Op 5 juli 1944 organiseert de Nazi-bezetter dé ultieme grote razzia in Luik. Onder de tientallen Joden die die dag worden opgepakt, bevinden zich ook Coussel Karny en zijn vrouw Yocheved Chamech. Beiden worden gedeporteerd met transport XXVI, het laatste Judentransport dat uit België zal vertrekken.
Eugène Hellendall leidt tijdens de Tweede Wereldoorlog een bewogen leven. Als lid van de Vereeniging van Joden in België probeert hij het leed van zijn geloofsgenoten te verzachten. Ondertussen verzet hij zich tegen de bezetter, zowel in het openbaar als clandestien. Na een eerste keer ternauwernood aan deportatie te ontsnappen, voeren de nazi’s hem en…
De grote razzia in Noord-Frankrijk : 513 personen vertrekken met Transport X. Een van hen is Fanny Yerkowski, een moeder die wordt losgerukt van haar kinderen.
Max Lanes verbleef kort in de Dossinkazerne, maar werd overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis.Hij is van daaruit gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hierdoor verschijnt zijn naam niet op de transportlijsten. Zijn broers Arthur en Gustav werden wel gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne.
Mejlech Dunkelblau en Ryfka Schwarz werden beide geboren in Rzeszów (Polen). Op 15 november 1906 werd Anna Dunkelblau geboren. Mejlech en Ryfka leefden onofficieel gescheiden. Mejlech werd gedeporteerd met transport XXIV vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau en werd er vermoord. Ryfka en Anna werden niet gedeporteerd en overleefden de oorlog.
Moses Lisak en Esther Kaplan werden geboren in Kalisz (Polen). Ze kwamen eind januari 1939 aan in België als tussenstop om te emigreren naar Uruguay. Op 19 januari 1935 kregen ze een dochter: Ruth. Moses en Lisak werden gedeporteerd met transport XXIII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Ruth werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog.
Anna Kaganowitsch en Wolf Eijsman trouwden op 25 juli 1934 in Maastricht. Een jaar later, op 6 mei 1935, kregen ze hun eerste en enige kind: Catherine. Anna en Catherine werden met transport XI en Wolf met transport XII vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden de oorlog niet.
Sonia Sor en Joseph Gordon trouwden op 18 november 1933 in Gent. Het echtpaar werd op 11 januari 1943 in de Dossinkazerne ingeschreven op de lijst van transport XIX. Ze werden gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau waar ze werden vermoord.
Aaron Wyman en Rica de Vrede kregen één kind: Isidore Isaac. Aaron en Rica werden met transport XX gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Isidore kreeg op 8 februari 1939 de Belgische nationaliteit maar werd met transport XXIIB gedeporteerd. Niemand van het gezin Wyman-De Vrede overleefde de oorlog.
Louis Alexander ontvluchtte Duitsland in 1934. Hij trouwde op 6 augustus 1938 met Elisabeth Nykerk in Schaarbeek. Louis werd in 1940 opgepakt en weggevoerd naar Perpignan in Frankrijk. Na zijn vrijlating werd hij opnieuw opgepakt en met transport XXIV gedeporteerd. Louis stierf in 1945 in Theresienstadt. Elisabeth verbleef vermoedelijk in Nederland en overleefde.
Manijl Nejman en Masza Kimel kregen vier kinderen: Willy, Benjamin, Clara en Joseph. Heel de familie Nejman-Kimel werd met transport XI gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau. Manijl werd arbeidsgeschikt verklaard maar stief, net als zijn gezin.
Martin Kaufmann kwam in 1939 met een Kindertransport in België aan vanuit Duitsland. Hij werd door de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen ondergebracht in verschillende weeshuizen. Martin ging in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport I gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij werd vermoord.
Betty Marx en Moses Tobias werden beide geboren in Duitsland. Ze trouwden en kregen één kind: Ruth Tobias. Betty en Moses scheidden waarna moeder Betty en dochtertje Ruth naar België trokken. Zij werden op 11 september 1942 gearresteerd tijdens de derde anti-Joodse razzia in Antwerpen. Betty en Ruth werden gedeporteerd en overleefden de oorlog niet.
Karl Guenther ontvluchtte Duitsland uit schrik voor de Jodenvervolging door de Gestapo. Hij ontving hulp van de Bijstandsraad voor Joodse vluchtelingen. Karl ging in augustus 1942 in op het Arbeitseinsatzbefehl en werd met transport III vanuit de Dossinkazerne naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Hij overleefde de oorlog niet.
Baruch Luxemberg en Laja Cwatla Grozwursel kregen vier kinderen: Dora, Regina, Celina en Suzanne. Mogelijk overleed Dora voor de oorlog of woonde ze tijdens de bezetting in het buitenland. Baruch, Laja Cwatla, Regina, Celina en Suzanne werden met een verschillend transport (II, XIV en XV) gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau.
Marcus Sluis was een diamantslijper en Adela Zeelander kwam ook uit een diamantbewerkersfamilie. Samen kregen ze drie kinderen: Sara, Clara en Filip. De familie Sluis-Zeelander werd via verschillende transporten (III, IX en XXI) naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.
Izraël Goldfarb werd met transport XXIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Hij overleefde de oorlog niet.
Lejb Aszmian en Doba Szulanska kregen drie kinderen: Abraham, Hersz en Lazare. Lejb overleed reeds in 1932. Abraham werd niet gedeporteerd en Hersz dook onder in Frankrijk. Doba en Lazare werden met een verschillend transport naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Zij overleefden de oorlog niet.
Sara Boeki werd met haar zoon Willy op transport XXIII vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Moeder en zoon werden er vermoord.
De familie Spirn-Stick was een kroostrijk gezin dat bestond uit vader Leib Spirn, moeder Ruchel Stick en hun zeven kinderen: Gitel, Mozes Chaksel, Laie, Bine Sara, Izaak, Esther en Hanna. Via transport XI en transport XX werd het volledige gezin Spirn-Stick naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van hen overleefde de oorlog.
Gustav Abineri ontvluchtte Duitsland en kwam op 26 augustus 1938 in België aan. Hij zou naar eigen zeggen in België verblijven in afwachting van emigratie naar het buitenland. Gustav moest in 1940 verplicht België verlaten maar dit kon niet plaatsvinden door gezondheidsproblemen. Hij werd met transport VIII gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en overleefde de oorlog niet.
Iedereen van het gezin Wahl-Keller, buiten vader Seinwel Hersz Wahl en dochter Lea, werd gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde de deportatie. Seinwel overleefde de oorlog maar stierf al in 1946.
Willem Kuit woonde als diamantbewerker afwisselend in België en Nederland. In 1923 trouwde Willem met Sophia Parijs en verhuisden ze naar België. Het echtpaar werd met een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Willem met transport IX en Sophia met transport XI. Ze overleefden de oorlog niet.
De familie Kurier ontvluchtte Oostenrijk uit schrik voor vervolging door de Gestapo. Moeder Fryme Eisgrau stierf al in 1924. Vader Hersch Kurier en zijn kinderen Frederika, Jeannette en Regine werden allemaal gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van de familie Kurier overleefde de oorlog.
Dit gezin werd sterk geraakt door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog.
Lotte voegde zich bij het communistische verzet om zo de Wehrmacht te destabiliseren.
Hertha Ligeti voegde zich bij het communistische verzet om zo de Wehrmacht te destabiliseren.
Marianne zat samen met twee andere vriendinnen in een communistische verzetsgroep en trachtte de Wehrmacht te destabiliseren.
Het gezin Borenchole-Landsberg werd met transport XX gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Moeder Fejga en dochter Thérèse werden er vermoord. De zoon, Salomon, werd niet gedeporteerd en overleefde de oorlog. Vader Abraham Joseph overleefde zijn gevangenschap in Auschwitz en kwam in 1945 opnieuw in België wonen, samen met Salomon.
Het gezin Margulies-Mahler verkreeg in 1926 de staatsnaturalisatie waardoor de Belgische nationaliteit werd toegekend. Met transport XXIIB werden Anne, Jacques, Helena-Ella, Liliane en Armand gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij werden vermoord. Georges Mahler dook met zijn vrouw Selma Lichtmann en kinderen Charles en Nanette onder in Aarschot. Zij werden nooit opgepakt en overleefden de Tweede Wereldoorlog.
Het gezin Fryling-Rozenes werd bij de enige grote razzia in Brussel in de nacht van 3 op 4 september 1942 opgepakt. Met transport IX werden Sender Bynem, Chaja Terna en hun kinderen Samuel en Claire vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Niemand van het gezin overleefde de oorlog.
De familie Zeelander-Barmhartigheid woonde afwisselend in Amsterdam en Antwerpen. De gezinsleden werden via verschillende transporten naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Niemand van het gezin Zeelander-Barmhartigheid overleefde de oorlog.
Het verhaal van hoe een Poolse vertegenwoordiger van Belgische bedrijven, lid van het verzet werd. Szmul heeft in veel verschillende kampen gezeten, maar slaagde er enkele keren in te ontsnappen.
Na gevlucht te zijn van de Eerste Wereldoorlog, wordt de Tweede Wereldoorlog de dood van Israël en zijn moeder.
Isaak en Emmy, beide afkomstig uit Nederland, zoeken een beter leven in België. Ze worden echter gegrepen door de gruwel van het antisemitisme.
Omwille van gezondheidsproblemen bij de vader van Malka Sperber kwam het gezin naar België. Moeder en beide zonen gingen in op het Arbeitseinsatzbefehl, het tewerkstellingsbevel dat door de Sipo-SD werd uitgevaardigd. Met transport V werden ze vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Zij overleefden het niet. Het lot van vader Abraham Bezem is…
Vader Lipman en dochter Gertrude werden uit Duitsland uitgewezen. Ze werden allebei vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze overleefden het niet.
De familie Kotas – Kacai werden op een verschillend transport gedeporteerd vanuit de Dossinkazerne in Mechelen naar Auschwitz-Birkenau. Niemand overleefde het.
Het gezin zette zich in voor de Joodse samenleving.
Het pasgetrouwd koppel overleeft de oorlog.
Het gezin heeft veel tragische gebeurtenissen meegemaakt. Het antisemitisme werd hen uiteindelijk fataal.
Chaim Miler kwam uit een kroostrijk gezin. Hij werd gedeporteerd met transport IX die halt hield in Kosel. Hij stapte uit en werd geselecteerd voor dwangarbeid. Chaim sterft enkele maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog in Buchenwald.
Zelik Sztuden en Rosalie Luxberg werden vanuit de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau en werden daar vermoord. Hun beide kinderen overleefden de oorlog.
Het gezin had grootse reisplannen, maar deze konden ze niet uitvoeren. Hun dochtertje Nelly komt als wees uit de oorlog.
Het gezin Pander-Lublinski bestaat uit vader, moeder en dochter. Niemand overleefde Auschwitz-Birkenau.
Ondanks dat Fritz Basch actief was als kampdokter in de Dossinkazerne, kon hij zijn gezin niet beschermen van deportatie.
De familie Wolff-Halpert hoopte op een nieuw leven aan de andere kant van de oceaan, maar geraken nooit ter plaatse.
Edith Silbiger, persoonlijke secretaresse van de kampcommandant, werd op transport XXIIA gezet.
Het tragische familieverhaal van stenotypiste Klara Sander en haar familie.
Dankzij de vriendelijke vrouwen Balthus en Allard kunnen de kinderen onderduiken in het kasteel van Fraiture, waardoor ze de oorlog overleven.
Het tragische verhaal van de familie Kempner-Rozen. Enkel vader Moszek overleeft de oorlog.
Van het hele gezin Schwarzbaum-Eidels overleven enkel vader Aron en schoonzoon Kurs de oorlog.
Op 24 februari 1939 begint het vluchtelingenverhaal van de familie Berenblum, met ouders Abraham Berenblum en Maria Freimowski en dochters Sonja en Rosa.
De Poolse Jodin Malka Badner kwam in België aan in 1912. Jozef Markus Langenauer immigreerde later. Hun oudste kind, Isidoor, wordt in 1924 in Antwerpen geboren, Rosa in 1927 en ten slotte Frieda in 1930.
Deze Poolse Joden ontvluchtten Duitsland in 1939. De vader (47) is handelsvertegenwoordiger van beroep. De moeder, Ester Neugebohr, een 38-jarige huisvrouw, zorgt met de hulp van haar oudste dochter voor haar drie andere kinderen.
Op 20-jarige leeftijd kwam Joseph Hakker, een Nederlandse Jood, in 1907 in België aan.
Goswin de Stassartstraat 153
2800 Mechelen
België
+ 32 (0) 15 29 06 60
Op afspraak
archives@kazernedossin.eu