Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.
Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.
Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.
Een Joodse familie uit de wijk Leopoldstadt in Wenen in de jaren 1930. Adolf Mendelsohn was de broer van mijn grootmoeder, Jetty Katz Mendelsohn Bock. Het is het verhaal van een familie op de vlucht voor de Nazi’s.
Op 5 juli 1944 organiseert de Nazi-bezetter dé ultieme grote razzia in Luik. Onder de tientallen Joden die die dag worden opgepakt, bevinden zich ook Coussel Karny en zijn vrouw Yocheved Chamech. Beiden worden gedeporteerd met transport XXVI, het laatste Judentransport dat uit België zal vertrekken.
Eugène Hellendall leidt tijdens de Tweede Wereldoorlog een bewogen leven. Als lid van de Vereeniging van Joden in België probeert hij het leed van zijn geloofsgenoten te verzachten. Ondertussen verzet hij zich tegen de bezetter, zowel in het openbaar als clandestien. Na een eerste keer ternauwernood aan deportatie te ontsnappen, voeren de nazi’s hem en…
De grote razzia in Noord-Frankrijk : 513 personen vertrekken met Transport X. Een van hen is Fanny Yerkowski, een moeder die wordt losgerukt van haar kinderen.
Mejlech Dunkelblau en Ryfka Schwarz werden beide geboren in Rzeszów (Polen). Op 15 november 1906 werd Anna Dunkelblau geboren. Mejlech en Ryfka leefden onofficieel gescheiden. Mejlech werd gedeporteerd met transport XXIV vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau en werd er vermoord. Ryfka en Anna werden niet gedeporteerd en overleefden de oorlog.
Moses Lisak en Esther Kaplan werden geboren in Kalisz (Polen). Ze kwamen eind januari 1939 aan in België als tussenstop om te emigreren naar Uruguay. Op 19 januari 1935 kregen ze een dochter: Ruth. Moses en Lisak werden gedeporteerd met transport XXIII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Ruth werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog.
Anna Kaganowitsch en Wolf Eijsman trouwden op 25 juli 1934 in Maastricht. Een jaar later, op 6 mei 1935, kregen ze hun eerste en enige kind: Catherine. Anna en Catherine werden met transport XI en Wolf met transport XII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden de oorlog niet.
Sonia Sor en Joseph Gordon trouwden op 18 november 1933 in Gent. Het echtpaar werd op 11 januari 1943 in de Dossinkazerne ingeschreven op de lijst van transport XIX. Ze werden gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau waar ze werden vermoord.
Aaron Wyman en Rica de Vrede kregen één kind: Isidore Isaac. Aaron en Rica werden met transport XX gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Isidore kreeg op 8 februari 1939 de Belgische nationaliteit maar werd met transport XXIIB gedeporteerd. Niemand van het gezin Wyman-De Vrede overleefde de oorlog.
Louis Alexander ontvluchtte Duitsland in 1934. Hij trouwde op 6 augustus 1938 met Elisabeth Nykerk in Schaarbeek. Louis werd in 1940 opgepakt en weggevoerd naar Perpignan in Frankrijk. Na zijn vrijlating werd hij opnieuw opgepakt en met transport XXIV gedeporteerd. Louis stierf in 1945 in Theresienstadt. Elisabeth verbleef vermoedelijk in Nederland en overleefde.
Manijl Nejman en Masza Kimel kregen vier kinderen: Willy, Benjamin, Clara en Joseph. Heel de familie Nejman-Kimel werd met transport XI gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Manijl werd arbeidsgeschikt verklaard maar stief, net als zijn gezin.
Martin Kaufmann kwam in 1939 met een Kindertransport in België aan vanuit Duitsland. Hij werd door de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen ondergebracht in verschillende weeshuizen. Martin ging in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport I gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij werd vermoord.
Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Betty en Moses scheidden waarna moeder Betty en dochtertje Ruth naar België trokken. Zij werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde anti-Joodse razzia in Antwerpen. Betty en Ruth werden gedeporteerd en overleefden de oorlog niet.
Karl Guenther ontvluchtte Duitsland uit schrik voor de Jodenvervolging door de Gestapo. Hij ontving hulp van de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen. Karl ging in augustus 1942 in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport III vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog niet.
Baruch Luxemberg en Laja Cwatla Grozwursel kregen vier kinderen: Dora, Regina, Celina en Suzanne. Mogelijk overleed Dora voor de oorlog of woonde ze tijdens de bezetting in het buitenland. Baruch, Laja Cwatla, Regina, Celina en Suzanne werden met een verschillend transport (II, XIV en XV) gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.
Marcus Sluis was een diamantslijper en Adela Zeelander kwam ook uit een diamantbewerkersfamilie. Samen kregen ze drie kinderen: Sara, Clara en Filip. De familie Sluis-Zeelander werd via verschillende transporten (III, IX en XXI) naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.
Izraël Goldfarb werd met transport XXIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij overleefde de oorlog niet.
Lejb Aszmian en Doba Szulanska kregen drie kinderen: Abraham, Hersz en Lazare. Lejb overleed reeds in 1932. Abraham werd niet gedeporteerd en Hersz dook onder in Frankrijk. Doba en Lazare werden met een verschillend transport naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Zij overleefden de oorlog niet.
Sara Boeki werd met haar zoon Willy op transport XXIII vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Moeder en zoon werden er vermoord.
De familie Spirn-Stick was een kroostrijk gezin dat bestond uit vader Leib Spirn, moeder Ruchel Stick en hun zeven kinderen: Gitel, Mozes Chaksel, Laie, Bine Sara, Izaak, Esther en Hanna. Via transport XI en transport XX werd het volledige gezin Spirn-Stick naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.
Gustav Abineri ontvluchtte Duitsland en kwam op 26 augustus 1938 in België aan. Hij zou naar eigen zeggen in België verblijven in afwachting van emigratie naar het buitenland. Gustav moest in 1940 verplicht België verlaten maar dit kon niet plaatsvinden door gezondheidsproblemen. Hij werd met transport VIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en overleefde de oorlog niet.
Iedereen van het gezin Wahl-Keller, buiten vader Seinwel Hersz Wahl en dochter Lea, werd gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde de deportatie. Seinwel overleefde de oorlog maar stierf al in 1946.
Willem Kuit woonde als diamantbewerker afwisselend in België en Nederland. In 1923 trouwde Willem met Sophia Parijs en verhuisden ze naar België. Het echtpaar werd met een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Willem met transport IX en Sophia met transport XI. Ze overleefden de oorlog niet.
De familie Kurier ontvluchtte Oostenrijk uit schrik voor vervolging door de Gestapo. Moeder Fryme Eisgrau stierf al in 1924. Vader Hersch Kurier en zijn kinderen Frederika, Jeannette en Regine werden allemaal gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van de familie Kurier overleefde de oorlog.
Dit gezin werd sterk geraakt door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.
Marianne zat samen met twee andere vriendinnen in een communistische verzetsgroep en trachtte de Wehrmacht te destabiliseren.
Het gezin Borenchole-Landsberg werd met transport XX gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Moeder Fejga en dochter Thérèse werden er vermoord. De zoon, Salomon, werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog. Vader Abraham Joseph overleefde zijn gevangenschap in Auschwitz en kwam in 1945 opnieuw in België wonen, samen met Salomon.
Het gezin Margulies-Mahler verkreeg in 1926 de staatsnaturalisatie waardoor de Belgische nationaliteit werd toegekend. Met transport XXIIB werden Anne, Jacques, Helena-Ella, Liliane en Armand gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij werden vermoord. Georges Mahler dook met zijn vrouw Selma Lichtmann en kinderen Charles en Nanette onder in Aarschot. Zij werden nooit opgepakt en overleefden de Tweede Wereldoorlog.
Het gezin Fryling-Rozenes werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. Met transport IX werden Sender Bynem, Chaja Terna en hun kinderen Samuel en Claire vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.
De familie Zeelander-Barmhartigheid woonde afwisselend in Amsterdam en Antwerpen. De gezinsleden werden via verschillende transporten naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van het gezin Zeelander-Barmhartigheid overleefde de oorlog.
Na gevlucht te zijn van de Eerste Wereldoorlog, wordt de Tweede Wereldoorlog de dood van Israël en zijn moeder.
Isaak en Emmy, beide afkomstig uit Nederland, zoeken een beter leven in België. Ze worden echter gegrepen door de gruwel van het antisemitisme.
Omwille van gezondheidsproblemen bij de vader van Malka Sperber kwam het gezin naar België. Moeder en beide zonen gingen in op het Arbeitseinsatzbefehl, het tewerkstellingsbevel dat door de Sipo-SD werd uitgevaardigd. Met transport V werden ze vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij overleefden het niet. Het lot van vader Abraham Bezem is…
Vader Lipman en dochter Gertrude werden uit Duitsland uitgewezen. Ze werden allebei vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden het niet.
De familie Kotas – Kacai werden op een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde het.
Het gezin zette zich in voor de Joodse samenleving.
Het gezin heeft veel tragische gebeurtenissen meegemaakt. Het antisemitisme werd hen uiteindelijk fataal.
Chaim Miler kwam uit een kroostrijk gezin. Hij werd gedeporteerd met transport IX die halt hield in Kosel. Hij stapte uit en werd geselecteerd voor dwangarbeid. Chaim sterft enkele maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in Buchenwald.
Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg werden vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en werden daar vermoord. Hun beide kinderen overleefden de oorlog.
Het gezin had grootse reisplannen, maar deze konden ze niet uitvoeren. Hun dochtertje Nelly komt als wees uit de oorlog.
Het gezin Pander-Lublinski bestaat uit vader, moeder en dochter. Niemand overleefde Auschwitz-Birkenau.
Ondanks dat Fritz Basch actief was als kampdokter in de Dossinkazerne, kon hij zijn gezin niet beschermen van deportatie.
De familie Wolff-Halpert hoopte op een nieuw leven aan de andere kant van de oceaan, maar geraken nooit ter plaatse.
Het tragische familieverhaal van stenotypiste Klara Sander en haar familie.
Het tragische verhaal van de familie Kempner-Rozen. Enkel vader Moszek overleeft de oorlog.
Het gezin Hollander-Herbst immigreerde in 1929 uit Polen en vestigt zich in Antwerpen. Op 9 oktober 1942 wordt heel het gezin in de Dossinkazerne afgeleverd.
De Poolse Jodin Malka Badner kwam in België aan in 1912. Jozef Markus Langenauer immigreerde later. Hun oudste kind, Isidoor, wordt in 1924 in Antwerpen geboren, Rosa in 1927 en ten slotte Frieda in 1930.
Deze Poolse Joden ontvluchtten Duitsland in 1939. De vader (47) is handelsvertegenwoordiger van beroep. De moeder, Ester Neugebohr, een 38-jarige huisvrouw, zorgt met de hulp van haar oudste dochter voor haar drie andere kinderen.
Boris en zijn moeder, Luba Lasowski, worden in de nacht van 28 op 29 augustus tijdens een grote razzia in Antwerpen opgepakt in hun woning aan de Montensstraat 64. Zijn banden met de Jodenvereniging kunnen hem niet meer redden.
De Poolse Jood Salomon Seewald immigreerde in 1924. Fradel Schenkel, met wie hij in België huwt, kwam ook uit Polen.
Renée (5) en Nathan (3) worden in hun woning in de Kroonstraat 189 te Antwerpen opgepakt in de nacht van 15 op 16 september 1942, tijdens de eerste grote razzia van de Endlösung.
Deze Oostenrijkse Jood immigreerde in 1932 naar de Somersstraat 49 in Antwerpen.
In augustus 1942 is Lejb 13 en zijn moeder 38 jaar oud. Drie andere kinderen, Isaac (2), Oskar (8) en Charlotte (10) vervolledigen dit Pools-Joods gezin.
De twee zonen van Etela Lovi zijn geboren in Antwerpen. Ze worden in Antwerpen gearresteerd aan de vooravond van de eerste razzia van 15 augustus.
Dora Lustig, een Joods-Poolse kleermaakster, immigreerde in 1918 naar Antwerpen vanuit Zweden.
Alfred Israel Rosendahl is een Duitse Joodse vluchteling. Nadat hij in 1939 uit Duitsland verdreven wordt, vestigt hij zich in Antwerpen.
Hanna Karpowitz (16) is de eerste ontsnapte uit een trein naar Auschwitz en de enige uit transport 1.
Dit gezin Poolse Joden wordt volledig gedeporteerd, de meesten met transport 10
Charles Grabiner is geboren in België, in Antwerpen, Nottebohmstraat 2, en Debora Brandstädter is zeer jong vanuit Polen naar België gekomen. Ze zijn getrouwd in Antwerpen in 1938.
Zowel Mojsesz Icehek (15) als zijn 20-jarige zus Estera Frymeta, worden opgeroepen voor transport 3.
Deze Joods-Poolse moeder en dochter zijn 36 en 13 jaar oud bij hun deportatie.
Als 16-jarige knaap wordt Leopold Minz opgeroepen naar de Dossinkazerne voor transport 3.
Sophie Dimenstein (16), geboren in Antwerpen, meldt zich met haar oproepingsbevel in het Sammellager Mechelen.
Als Duitsers ontvlucht het echtpaar Reiss-Levin waarschijnlijk Nederland waar de deportaties al vroeger begonnen zijn.
Gerszen Fligelman immigreerde in 1930 als eerste uit Polen. Zijn vrouw, Szejra Zentkowski, en hun zonen, Abraham en Samuel, voegen zich een jaar
later bij hem.
De Pichlers zijn van oorsprong Duitse Joden die uit Wenen weggevlucht zijn.
De familie Nissim immigreerde in 1930 vanuit Thessaloniki.
Deze Poolse Joden uit Antwerpen worden opgeroepen naar de Dossinkazerne op 27 augustus 1942.
Natan Ramet wordt geboren op 5 juni 1925 in Warschau. Natan wordt samen met zijn vader gedeporteerd met Transport VI op 29 augustus 1942. Hun transport houdt halt in Kosel, voor Auschwitz, waar men de mannen afzet om ingeschakeld te worden als dwangarbeider.
Deze Poolse Joden wonen in de Lange Kievitstraat 131. Deze straat krijgt het zwaar te verduren tijdens de agressiefste razzia in Antwerpen.
De twee zussen, Poolse Jodinnen, wonen in Berchem op de Gitschotellei 126.
Chana Malka Perelman (15) vergezelt haar ouders naar de Dossinkazerne.
De Sipo-SD roept op 17 augustus vader Abraham Topor (41), moeder Chana Szerman (48), Szmul Herszek (17) en zelfs de jongste, Isidor (12) op om zich naar het Sammellager te begeven.
Jules Skarbek (3) en zijn moeder Esther Freude Pech, een 38-jarige huisvrouw, zijn Poolse Joden uit Antwerpen.
Dit gezin Palestijnse Joden woont in Borgerhout. Transport 7 deporteert hen naar Auschwitz-Birkenau.
Deze Poolse Joden vluchten in 1939 uit Wenen.
Mojzecs Fischler en zijn gezin, zijn vrouw Serka Hollander (44), zijn oudste dochter Sonia Laja (20), de jongere kinderen Beila Ruchla (13), Munisz (12), en Jozef (8) worden afgeleverd in Mechelen op 29 augustus 1942.
Deze Nederlandse Joden uit Antwerpen, Emilius Vos, Rebecca Nabarro (28), hun kinderen Isaak (5), Andries (4) en Herman (3), wonen in wat men de Jodenbuurt noemt.
Adeline Rajzner (4) wordt geïnterneerd in de Dossinkazerne op 4 september 1942 samen met haar moeder, Chana Blima Frydman, een 27-jarige modiste, die in 1920 uit Polen immigreerde.
Deze Poolse Joden, van wie Anna Kubowitski in 1908 en Joseph Helman in 1916 naar België migreerde, wonen in Sint-Gillis, een Brusselse gemeente.
Moïse Glickmann, marktkramer van beroep, is een Poolse Jood die in 1928 uit Zwitserland immigreert.
De orthodox-religieuze Joden zijn met hun baard en lokken – de uiterlijke tekenen van hun geloofsovertuiging – een uitgelezen mikpunt voor de SS-bewakers in het Sammellager Mecheln.
Het gezin Kac-Charenzowska woont in de Nancystraat in Brussel.
Malka Chaja Skoczylas, een Joods-Poolse kleermaakster van 47 jaar oud, voedt haar drie kinderen alleen op. Een ander gezin woont in hetzelfde huis: Abram Lewkowicz, zijn vrouw Chaja Szmulewicz en hun kinderen.
Ozyasz Schmidt is een diamantkliever van 32 jaar oud, en Helena Lea Lamm een 28-jarige turnlerares. Transport 9 deporteert hen naar Auschwitz-Birkenau.
Benjamin Reichman, een 34-jarige winkelier, is een Joodse immigrant uit Roemenië. Zijn vrouw Itta Grunspan, een 35-jarige huisvrouw, is afkomstig uit Polen. Het stel woont in Borgerhout op de Plantin en Moretuslei 86.
Avram Wiezel, een 37-jarige bontwerker, en Sari Dreiman, een huisvrouw van dezelfde leeftijd, hebben samen drie kinderen, van wie twee in Roemenië geboren zijn, Michael (16) en Herman (14).
Het gezin Morgenstein-Szymkowicz woont in Lens in Noord-Frankrijk. Vader Marcel Morgenstein is een 47-jarige arbeider, een Joodse immigrant uit Polen. Zijn vrouw Majka Szymkowicz, eveneens uit Polen geïmmigreerd, is een 42-jarige huisvrouw.
Het gezin Peterfreund-Schlachtet telt zeven leden. Vader Moses Leib Peterfreund kwam in 1932 uit Polen in België aan. Vier jaar later voegen zijn vrouw Sara Schlachtet en hun drie oudste kinderen zich bij hem in Antwerpen.
Leopold Englander (73) en Sarolta Rosenwasser (66) zijn Joden van Roemeense afkomst, die in 1939 uit Oostenrijk vluchtten.
Mendel Majer Sztejnberg, een Joodse jongeman uit Kałuszyn in Polen, begon zijn reis naar het westen alleen. In 1930 voegt Ruchla Helman, eveneens uit Kałuszyn afkomstig, zich bij hem.
Mosché Fingherman, een 40-jarige Roemeense winkelier, woont op de Plantin en Moretuslei in Borgerhout. Zijn vrouw Rosa Obrijan (42), is ook een Roemeense. Hun kinderen zijn geboren in Antwerpen.
Het gezin Grycman-Berkowicz telt vijf leden. Heel het gezin wordt in Schaarbeek gearresteerd en op 5 oktober naar de Dossinkazerne overgebracht, waar ze vijf dagen opgesloten worden.
Mordka Stainfeld, een Jood uit Warschau, kwam in België aan in 1890.
Abraham Hirchel Schönberg werd geboren in Oswiecim, een stadje in Opper-Silezië dat de geschiedenis zou ingaan onder de Duitse naam Auschwitz. Victoria Ubersfeld is zo’n zestig kilometer verder geboren, in Krakau.
Abram Inowlocki en zijn vrouw Elisabeth Mandel, Poolse Joden, immigreerden in 1937. In 1940-1941 worden ze verplicht uitgewezen naar Limburg.
Pinchos Waksdrykier, een Poolse Jood, immigreerde in 1938 met zijn gezin uit Warschau.
Het gezin Steinfeld-Kluger, Poolse Joden, immigreerde in 1912. Ze vestigen zich in Antwerpen.
Het gezin Weinberger-Frank, Poolse Joden, woont in Antwerpen. Beila Hinda Frank kwam voor de Eerste Wereldoorlog uit Litouwen aan. Vader Ichel Weinberger immigreerde in 1920.
Het gezin Nagiel-Amtmann telt vier leden: vader Elja Noech Nagiel, moeder Margula Amtmann en hun twee zonen, Joseph, geboren in Antwerpen in 1940, en Félix, geboren in 1941 in Etterbeek.
Aron Wahl, een Poolse Jood, kwam in 1924 aan uit Hannover in Duitsland.
Jacob Osias Klapholz, een Duitse Jood, immigreerde in 1926. Hij vestigt zich in Antwerpen.
Pessa Wolfowicz en Moses Händel zijn Poolse Joden. Ze woonden aanvankelijk in Wenen, waar ze in 1932 trouwden. Eind 1937 emigreerden ze naar Antwerpen.
Szmul Potaszewicz, een Poolse Jood, kwam in 1923 in België aan. Marie Zawadzka voegde zich een jaar later bij hem.
Baruch Brand en zijn vrouw Ita Berger, Joden afkomstig uit Polen, vestigen zich in Antwerpen. Hun dochter, Augusta Suzanna, wordt geboren in december 1938.
Salomon Glassner immigreerde vanuit Polen in 1920, zijn toekomstige vrouw, Chana Buksbaum, in 1931. Hun zoon David wordt geboren in Antwerpen eind 1931.
Samuel Guttmann wordt in 1934 in Antwerpen geboren. Zijn broer Juda is twee jaar ouder. Hun ouders Gizela Rozenberg en Ernö Guttmann immigreerden respectievelijk uit Roemenië in 1923 en uit Hongarije in 1927.
Moise Wekselman immigreerde vanuit Polen naar België in 1919. Malka Altman verliet Polen in 1922 en vestigt zich in Antwerpen. Hun kinderen worden er geboren, Juliette in 1927 en Alice in 1930.
Deze twee Joodse echtparen vinden het leuk zich te laten fotograferen op een kinderkoets. Eén koppel zal de oorlog niet overleven.
Mayer Goldberg en zijn vrouw Malka, geboren Goldberg, en hun 24-jarige zoon Bernhard immigreerden in 1929 vanuit Mannheim in Duitsland. Rosa Kardimann immigreerde in 1933 uit Ludwigshafen.
Chana Scheiner, een Poolse Jodin, immigreerde vanuit Zwitserland naar België in 1934. Haar dochter Dora en zoon Mozes worden allebei in Antwerpen geboren.
Leser Keller, een Poolse Jood, immigreerde via Nederland in 1920. Sara Stammler volgde twee jaar later. Hun drie kinderen worden in Antwerpen geboren.
De Poolse Jodin Rojla Borensztajn emigreerde als eerste naar België. In 1929 vestigt ze zich in Antwerpen. Feivel Kaminer kwam in 1933 uit Polen aan.
Majer Tabakman immigreerde in 1928 vanuit Polen en vestigt zich in Sint-Gillis, waar hij werkt in de leerbewerking als bovenleersnijder. Rosa Kibel kwam eveneens uit Polen aan in 1931.
De Poolse Joden Israel Klein en Laja Leszczynski immigreerden in respectievelijk 1928 en 1931 vanuit Berlijn. Hun zoon Alfons wordt in 1932 in Antwerpen geboren.
Als Poolse Joden immigreerden Sender Haber, Frimet Löw en hun dochter Sonja in 1932 vanuit Zwitserland. Hun zoon Salo wordt in Antwerpen geboren.
De Pools-Joodse Helene Zylberszac wordt in 1927 geboren in Anderlecht. Ze wordt gearresteerd in januari 1943 en op de 16e geïnterneerd in de Dossinkazerne.
Nisen Karolinski en Tauba Hena Makofka immigreerden in 1929. Hun zeven kinderen (Salomon, Lejb, Jules, Lejzer, Abraham, Sara en Paul), allen geboren in Warschau, gaan met hen mee.
Walter Roseboom, een Duitse Jood, veehandelaar en landbouwer van beroep, kwam in 1939 uit Leers in Brussel aan.
Fela Bram, een Poolse Jodin, immigreerde naar België in 1926 en gaat in Antwerpen wonen. Szyja Turner kwam in 1932 uit Parijs in Antwerpen aan. Hun kinderen, Max en David, worden in Antwerpen geboren.
De Poolse Joden Rachel Mandel recta Kwadrat en Israel Isaak Lipschitz behoren tot de tweede generatie immigranten. Ze worden allebei in Antwerpen geboren.
Alexandre Pinkus, een Poolse Jood, scheikundig ingenieur en doctor in de natuurkunde, behaalde zijn academische titels in Parijs en Genève. In 1920 immigreerde hij vanuit Zwitserland naar België en doceert hij aan de Ecole des Mines in Bergen.
Feiwel Gruszow, diamantbewerker van beroep, en Ilse Oppenheimer immigreerden respectievelijk vanuit Polen in 1909 en vanuit Duitsland in 1928.
Frima Czipis en haar twee zonen, met name Jacques, geboren in 1920 in Luik, en Simon Likvermann, geboren in 1935 in Brussel, waren Poolse Joden die tot Belg genaturaliseerd waren.
Bernard Tumarkin, geboren in Antwerpen, oefent het beroep van diamantmakelaar uit. Zijn vrouw, Estera Lewin immigreerde in 1910 vanuit Polen en verkrijgt door haar huwelijk de Belgische nationaliteit.
Dora Hackena, een Belgische Jodin geboren in Oostende, schenkt op 6 juni 1941 in Antwerpen het leven aan de kleine Clarisse.
Zelman Ungerowicz, een Poolse Jood, immigreerde in 1925 met zijn ouders.
Simon Guterman wordt in 1916 in Brussel geboren, terwijl zijn vrouw, Liba Bywalska, in 1922 uit Polen immigreerde. Hij bezit de Belgische nationaliteit en neemt deel aan de achttiendaagse veldtocht.
David Lachman, een Poolse Jood, immigreerde in 1929 op zesjarige leeftijd samen met zijn ouders, zijn vader, Berck, zijn moeder, Garna Kozak, en Michal Icchok, de jongste, die toen drie was.
Het gezin Chapochnik-Zimmerman immigreerde vanuit Roemenië tussen 1920 en 1922. Van de zeven personen op deze foto zijn er na de oorlog nog drie in leven, onder wie twee die de deportatie hebben overleefd.
Het gezin wordt gearresteerd in juni 1944 en afgeleverd in de Dossinkazerne op 21 juli. Ze worden onmiddellijk ingeschreven op de deportatielijst van het laatste transport, het 26ste.
Nathan Kornweitz was een Joodse vluchteling uit het Reich. In 1938 werd hij uit Oostenrijk verdreven en vestigt hij zich in Schaarbeek.
Goswin de Stassartstraat 153
2800 Mechelen
België
+ 32 (0) 15 29 06 60
Op afspraak
archives@kazernedossin.eu