 1944 met transport 23

Zelman Ungerowicz

Zelman Ungerowicz, een Poolse Jood, immigreerde in 1925 met zijn ouders.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 4 april 1944 met transport 24

Simon Guterman

Simon Guterman wordt in 1916 in Brussel geboren, terwijl zijn vrouw, Liba Bywalska, in 1922 uit Polen immigreerde. Hij bezit de Belgische nationaliteit en neemt deel aan de achttiendaagse veldtocht.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 mei 1944 met transport 25

Gezin Lachman

David Lachman, een Poolse Jood, immigreerde in 1929 op zesjarige leeftijd samen met zijn ouders, zijn vader, Berck, zijn moeder, Garna Kozak, en Michal Icchok, de jongste, die toen drie was.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 19 mei 1944 met transport 25

Gezin Chapochnik-Zimmerman

Het gezin Chapochnik-Zimmerman immigreerde vanuit Roemenië tussen 1920 en 1922. Van de zeven personen op deze foto zijn er na de oorlog nog drie in leven, onder wie twee die de deportatie hebben overleefd.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 juli 1944 met transport 26

Maxime en Miryam Seyffers

Het gezin wordt gearresteerd in juni 1944 en afgeleverd in de Dossinkazerne op 21 juli. Ze worden onmiddellijk ingeschreven op de deportatielijst van het laatste transport, het 26ste.

Gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne op 31 juli 1944 met transport XXVI

Nathan Kornweitz

Nathan Kornweitz was een Joodse vluchteling uit het Reich. In 1938 werd hij uit Oostenrijk verdreven en vestigt hij zich in Schaarbeek.